Katholieke Stichting Medische Ethiek
3 februari 2009

Abortuspreventie ernstig nemen

TertioTertio, 3 februari 2009
door Chantal Kortmann, arts en lid van de evaluatiecommissie abortus (België)

De recent vrijgegeven abortuscijfers van 2006-2007 tonen opnieuw een stijging ondanks de afname van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Wanneer nemen we abortuspreventie eindelijk ernstig?

Sinds 1990 werden in ons land door abortus evenveel mensen getroffen als er inwoners zijn in de stad Gent. Waarschijnlijk meer, want een abortus is voor veel moeders die het ondergingen een trauma. Onderzoek toont dat tot veertig procent van de vrouwen die een abortus liet uitvoeren zware psychische problemen krijgt, te vergelijken met een posttraumatisch stress-syndroom. Er is weinig onderzoek bekend, omdat die vrouwen liefst willen vergeten en niet meewerken aan onderzoek over hun abortus. Toch kan het hen jaren nadien nog achtervolgen.

In Finland wees de Stakesstudie uit dat een bevalling de kans op zelfmoord doet verminderen, terwijl abortus die tot meer dan vijf keer doet toenemen. Een vergelijkbare studie uit 2004 in Californië komt tot gelijkaardige conclusies. Bij tienermoeders ligt het zelfmoordcijfer iets hoger, maar na een abortus is het nog veel erger. Tieners worden beter niet zwanger, maar als ze zwanger zijn, is abortus niet te verkiezen en moeten ze beschermd worden door hun omgeving. In ons land eindigt bijna elke prille tienerzwangerschap in abortus. We hebben ook een heel hoog zelfmoordcijfer onder jongeren. Gaat men het mogelijke verband na? Het jongste rapport wijst uit dat sinds de vorige telling opnieuw 5.000 tieners zijn bijgekomen die een abortus ondergingen. Wat doet dat met een samenleving en haar jeugd? Staat deze samenleving open voor kinderen? De afschuw na Dendermonde laat zien dat mensen heel veel van hun kinderen houden. Maar de beschermwaardigheid van een kind voor het geboren is, ligt anders. Het kind moet gewenst zijn en onverwacht is vaak ongewenst. Het leven van het kind hangt af van de situatie. Zo betekent een slippertje vaak een doodvonnis voor het kind. Moeten wij ons daarbij geen vragen stellen? Hoe gaan we daar als mens, als christen mee om?

De overheid investeert zwaar in preventie van tienerzwangerschappen. De gratis pil voor tieners kostte in 2008 zes miljoen euro. Abortus verminderen door anticonceptie, is een beginsel dat niet ter discussie staat. Toch stellen we jaar na jaar vast dat het niet werkt. Alfred Kinsey wist dat al in 1958. Door het massaal gebruik van anticonceptie ontstaat immers een mentaliteitswijziging. Dat merkte ook Trees Dehaene, de voorzitster van de evaluatiecommissie abortus, op bij de voorstelling van het vorige rapport in 2006.

Vruchtbaarheid en seksualiteit werden sinds de jaren 1960 steeds meer van elkaar losgekoppeld. We willen seksueel actief zijn, maar geen ongewenst kind krijgen. De pil biedt schijnbaar die garantie, als ze faalt volgt vaak een abortus. Alles moet perfect onder controle blijven. We willen ook geen gehandicapt kind. De genetische centra sporen handicaps op en laten ouders dan kiezen voor… abortus, soms tot vlak voor de geboorte. Kunnen we verder gaan zoals we bezig zijn? Moeten we waarden als eerbied en respect voor iedereen zonder uitzondering niet doorgeven aan onze kinderen? Hoe laten we hen verantwoordelijkheid nemen?

De aanbevelingen van de commissie pleiten voor een mentaliteitswijziging door jongens en meisjes vertrouwd te maken met hun vruchtbaarheid. Feministe Germaine Greer meent dat een meisje weerbaarder wordt als ze haar eigen vruchtbaarheid leert (h)erkennen. Zo kan ze samen met haar vriend haar verantwoordelijkheid voor een eventueel kind bewuster opnemen. Met evenveel energie en middelen als nu aan contraceptie worden besteed, kunnen we jongeren op een persoonlijke manier vruchtbaarheidsbewustzijn aanleren. Dat moet gebeuren door getrainde mensen met ervaring, op basis van een methode die haar deugdelijkheid heeft bewezen in ‘peer reviewde’ wetenschappelijke artikelen. Alleen zo is kwalitatief werk mogelijk. Jongeren willen eerlijkheid in de beleving van wie hun onderricht. De overheid kan structuren opzetten en de bestaande expertise ondersteunen om de verspreiding te verbeteren. De commissie suggereert in haar verslag dat die voorwaarde eerst moet vervuld zijn vooraleer informatiecampagnes over geboorteregeling van welke aard ook, vruchten kunnen afwerpen. Gaat de overheid dat ook hard maken?

Overgenomen met toestemming van Tertio.