Katholieke Stichting Medische Ethiek
12 december 2008

Belgische bisschoppen over “Dignitas Personae”

Presentatie door de persdienst van de Bisschoppenconferentie van België
Kerknet, 12 december 2008

In 1987 publiceerde de Congregatie voor de Geloofsleer de instructie* ‘Donum Vitae’ (De gave van het leven) over ethische kwesties rond de geboorte van het menselijk leven. De aanhoudende ontwikkeling van de biomedische wetenschap en de almaar nieuwe therapeutische mogelijkheden maakten een nieuwe toelichting door het kerkelijke leergezag noodzakelijk.

Omwille van de technische complexiteit van de problematiek werd de tekst van de instructie mee opgesteld door de leden van de Pauselijke Academie voor het Leven en door gerenommeerde medische wetenschappers uit de hele wereld.

Doel van de instructie ‘Dignitas Personae’ is niét het veroordelen van mensen, maar allereerst nader toelichten en aan gewetensvorming doen (nr. 10). Achter heel wat medische handelingen waartegen de instructie zich kant, steken lovenswaardige bedoelingen: het medisch onderzoek vooruithelpen, tegemoetkomen aan de kinderwens van koppels e.a. Maar het bezield zijn met de beste bedoelingen volstaat niet om een ethisch wenselijke daad te stellen. Zoals de bisschoppen van België het in 2006 schreven: We horen vaak zeggen: ‘De medische techniek biedt de mogelijkheid en mensen kunnen ermee geholpen worden, dus waarom nog aarzelen?’ Ons antwoord daarop is dat niet alles wat technisch mogelijk is, daarom ook meteen moreel wenselijk is. Elke dag opnieuw verlegt de wetenschap de grenzen van de geneeskunde. Daar moeten we ons over verheugen, want vaak leidt dit tot nieuwe therapeutische mogelijkheden waardoor mensen onnodig lijden of ongemak bespaard wordt. Maar er bestaat toch ook een ethische grens aan de technologische vooruitgang: de waardigheid van de mens. Telkens de onvervreemdbare waarde van de mens in het gedrang komt, moet elke technische knowhow zijn grenzen erkennen. Als dat niet gebeurt, dan dreigt de mens – veelal zonder zich daarvan bewust te zijn – het slachtoffer te worden van zijn eigen kunnen. (‘De waardigheid van het kind en medische techniek’, Verklaring van de bisschoppen van België, juni 2006)

De instructie ‘Dignitas Personae’ herinnert eraan dat nieuwe medische technieken, om moreel aanvaardbaar te zijn, meerdere fundamentele waarden dienen te respecteren (nr. 12). Eerst en vooral, en boven alles, komt het erop aan het recht op leven en de fysieke integriteit van elk menselijk wezen te beschermen, en dat vanaf de conceptie tot aan de dood. Dat sluit meteen al elke medische handeling uit die het menselijke embryo behandelt als een simpel ‘biologisch weefsel’ dat men naar believen kan invriezen – wat heel wat ‘ouderloze’ embryo’s in een definitief onherstelbare, niet te rechtvaardigen situatie plaatst (nrs. 17 & 18) – en kan gebruiken voor onderzoek (nrs. 19 en 25-27). Hetzelfde geldt voor het elimineren van overtollige embryo’s in de baarmoeder (embryonale reductie) om het risico op meervoudige zwangerschap te verkleinen of het voorkomen dat embryo’s zich innestelen (nrs. 21-23). Of erger nog, het klonen of hybride maken van embryo’s (nrs. 28 en 31-33) … De verantwoordelijkheid van wie gestorven embryo’s gebruikt voor medische behandelingen blijft als zodanig reëel, maar kan gedifferentieerd worden al naar gelang van de situatie (nr. 35).

‘Dignitas Personae’ herinnert bovendien aan nog een ander criterium dat gerespecteerd moet worden: de eenheid van het huwelijk en het koppel. Dit impliceert het wederzijds respecteren van het recht van de partners om uitsluitend via elkaar vader en moeder te worden. Dat leidt ertoe elke vorm van bevruchting ‘in vitro’, waarbij een van beide donoren niet een van de partners van het koppel is (de zgn. heterologe bevruchting), af te keuren. De nieuwe instructie herneemt de argumentatie van ‘Donum Vitae’ en voegt eraan toe: met alle begrip voor de legitieme kinderwens van kinderloos gebleven ouders, maar op basis van diezelfde waarde moet ook de in-vitrobevruchting waarbij de gehuwden zelf de donoren zijn (homologe bevruchting) afgekeurd worden. Waarom? Eerst en vooral omdat deze techniek, met een slaagkans van een op drie pogingen (nr. 14) zo goed als onontkoombaar leidt tot het opofferen van embryo’s. En meer nog, omdat deze werkwijze – net als de intracytoplasmatische injectie van spermatozoïden (ICSI, nr. 17) of het invriezen van eicellen (nr. 20) – de voortplanting losmaakt van de huwelijksdaad, die daarvan een essentieel bestanddeel is. In de visie van de Kerk dient een kind geboren te worden uit de liefdesdaad van een echtpaar en niet het resultaat te zijn van een of andere manipulatie in ‘een proefbuisje’. De instructie legt verder uit: “De Kerk heeft begrip voor het rechtmatige verlangen naar een kind en begrijpt het lijden dat vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken bij koppels. Maar dat verlangen gaat evenwel niet boven de waardigheid van het menselijk leven” (nr. 16). Om te voldoen aan de kinderwens van de vele kinderloze koppels moedigt ‘Dignitas Personae’ het nemen van aangepaste wetgevende maatregelen aan die adoptie vergemakkelijken van de vele weeskinderen die op zoek zijn naar een warme thuis (nr. 13).

Tot besluit herinnert de instructie aan de diepere zin van het hele betoog over bio-ethische kwesties: “De ethische leer van de Kerk wordt soms verweten teveel te verbieden (…) maar achter elk ‘neen’ steekt, in het streven om het onderscheid te maken tussen goed en kwaad, een groot ‘ja’ aan de erkenning van de waardigheid en de onvervreemdbare waarde van elk menselijk wezen, persoonlijk en uniek, dat tot leven wordt geroepen” (nrs. 36 & 37).

* Een instructie is een document van de Romeinse Curie van leerstellige aard. Een instructie verandert voorgaande leerstellingen niet, maar legt die (beter) uit, actualiseert waar nodig en geeft aanwijzingen over de toepassingen.