Katholieke Stichting Medische Ethiek
10 november 2017

Autonomie en afhankelijkheid

Niemand is ooit ‘klaar’ met leven!

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 10 november 2017
door Erik Borgman

Stop met denken dat autonomie en afhankelijkheid elkaar uitsluiten. Wij zijn pas autonoom als we de zekerheid hebben bemind te worden, en het is onze taak elkaars hoop daarop te bevestigen.

Sinds een half jaar ben ik tijdelijk van zorg afhankelijk. De organisatie hiervan wordt gelukkig meestal door de thuiszorg gedaan. Dat er voor je gezorgdwordt, wordt doorgaans geassocieerd met gebrek aan autonomie, maar het geeft mij juist het gevoel greep op mijn leven te hebben. Meestal wordt zelf en mondig voor je eigen belang opkomen geassocieerd met autonomie, maar als ik zelf mijn eigen zorg moet organiseren, voel mij ik mij diep afhankelijk van een systeem dat mij de maat neemt op basis van criteria die ik niet doorzie. De inspanning ons rechten te geven op zorg, leidt tot de ervaring onderworpen te zijn aan willekeur.

Niet afhankelijkheid, maar onderworpen zijn is het tegenovergestelde van autonomie. Dat wij afhankelijk zijn van voedsel, water en zuurstof, tast onze autonomie niet aan. Dat wij niet kunnen leven zonder anderen, zonder gezelschap dat ons ziet en waardeert en waarvoor het uitmaakt dat wij er zijn: dat hoort bij wie wij zijn. Menselijke autonomie kan alleen autonomie in en met deze vormen van afhankelijkheid zijn.

Klopt dat wel?
Vaak zeggen mensen bang te zijn ‘de controle te verliezen’. Ze bedoelen: als ze oud en ziek worden, als hun lichaam het laat afweten en hun geest langzaam in de mist verdwijnt. Ze gebruiken controleverlies als motivering om hoe dan ook de controle terug te willen nemen: ‘Ik wil er zelf een einde aan kunnen maken, al zal ik dat misschien nooit doen.’ Maar is die controle geen illusie die bestaat bij de gratie van de ontkenning van alles waarover ik nooit controle gehad heb? Doe ik mijn partner en mijn kinderen wel recht als ik hun gedrag tegenover mij meen te controleren? Heb ik niet heel veel kostbare geschenken niet herkend, omdat ik ze zag als effect vanmijn controle? Klopt de vooronderstelling wel dat wij de omstandigheden en de gang van zaken moeten controleren wil er iets goeds gebeuren? Leven wij niet veeleer van een genadige welwillendheid die zich overal doet gelden? En die ons telkens weer de mogelijkheid biedt het leven als goed te ontvangen en mee vorm te geven?

Zonder controle leven
Het is verstandiger te leven zonder de illusie van controle. We hebben die niet en wat je niet hebt, kun je ook niet verliezen. Wij zouden zonder controle ons eigen leven, elkaars leven, vorm moeten geven met alle mogelijkheden, maar ook binnen de grenzen en beperkingen die erbij horen. We zouden weer kunnen leren samenwerken met wat we nu vaak als beperkingen zien, en onze afhankelijkheid leren zien als aanleiding tot verbinding met anderen, ons tekort als mogelijkheid geschenken te ontvangen, ons onvermogen als aanleiding om verbindingen aan te gaan.

Onheilspellend
De nadruk die premier Mark Rutte onlangs legde op ‘de gewone, normale Nederlanders’ klonk tamelijk onheilspellend. Het suggereert dat wij met de mond belijden dat elk menselijk leven ons evenveel waard is, maar dat we dat niet menen. Echte mensen zijn normale mensen: mensen die zich gedragen op een manier die wij herkennen, die een bijdrage aan de samenleving leveren op een manier die wij ons kunnen voorstellen, mensen vooral die ons beeld van wat het is om te leven niet verontrusten. Maar wat met al die ouderen en chronisch zieken die zich afvragen of hun bestaan nog zinvol is en geen last voor anderen? Alsof wij voldoende moeten opleveren om de investering waard te zijn. We praten over een onvervreemdbaar recht op leven, maar geloven er klaarblijkelijk zelf niet in. Niet voor anderen en niet voor onszelf.

Elk leven de moeite waard
In deze situatie moeten we militant zeggen: niemand is ooit klaar met leven! Al wil iemand alleen nog maar dood, dan dient dat sterven een menswaardige vorm te krijgen en sterven, dat is een deel van het leven. Dit is de diepste achtergrond van de terughoudendheid van de Kerk over het verhaasten van de dood: elk leven, in elk stadium, is leven en is de moeite waard, want het drukt de goedheid van de God van het leven uit. Dat je je leven niets meer waard vindt, betekent niet dat het dat niet is. Het is een feit dat mensen zeggen dat ze een verspilling van geld, zorg of ruimte zijn. Dit feit moeten we serieus nemen, maar we kunnen dat oordeel niet overnemen. Niemand is ooit klaar met leven, tot het leven is geëindigd.

Liefde en verbondenheid
Hou toch op met roepen dat we niet bang zijn, dat er niets is om bang voor te zijn. Laten we toegeven dat we bang zijn: om de controle te verliezen, om onszelf te verliezen, omwat wij als leven hebben leren beschouwen te verliezen. Dan kunnen we misschien vanuit en met onze angst waarachtig leren leven.

Niet als de zoveelste plicht of te leveren prestatie. Die vrezen de mensen juist het meest, en zijn de ware achtergrond van het verlangen de dood in eigen hand te hebben: ‘Ik kan dit niet aan, ik kan dit niet alleen, dus dokter, laat me niet in de steek.’ De Vlaamse jezuïet Marc Desmet heeft laten zien hoe de vraag naar euthanasie vaak een vraag is naar stervenshulp, of beter: naar levenshulp in de stervensfase. Deze vraag moeten wij als samenleving serieus nemen. Wie de weg van liefde en verbondenheid gaat, blijft niet verweesd achter, maar wordt door die liefde en verbondenheid gedragen.

Wij houden elkaar in leven
Wij zijn pas autonoom als wij de zekerheid hebben bemind te worden en het is onze taak elkaars hoop daarop te bevestigen. Ik ben toch nog wel van waarde?, vragen mensen. Ik ben toch niet alleen? Nee, wij zijn er ook nog. Wij hebben een traditie vol ervaringen waarinmoeite en vreugde samengaan, waar pijn en verlies en het opgeven van elke illusie van controle tot ongekende mogelijkheden leidde. We moeten het daarbij niet mooier maken dan het is, en vrijwel alle levens zijn en blijven rafelig en onaf.

Maar wij houden elkaar in leven en zijn voor elkaar van betekenis tot en met het einde. Paus Franciscus sprak tot het Amerikaans Congres: “Als wij zekerheid willen, moeten wij zekerheid geven; als wij leven willen, moeten wij leven geven; als wij mogelijkheden willen, moeten wij mogelijkheden beschikbaar stellen.” En als wij autonomie willen, dan moeten wij autonomie geven en mede opbouwen te midden van de ons gegeven omstandigheden.

Dit essay is een ingekorte versie van de lezing die Erik Borgman op 2 november hield tijdens het Allerheiligenberaad in Utrecht.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.