Katholieke Stichting Medische Ethiek
6 september 2013

Arts gaat te snel over tot IVF

VUmc, 6 september 2013

Artsen kunnen paren met een onvervulde kinderwens vaak moeilijk overtuigen om te wachten met een vruchtbaarheidsbehandeling, ook al is dat meestal verstandiger.

Dit concludeert gynaecoloog in opleiding Noortje van den Boogaard in haar proefschrift ‘Tailored Expectant Management in Reproductive Medicine’. Voor een kwart van de paren met een onverklaarde onvervulde kinderwens is de kans om spontaan zwanger te worden even groot als met een vruchtbaarheidsbehandeling.

Richtlijn
De richtlijn van de beroepsvereniging van gynaecologen (NVOG) adviseert een afwachtend beleid van zes tot twaalf maanden geadviseerd bij paren met een goede kans op natuurlijke conceptie. In de praktijk hebben artsen hier echter moeite mee, blijkt uit het onderzoek.

Weinig vertrouwen
Paren die bij de gynaecoloog aankloppen, hebben weinig vertrouwen in de kans op natuurlijke conceptie. Bovendien hebben ze verkeerde verwachtingen van het eerste consult. Patiƫnten begrijpen de reden van het afwachtend beleid niet en overschatten de slagingspercentages van vruchtbaarheidsbehandelingen.

Rol arts
Artsen op hun beurt vinden het lastig patiƫnten te overtuigen dat vroege behandeling weinig meerwaarde heeft. Verder is de de kennis van sommige artsen niet up-to-date en niet alle artsen zijn het eens met de richtlijn van het NVOG. Fertiliteitartsen leven het afwachtend beleid beter na dan gynaecologen.

Verbetering
Van den Boogaard vindt de uitkomst van haar onderzoek zorgelijk. Maar er is ruimte voor verbetering, stelt ze: ‘Mijn onderzoek laat zien dat een gebrek aan goede communicatie en informatie de reden van deze overbehandeling.’