Katholieke Stichting Medische Ethiek
17 mei 2024

Deskundige waarschuwt voor ‘trans-trend’ onder meisjes

Katholiek Nieuwsblad, 28 maart 2024

De gerenommeerde Oostenrijkse jeugdpsychiater Bettina Reiter waarschuwt voor een ‘trans-trend’ onder jongeren, aangewakkerd door sociale media. Zij hekelt het idee van ‘genderbevestigende zorg’, gebaseerd op een twijfelachtig Nederlands onderzoek, dat vaak leidt tot onomkeerbare medische ingrepen.

Vooral meisjes voelen zich niet thuis in hun eigen lichaam, legt Reiter uit in een recent artikel van het Instituut voor Medische Antropologie en Bio-ethiek (IMABE). Zij lijden aan een negatief lichaamsbeeld en verlangen ernaar om bij het andere biologische geslacht te horen.

Stijging van 4000 procent

Volgens Reiter is de sterke stijging van het aantal gevallen in Westerse landen “zeer zorgwekkend”.

De medisch specialist, die onlangs een wetenschappelijk dossier over het onderwerp schreef, noemt een stijging van 3000 tot 4000 procent in de afgelopen jaren.

80 procent meisjes

Genderdysforie – een aandoening waarbij mensen zich niet identificeren met hun biologische geslacht – is volgens de psychiater al bijna honderd jaar bekend.

In het verleden trof het echter vooral volwassen mannen, en kwam het extreem weinig voor, ongeveer 1 op de 10.000 mensen. Sinds een jaar of tien is er sprake van een geheel nieuwe ontwikkeling: genderdysforie komt tegenwoordig vooral voor bij kinderen en jongeren tussen de 10 en 25 jaar – en meer dan 80 procent daarvan zijn meisjes.

Gezonde borsten verwijderd

Reiter waarschuwt tegen onomkeerbare ingrepen zoals puberteitsremmers of chirurgische ingrepen. In “schokkend veel” gevallen worden gezonde borsten bij jonge vrouwen verwijderd.

‘Dutch Protocol’

Het hele idee van “genderbevestigende zorg” is gestoeld op twijfelachtige wetenschappelijke fundamenten, zegt zij. Het is gebaseerd “op één enkel onderzoek met slechts 55 deelnemers. Dit behandelprotocol, dat de blauwdruk werd voor transgenderbehandeling in de hele Westerse wereld, werd in 2006 in Nederland ontwikkeld en werd bekend als het ‘Dutch Protocol’”, aldus Reiter.

“Methodologisch is dit onderzoek op zijn zachtst gezegd zeer gebrekkig. Het is eigenlijk een raadsel hoe iedereen betrokken is geraakt bij dit behandelprotocol. Alleen al in de VS voeren momenteel 300 centra deze behandeling uit op jonge mensen – zonder enig wetenschappelijk bewijs.”

Afwachten werkt beter

Ze beveelt daarom psychotherapeutische behandeling aan om jongeren een “lichaamsvernietigende transitie” te besparen. “Naar mijn mening is genderdysforie vaak een gevolg of uiting van een reeds bestaande psychische aandoening”, benadrukt Reiter. Deze laatste zou daarom prioriteit moeten krijgen bij de behandeling.

Studies hebben ook aangetoond dat genderdysforie bij zo’n 90 procent van de jongeren vanzelf verdwijnt, en het beste kan worden behandeld met wat door therapeuten ‘watchful waiting’ wordt genoemd, ‘observerend afwachten’.


Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.


Ruime meerderheid Nederlandse artsen wil abortus uit het strafrecht

Medisch Contact, 12 maart 2024

Een ruime meerderheid van de artsen en geneeskundestudenten die de MC-poll invulden, wil dat het recht op abortus beter beschermd wordt en als zorg wordt beschouwd in plaats van een misdrijf. ‘Medisch gezien willen we ook niet terug naar breinaaldabortussen.

Lees de reacties van COMECE en de Pauselijke Academie voor het Leven


Presentatie “Leve de supermens! Adam en Eva 2.0”

Presentatie en evaluatie van de online bijeenkomst “Leve de supermens! Adam en Eva 2.0”, gehouden op 11 maart 2024, 20.00 u.


In de ogen van psychiaters is euthanasie een ‘onoplosbaar maatschappelijk probleem’

Katholiek Nieuwsblad, 7 maart 2024
door Hendriëlle de Groot

Steeds meer mensen krijgen euthanasie vanwege ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden, wat breed wordt uitgemeten in de media. Vier psychiaters vertellen over hun worsteling met dit precaire thema en de beperkingen van het systeem.

Zorgvuldig weegt de Vlaamse psychiater Dirk De Wachter zijn woorden. “Het is moeilijk om er in de media over te spreken”, zegt hij over het euthanasievraagstuk. “Er is snel sprake van polarisatie: men is voor of tegen. Het wordt op weinig subtiele wijze gebracht.”

“Dit is een heel precair onderwerp, waar we in de beslotenheid van de consultatieruimte met veel geduld en voorzichtigheid proberen om begripvol te zijn, in plaats van de ramen open te zetten en met een megafoon te roepen of iemand wel of geen euthanasie mag.”

Ondraaglijk lijden

Nederland is een van de weinige landen ter wereld waar euthanasie vanwege psychisch lijden mogelijk is. Er moet sprake zijn van ondraaglijk lijden, wilsbekwaamheid, uitzichtloosheid en een weloverwogen verzoek om euthanasie. Een tweede psychiater moet het euthanasieverzoek beoordelen.

“Wij passen die criteria heel streng toe, strenger dan de wet het voorschrijft”, zegt De Wachter. “Als het gaat om psychisch lijden, wordt daar heel zorgvuldig over nagedacht.”

‘Vertrouwen in de medemens verloren’

In oktober en november 2023 was er in de media aandacht voor een zeventienjarig meisje dat euthanasie kreeg. “Jonge mensen maken neurobiologisch gezien nog een ontwikkeling door”, aldus De Wachter. In de instelling waar hij werkt, is de leeftijdsgrens om deze reden verhoogd naar 25 jaar, maar landelijk gezien is dat 18 jaar.

Een ander criterium is dat mensen minstens een jaar in zorg moeten zijn. Er geldt een tweesporenbeleid: parallel aan de euthanasieaanvraag loopt een zorgtraject. “We gaan er met grote bedachtzaamheid mee om. Dit mag nooit iets gewoons of evidents worden.”

De Wachter werkt al 35 jaar als psychiater en ziet welke ontwrichtende gevolgen een psychiatrische aandoening op iemands leven kan hebben. “Wat mij nog het meest treft, zijn mensen die op jonge leeftijd ernstig misbruikt zijn en alle vertrouwen in zichzelf en in de medemens verloren hebben. Zij zijn tot in het diepst van hun existentie geschonden. Dan kan euthanasie met heel veel nuance en voorzichtigheid overwogen worden.”

Oplossing

De Nederlandse psychiater en hoogleraar Jim van Os ziet het euthanasievraagstuk als een “onoplosbaar maatschappelijk probleem”. “In Nederland probeert men het met wetgeving te regelen. Dat is moeilijk, andere landen doen dat niet.”

“Zodra je een wettelijke mogelijkheid hebt, zien mensen dat als oplossing. Op een gegeven moment kan zo’n oplossing zich vastzetten in het hoofd van iemand die psychisch lijdt. De dood kan dan een vaste overtuiging worden”, zegt Van Os.

Hoe kun je als psychiater beoordelen of iemand uitzichtloos lijdt? “Dat is heel subjectief, je probeert daar samen uit te komen. Elk individueel geval is weer anders. We moeten accepteren dat niet alles is op te lossen met wetgeving”, vindt hij.

Tekortkomingen

Een euthanasieverzoek kan indirect het gevolg zijn van tekortkomingen in de zorg. “Ik zie een euthanasieverzoek vaak als bijverschijnsel van onze manier van werken.” Van Os noemt het voorbeeld van jonge meiden, die twintig therapiesessies krijgen voor hun eetstoornis en vervolgens twintig voor depressie. “Maar wat daaronder ligt, is dat relationele zorg niet beschikbaar is. Ze hebben behoefte aan menselijk contact en een herstelomgeving.”

Wat te vaak gebeurt, is dat de focus ligt op het uitroeien van de symptomen, bijvoorbeeld het bereiken van een gezond gewicht bij iemand die lijdt aan anorexia. “Er wordt onvoldoende gekeken naar de existentiële vraag die eronder ligt. We hebben de zorg tot een ’technisch product’ gemaakt. Onder invloed van de marktwerking komen mensen in de knel. Ze vinden het bestaan niet meer de moeite waard.”

Van Os vindt dat er meer moet worden gekeken naar hoe mensen een zinvol bestaan kunnen opbouwen. “Er wordt altijd naar euthanasie gekeken door een medische bril. Nergens wordt gekeken of die persoon een behandeling heeft gehad in een setting waar hoop en lotgenotencontact zijn.”

‘Verlossen’

Ook psychiater Esther van Fenema worstelt met het thema euthanasie. “Je merkt dat de druk vanuit de samenleving groot is om te ‘verlossen’. Het is een erg ingewikkelde kwestie. Het maakt mij verdrietig. Ga liever je energie steken in het behandelen van die mensen”, zegt ze.

Over de toegenomen media-aandacht: “Het ‘promoten’ van die uitgang, of eigenlijk het etaleren van de behandelrichtlijn, vind ik heel treurig. Ik denk dat we met elkaar deze ongelooflijk moeilijke besluitvorming moeten afwegen, het met elkaar moeten dragen.”

Het is moeilijk om zicht te krijgen op de oorzaken van het toenemend aantal patiënten dat euthanasie krijgt. Van Fenema denkt dat de lange wachtlijsten voor bijvoorbeeld behandeling van complexe PTSS (posttraumatische stressstoornis) ervoor kunnen zorgen dat mensen het niet meer zien zitten.

“Als dit in de oncologie zou spelen, bijvoorbeeld lange wachtlijsten voor kinderen met kanker, zou de wereld te klein zijn. Er is onvoldoende onderzoek gedaan naar de vraag of mensen verwijtbaar komen te overlijden door onvoldoende zorg, maar het heeft wel verband met elkaar”, aldus Fenema.

‘Riskant en gevaarlijk’

Net als Esther van Fenema maakt ook psychiater Frank Koerselman zich grote zorgen om de euthanasiepraktijk in Nederland. Hij is fel tegenstander van euthanasie in de psychiatrie.

“Een hellend vlak is er sowieso”, zegt hij. “Je moet het als arts niet doen, klaar. Dan kom je ook niet in de twijfels terecht. Ik heb in de 35 jaar dat ik psychiater ben, heel ernstige patiënten behandeld, en meer dan eens gedacht: dat komt nooit meer goed. Maar dan kwam het uiteindelijk toch vaak goed.”

‘Geromantiseerd’

“De wind die er waait in de psychiatrie is buitengewoon riskant en gevaarlijk”, vervolgt Koerselman. “Psychiaters denken regelmatig dat ze God zelf zijn. Ze krijgen een grootheidsgevoel dat zij dit mogen doen. De artsen die dit doen, lijken er een soort bevrediging aan te ontlenen die ik afschuwelijk vind. Het wordt geweldig geromantiseerd, er worden soms zelfs hele plechtigheden gehouden.”

Een euthanasieverzoek is niet alleen heel moeilijk te beoordelen; je kunt ook aan het oordeelsvermogen van psychiaters twijfelen, vindt hij. “Psychiatrische ziektes houden in dat mensen door verstoorde gedachten of emoties de situatie niet meer goed overzien. Suïcidaliteit is een belangrijk aspect. Bij suïcidaliteit treedt er bijna altijd bewustzijnsvernauwing op. Ik denk niet dat voldoende psychiaters in staat om zijn dat goed te beoordelen.”

‘Morele chantage’

Het argument ‘moeten mensen dan zo erg lijden?’, dat vaak wordt aangehaald door voorstanders, noemt hij ‘morele chantage’. Ook met het argument dat het lijden verzacht wordt door de euthanasiedood, heeft hij grote moeite. “Psychiaters moeten dat lijden verzachten door bij hun patiënt te blijven, in plaats van die te doden.”

Over de toekomst is hij heel somber gestemd. “Ik strijd al 25 jaar vergeefs tegen deze ontwikkeling. Ik heb familieleden gesproken die het niet eens waren met de euthanasie van een geliefde, maar erbuiten worden gehouden. Hun twijfels worden overstemd. Dat is vreselijk.”

Hij ziet dat de grenzen worden opgerekt. “Elke keer als je denkt: nu is de grens bereikt, dan gaat het nog verder. Het heeft te maken met secularisatie: God en gezag zijn weggevallen, het individu mag het leven bepalen. Er zijn zelfs handboeken over hoe je zelf uit het leven moet stappen.”

Complex probleem, complexe oplossing

Hoe verschillend de opvattingen van psychiaters ook zijn, hun worsteling met het euthanasievraagstuk is duidelijk. Ze lopen aan tegen de beperkingen van het systeem, de marktwerking en de lange wachtlijsten.

Is het tij nog te keren, kan er iets worden gedaan om te voorkomen dat deze trend van het stijgend aantal mensen dat euthanasie krijgt zich doorzet? “De oplossing is heel complex, want het is een complex probleem”, aldus Van Fenema.

“Belangrijk is dat er aan de poort goede diagnostiek wordt gedaan, en dat de financiering op de schop gaat. Zodat er niet de prikkel is om alleen lichte problematiek te behandelen.”

Niet blindstaren op doelmatigheid

Van Os benadrukt de noodzaak van menselijke verbinding. Volgens hem moet de samenleving zich niet blindstaren op de doelmatigheid van behandelingen. “We leven in een controlesamenleving waarin alles maakbaar en meetbaar is. Er zou meer aandacht moeten komen voor verbinding, zodat mensen het leven de moeite waard vinden.”

De Wachter zat in de werkgroep ‘crustatieve zorg’, een vorm van langdurige zorg in België voor mensen met ernstige psychisch lijden. “We moeten mensen met de beste zorg omringen, ook als ze achteruit gaan, wat in sommige diagnostische categorieën zo is. De goede zorg is espoir sans espérance: we blijven hopen, ook als er geen hoop is op verbetering of perspectief.”

Bij een kleine minderheid van de patiënten is dat zo, bijvoorbeeld vanwege schizofrenie, of omdat zij ernstig beschadigd zijn door trauma’s.

“Euthanasie mag nooit een goedkope mogelijkheid zijn om op langdurige zorg te bezuinigen; dat is een verschrikking. We moeten mensen die ‘uitbehandeld’ zijn, wat een verschrikkelijk woord is, toch blijven helpen en ondersteunen met alle mogelijkheden en onmogelijkheden die er zijn.”


Euthanasie bij psychisch lijden komt steeds vaker voor. In 2021 kregen 115 patiënten euthanasie wegens psychisch lijden. In 2019 waren dit nog 68 patiënten. Euthanasie en hulp bij zelfdoding mogen alleen als deze zes eisen uit de wet van toepassing zijn:

  1. Vrijwillig en weloverwogen. De vraag moet vanuit de patiënt zelf komen, zonder druk van buitenaf.
  2. Uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Er is spraken van uitzichtloosheid als de patiënt niet meer kan genezen, onnodig lijdt en dit niet verminderd kan worden. Bij ‘ondraaglijk lijden’ gaat het vooral over hoe de patiënt dit ervaart. De arts moet zich in kunnen leven in de patiënt en diens lijden.
  3. Informeren over de situatie en de vooruitzichten.
  4. Geen redelijke andere oplossing om het lijden te verminderen. De arts moet samen met de patiënt besluiten dat er geen redelijke andere oplossing is voor de situatie van de patiënt.
  5. Raadplegen van een onafhankelijke arts, die de patiënt ziet en beoordeelt of de arts zich heeft gehouden aan de zorgvuldigheidseisen.
  6. Medisch zorgvuldige uitvoering.


Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.


Frankrijk verankert abortus in grondwet, huiver bij bisschoppen en Vaticaan

Katholiek Nieuwsblad, 5 maart 2024
door Luuk van den Einden

Frankrijk heeft als eerste land ter wereld abortus als een grondwettelijk recht aangewezen. De bisschoppen van het land en het Vaticaan benadrukken daarop dat “er geen sprake kan zijn van het ‘recht’ om een mensenleven te beëindigen”.

Op maandag ging het Franse parlement akkoord met een wetsvoorstel dat abortus in de grondwet aanwijst als een recht. 92 procent van de parlementariërs stemde voor het voorstel, dat daarmee definitief werd aangenomen. Frankrijk is daarmee het eerste land dat abortus als een grondwettelijk recht bestempelt.

‘Aanval op menselijk leven’

Sinds de jaren zeventig is abortus in het land toegestaan. Met de wetswijziging wordt artikel 34 van de Franse grondwet aangepast. Daaraan wordt toegevoegd dat ‘de vrijheid van vrouwen om een abortus te ondergaan’ gegarandeerd is.

Vorige week werd het voorstel ook al door de Franse senaat aangenomen. De Franse bisschoppenconferentie gaf daarop in een verklaring aan dat abortus “een aanval op het menselijk leven blijft” en dat de kwestie “niet alleen vanuit het perspectief van vrouwenrechten bekeken kan worden”.

Vasten en gebed

In hun verklaring erkennen de bisschoppen dat bepaalde moeilijkheden vrouwen kunnen aanzetten tot een abortus, maar tegelijkertijd noemen ze het spijtig dat “steunmaatregelen voor vrouwen die hun kind willen houden” niet in het voorstel besproken zijn. In de verklaring benadrukken de bisschoppen hun nabijheid met “ouders die besluiten hun kind te houden”.

De Franse bisschoppenconferentie had op de dag van de stemming opgeroepen tot vasten en gebed, in de hoop dat dat tot een afwijzing van het wetsvoorstel zou leiden. Ze herhalen nogmaals dat de grondwet “juist de rechten van vrouwen én kinderen centraal zou moeten stellen”.

‘Geen ideologie’

Op maandag publiceerde ook de Pauselijke Academie voor het Leven een verklaring, waarin het Vaticaanse orgaan zijn stem schaarde bij de oproep van de Franse bisschoppenconferentie. “In dit tijdperk van universele menselijke rechten kan er geen sprake zijn van het ‘recht’ om een mensenleven te beëindigen”, aldus de verklaring.

Met een verwijzing naar woorden die paus Franciscus eerder heeft uitgesproken, legt de Pauselijke Academie uit dat “de bescherming van het leven geen ideologie is, maar een menselijke realiteit die alle christenen aangaat – juist omdat zij christenen en mensen zijn”.

“Alle overheden en geloofsgemeenschappen wereldwijd zouden zich moeten inzetten om de bescherming van het leven een prioriteit te maken. Er moeten concrete stappen gezet worden om vrede en sociale gerechtigheid te bevorderen en om toegang tot basisbehoeften, onderwijs en zorg te verzekeren.”


Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.


PAV en Frankrijk: abortus kan geen grondrecht zijn

France. Declaration of the Pontifical Academy for Life. Regarding the inclusion in the French Constitution of the guarantee of freedom for women who have abortions, the Pontifical Academy for Life supports the position of the French Bishops’ Conference.

On Feb. 29, the French Bishops’ Conference reiterated that “abortion, which remains an attack on life from the very beginning, cannot be viewed exclusively from the perspective of women’s rights. We regret that the debate initiated did not mention support measures for those who would like to keep their child.”

The Pontifical Academy for Life reiterates that precisely in the age of universal human rights, there can be no “right” to suppress a human life.

The Pontifical Academy for Life appeals to all governments and all religious traditions to give their best so that at this stage of History, the protection of life becomes an absolute priority, with real steps in favor of peace and social justice, with effective measures for universal access to resources, education, health. The specific life situations and difficult and dramatic contexts of our time must be addressed with the tools of a legal civilization that looks first to the protection of the weakest and most vulnerable.

The protection of human life is the first goal of humanity and can only develop in a world free of conflict and divisions, with science, technology, and industry serving the human person and fraternity.

For the Catholic Church “to defend life is not an ideology. It is a reality; a human reality which involves all Christians, precisely because they are Christian and because they are human.” (…) “it is a case of taking action on the cultural and educational level in order to transmit to future generations, the attitude of solidarity, care and welcome, in the full knowledge that the culture of life is not the exclusive heritage of Christians, but rather belongs to all those who, working to build fraternal relationships, recognize the value of each person, even when they are fragile and suffering.” (Pope Francis, General Audience March 25, 2020).

Vatican City, March 4, 2024


Gender-ideologie: een groot gevaar

Address to participants in the international conference “Man-Woman: image of god. Towards an anthropology of vocations”

Pope Francis
1 March 2024

Good morning! I will ask for my address to be read, so I don’t get too tired; I still have a cold and I get tired reading for a while. But I would like to highlight something: it is very important for there to be this encounter, this encounter between men and women, because today the worst danger is gender ideology, which cancels out differences. I asked for studies to be made on this ugly ideology of our time, which erases differences and makes everything the same; to erase difference is to erase humanity. Man and woman, on the other hand, stand in fruitful “tension”. I remember reading a novel from the early 1900s, written by the son of the Archbishop of Canterbury: The Lord of the World. The novel speaks of the futuristic and it is prophetic, because it shows this tendency to erase all differences. It is interesting to read it, if you have time, because there are these problems of today; that man was a prophet.

Brothers and sisters!
I am pleased to participate in this Conference organized by the Centre for Research and Anthropology of Vocations, during which scholars from various parts of the world, each with their his or her own expertise, will discuss the theme “Man-Woman: Image of God. Towards an anthropology of vocations” I greet all the participants and thank Cardinal Ouellet for his words: we are not yet saints, but we hope to be always on the way to becoming one – this is the first vocation we have received! And thank you above all because, a few years ago, together with other influential people and seeking an alliance of knowledge, you set up this Centre to initiate international academic research aimed at an ever better understanding of the meaning and importance of vocations, in the Church and in society.

The purpose of this Conference is first and foremost to consider and value the anthropological dimension of every vocation. This refers us to an elementary and fundamental truth, which we need to rediscover in all its beauty: the life of the human being is vocation. Let us not forget this: the anthropological dimension, which underlies every calling within the community, which is associated with an essential characteristic of the human being as such: namely, that man himself is vocation. Every one of us, both in the big decisions regarding a state of life, and in the numerous occasions and situations in which these are embodied and take shape, discovers and expresses him- or herself as one who is called, as a person who is realized in listening and answering, sharing one’s own being and one’s own gifts with others for the common good.

This discovery makes us come out from the isolation of a self-referential ego, and it makes us look at ourselves as a relational identity: I exist and live in relation to those who generated me, to the reality that transcends me, to others and to the world that surrounds me, with respect to which I am called to embrace a specific and personal mission with joy and responsibility.

This anthropological truth is fundamental because it responds fully to the desire for human realization and happiness that dwells in our heart. In today’s cultural context, at times this reality tends to be forgotten or obscured, with the risk of reducing the human being to his or her material needs or primary requirements alone, as if he or she were an object without conscience or will, simply swept along by life as part of a mechanical gear. Instead, man and woman are created by God and are the image of the Creator; that is, they carry within themselves a desire for eternity and happiness that God Himself has sown in their hearts, and which they are called to realize through a specific vocation. Therefore, a healthy inner tension dwells within us, which we must never stifle: we are called to happiness, to the fullness of life, to something great to which God has destined us. The life of each one of us, no-one excluded, is not incidental; our being in the world is not merely the fruit of chance, but rather we are part of a plan of love and are invited to come out of ourselves and fulfill it, for ourselves and for others.

For this reason, if it is true that each one of us has a mission, namely to offer one’s own contribution to improve the world and forge society, I like always to remember that it is not an external task entrusted to our lives, but a dimension that involves our very nature, the structure of our being man-woman in the image and semblance of God. Not only has a mission been entrusted to us, but each one of us is a mission: “I am a mission, always; you are a mission, always; every baptized man and woman is a mission. People in love never stand still: they are drawn out of themselves; they are attracted and attract others in turn; they give themselves to others and build relationships that are life-giving. As far as God’s love is concerned, no one is useless or insignificant” (Message for World Mission Day 2019).

An eminent intellectual and spiritual figure, Cardinal Newman, has illuminating words on this. I quote some of them: “I am created to do something or to be something for which no one else is created; I have a place in God’s counsels, in God’s world, which no one else has; whether I be rich or poor, despised or esteemed by man, God knows me and calls me by my name. God has created me to do Him some definite purpose; He has committed some work to me which He has not committed to another. I have my mission… Somehow I am necessary for His purposes”. And he continues: “[God] has not created me for naught. I shall do good, I shall do His work; I shall be an angel of peace, a preacher of truth in my own place, while not intending it, if I do but keep His commandments and serve Him in my calling” (J. H. Newman, Meditations and Devotions).

Brothers and sisters, your research, your studies and in particular these opportunities for exchange are so necessary and important, in order to spread awareness of the vocation to which every human being is called by God, in various states of life and thanks to his or her many charisms. They are equally useful for questioning today’s challenges, the current anthropological crisis and the necessary promotion of human and Christian vocations. And it is important that an increasingly effective circularity between the various vocations be developed, also thanks to your contribution, so that the works that flow from the lay state of life in the service of society and the Church, together with the gift of the ordained ministry and consecrated life, may contribute to generating hope in a world over which heavy experiences of death loom.

Generating this hope, placing oneself in the service of the Kingdom of God for the construction of an open and fraternal world is a task entrusted to every man and woman of our time. Thank you for the contribution you give in this regard. Thank you for your work in these days. I entrust it to the Lord in prayer, by the interession of Mary, Icon of the vocation and Mother of every vocation. And please, you too, do not forget to pray for me.

Words of the Holy Father at the end of the reading of the address

I wish you all the best in your work! And do not be afraid of these rich moments in the life of the Church. The Holy Spirit asks something important of us: fidelity. But fidelity requires motion, and fidelity often leads to taking risks. “Museum fidelity” is not fidelity. Go forward with the courage to discern and to risk, in search of God’s will. I wish you the best. Take courage and keep going, without losing your sense of humour!


Financieel jaarverslag 2023

Financieel jaarverslag over het jaar 2023.


FEAMC 2024 meeting: Professional and ethical challenges in medicine during war

Bijeenkomst van de FEAMC Board met het symposium “Professional and ethical challenges in medicine during war”, Ðakovo, Kroatië, 30 mei – 2 juni 2024.

Het symposium is voor iedereen toegankelijk.

Informatie over het programma en inschrijving


Bewust stoppen met eten en drinken ‘doodnormaal’? Nee!

Katholiek Nieuwsblad, 14 februari 2024
door Astrid Broeders en Jeanette Pasma, palliatief verpleegkundigen in Hospice Rozenheuvel te Rozendaal

Bewust stoppen met eten en drinken voor een zelfgekozen levenseinde wordt de maatschappij binnengebracht als iets goeds. Een gelovig tegengeluid mag niet ontbreken.

Waarschijnlijk heeft u het een en ander meegekregen over de nieuwe ontwikkelingen in ons land, waarbij bewust stoppen met eten en drinken wordt gebracht als een ‘goede’ manier om te sterven.

In januari is de hernieuwde richtlijn hierover uitgebracht, die onderschreven is door artsenfederatie KNMG en een aantal beroepsverenigingen. Heel laagdrempelig komt dit gedachtegoed als iets ‘goeds’ binnen in de medische wereld.

Wat opvalt is dat het proces beschreven wordt als ieder ander ziektebeeld dat leidt tot de dood, terwijl het toch principieel iets anders is. Het bewust stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen wordt in de handreiking gelijkgesteld met het weigeren van een behandeling. Daarnaast wordt er benadrukt dat er een verschil is tussen (hulp bij) zelfdoding en iemand bijstaan die bewust stopt met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen.

Zorgelijke toename

In ons hospice, waar nadrukkelijk geen ruimte is voor euthanasie, zien we een zorgelijke toename van mensen die bewust willen stoppen met eten en drinken om zo het leven snel te beëindigen. Een terminaal zieke gaat vanzelf minder eten en drinken, omdat het lichaam dat niet meer verdraagt. Dit is een natuurlijk proces.

In deze nieuwe ontwikkeling is er iets anders aan de orde. De mensen die worden opgenomen omdat ze stoppen met eten en drinken doen dit meestal vanwege psychisch lijden, vanwege eenzaamheid of uit wanhoop, maar zijn op dat moment niet terminaal ziek.

Daarbij wordt alleen onderbelicht hoe zwaar deze weg in feite is. In de praktijk is het een langzaam en pijnlijk proces waarbij de persoon vaak ook verward raakt en niet kan vasthouden aan de eigen keuze.

Onnatuurlijk proces

Verpleegkundigen die werkzaam zijn in een hospice hebben gekozen voor dit mooie beroep om mensen te begeleiden die terminaal ziek zijn. Het is een plek waar het leven tot de laatste dag geleefd wordt en gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven.

Dat is fundamenteel iets anders dan mensen begeleiden die zelf kiezen voor een onnatuurlijk en versneld proces van overlijden. Cicely Mary Sounders, de oprichtster van de moderne hospicebeweging, zegt het volgende: “Je doet ertoe omdat jij jij bent, en je doet ertoe tot het einde van je leven. We zullen er alles aan doen om je niet alleen te helpen om vredig te sterven, maar ook om te leven tot je dood.”

Het meest zorgelijk is dat wij in feite zorg onthouden en het beleid ‘niet in de waarheid’ is. Dat klinkt heel veroordelend, maar wij zien het volgende gebeuren: mensen krijgen vreselijke dorst en gaan toch om drinken vragen.

Als je de keuze van deze persoon wilt respecteren, dan blijf je hem voorhouden dat hij wilde stoppen met eten en drinken en dat jij hem moet helpen om het vol te houden. Maar iemand die om drinken vraagt, wil je niets weigeren. Je hoort hier Jezus zeggen: “Ik had honger en jij gaf Mij te eten, ik had dorst en jij gaf Mij te drinken…”

Lijden opheffen

Op een gegeven moment wordt het lijden zó intens dat artsen het acceptabel vinden om te starten met palliatieve sedatie. Om daarmee te starten, moet er echter een ‘refractair symptoom’ zijn (waarbij de behandeling niet effectief is en/of gespaard gaat met onaanvaardbare bijwerkingen, red.). Als mensen stoppen met eten en drinken is er géén sprake van een refractair symptoom. Het lijden kan namelijk worden opgeheven als mensen weer gaan drinken.

Mensen die bewust stoppen met eten en drinken hoeven niet het ingewikkelde traject van een euthanasie-aanvraag te volgen. Het is een autonome keuze, er is geen medisch oordeel nodig maar dat vraagt wel om medische en verpleegkundige ondersteuning.

Hiermee plaats je verpleegkundigen en artsen voor een ethisch dilemma waarin keuzes van de persoon strijdig zijn met onze waarden en normen. De noodzaak is groot dat de Kerk een tegengeluid laat horen.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.