Katholieke Stichting Medische Ethiek
2 mei 2024

Paus Benedictus XVI: ’Euthanasie: verkeerde oplossing en onwaardige daad’

RorateRorate, 2 februari 2009

Paus Benedictus XVI heeft zondag bij het angelusgebed euthanasie bestempeld als een verkeerde oplossing voor het drama van het lijden en als een onwaardige daad van de mens. De uitspraken van de paus lokten applaus uit bij gelovigen en pelgrims op het Sint-Pietersplein.

’Het ware antwoord is niet de dood, hoe zacht die ook is, maar te getuigen van liefde en te helpen om het lijden en de doodsstrijd te trotseren’, aldus de paus. ’Jezus heeft geleden en is op het kruis gestorven door liefde. Zo heeft Hij zin gegeven aan het lijden, zin die door vele mannen en vrouwen werd begrepen’, vervolgde de paus. Hij zegde zijn steun toe aan de Italiaanse Kerk die zich verscheidene keren uitgesproken heeft tegen het stopzetten van de voeding van een Italiaanse vrouw die al 17 jaar in coma verkeert.

Mgr. Angelo Bagnasco, de leider van de Italiaanse Kerk, bevestigde onlangs dat het stopzetten van voeding leidt tot onaanvaardbare euthanasie. Het Italiaanse Hof van Cassatie heeft half november beslist dat het voeden van een 37-jarige vrouw, die al 17 jaar een vegetatief leven lijdt na een auto-ongeval, mag stopgezet worden.

ZenitBenedict XVI: Euthanasia a “False” Solution
Says the Answer Is Love

Zenit, 1 februari 2009

Ending a person’s life is “false” solution to the problem of suffering, and one not worthy of human dignity, says Benedict XVI. After praying the Angelus today with those gathered in St. Peter’s Square, the Pope said that euthanasia is often a big temptation when one is suffering, but it’s not the answer. The answer, he said, is love.

Speaking on the Day for Life being observed in Italy, the Pontiff commented on the theme chosen by the Italian episcopal conference: “The Strength of Life in Suffering.” “I wholeheartedly join in their message in which we see the love of pastors for their people, and the courage to proclaim the truth, the courage to state with clarity, for example, that euthanasia is a false solution to the drama of suffering, a solution unworthy of man,” he said.

The Holy Father said the answer isn’t putting a person out of their misery, however “kindly” they do it, “but to bear witness to the love that helps us to face pain and agony in a human way.” “We are certain,” Benedict XVI affirmed, “no tear, whether it be of those who suffer or those who stand by them, goes unnoticed before God.”

The Pope entrusted those who are suffering and their caretakers to the Virgin Mary, who “carried in her mother’s heart the Son’s secret, she shared in the painful moments of the passion and crucifixion, sustained by the hope of the resurrection.”


Een mens in wording is geen puur materiële aangelegenheid

Verklaring van de Belgische bisschoppen
Kerknet, 9 januari 2009

Op 4 december laatstleden heeft de Kamer ingestemd met het ‘wetsontwerp inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek’. Eerder al had ook de Senaat het ontwerp goedgekeurd. Geen van beide stemmingen vond enige weerklank in de media. De bisschoppen vinden dat zij dit niet stilzwijgend aan zich kunnen laten voorbijgaan. Hierna volgt de integrale tekst van het persbericht.

Op de vergadering van de Bisschoppenconferentie van donderdag 8 januari hebben wij het wetsontwerp besproken. Het heeft tot doel de handel in materiaal van menselijke oorsprong te reglementeren. In artikel 2 van het ontwerp staat letterlijk: ‘Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder ‘menselijk lichaamsmateriaal’ elk lichaamsmateriaal, met inbegrip van menselijke weefsels en cellen, gameten, embryo’s, foetussen, evenals de substanties die eruit worden onttrokken, welke ook hun graad van bewerking is’.

Als wij lezen dat de Belgische wetgever een mens in wording – na 8 weken zwangerschap wordt een “embryo” een “foetus” – definieert als “menselijk lichaamsmateriaal” beschikbaar voor medisch onderzoek, dan wordt het ons koud om het hart. Het menselijke leven is onaantastbaar, van aan zijn oorsprong tot aan zijn natuurlijke einde. Alles wat het menselijke verzakelijkt, betekent een teruggang in het project van menselijke beschaving.

Misschien zullen sommigen opwerpen dat het doel van het wetsontwerp toch lovenswaardig is. Daarop moeten wij eens te meer antwoorden dat goede bedoelingen alleen niet volstaan om een moreel verantwoorde handeling te kunnen stellen. We schreven het eerder al in een verklaring uit 2006: “Niet alles wat technisch mogelijk is, is daarom ook meteen moreel wenselijk. Elke dag opnieuw verlegt de wetenschap de grenzen van de geneeskunde. Daarop moeten we ons verheugen, want vaak leidt dit tot nieuwe therapeutische mogelijkheden waardoor mensen onnodig lijden of ongemak bespaard worden Maar er bestaat toch ook een ethische grens aan de technologische vooruitgang: de waardigheid van de mens. Telkens de onvervreemdbare waarde van de mens in het gedrang komt, moet elke technische knowhow zijn grenzen erkennen. Als dat niet gebeurt, dan dreigt de mens – veelal zonder zich daarvan bewust te zijn – het slachtoffer te worden van zijn eigen kunnen.”


Met leven speel je niet

TertioTertio, 15 december 2008
door Peter Vande Vyvere

De Vaticaanse instructie Donum vitae over bio-ethiek wekte ruim twintig jaar geleden veel commotie. Vooral de afkeuring van in-vitrofertilisatie stuitte op onbegrip.

Wat is er tegen proefbuisbevruchting in te brengen, als dat voor sommige mensen de enige mogelijkheid is om kinderen te krijgen? Het belangrijkste bezwaar luidde dat dit procédé onvermijdelijk tot de creatie van ‘overtallige’ embryo’s leidt, die vervolgens zonder bestemming worden bewaard, worden gebruikt voor experimenten of vernietigd. Menselijk leven is van het prilste begin absoluut onaantastbaar, luidde de Vaticaanse argumentatie. Als we dat niet staande houden, begeven we ons op een hellend vlak.

Twintig jaar en een reeks nieuwe vruchtbaarheidstechnieken later denkt het kerkelijk leergezag niet anders. Dat blijkt uit de jongste instructie over bio-ethiek, Dignitas personae, die vrijdag het licht zag. Nieuwe technologieën als reproductief en therapeutisch klonen, embryonaal stamcelonderzoek, pre-implantatie genetische diagnostiek en intra-cytoplasmatische sperma-injectie stuiten eveneens op de grootste scepsis. De grond van de zaak is en blijft de overtuiging dat elk menselijk leven – hoe pril, broos of onvolmaakt ook – absoluut beschermwaardig is. Kunstmatig creëren en selecteren van embryo’s, ze invriezen, tot voorwerp van experiment maken en vernietigen, kan dus niet. Je speelt niet met het leven. Sterker nog dan in Donum vitae klinkt in het nieuwe document de huiver voor eugenetica: de poging door genetisch ingrijpen de menselijke soort te ‘optimaliseren’. Nieuwe vruchtbaarheidstechnieken maken een doelbewuste, gemanipuleerde selectie van het menselijke materiaal met het oog op ‘perfectionering’ ook almaar reëler. Onafheid hoort evenwel bij het mens zijn, redeneert het kerkelijk leergezag. Welk signaal geef je als je sommige menselijke kenmerken als ongewenst markeert? Het diepste motief voor dat verzet is theologisch: voor God is elke mens – mooi of lelijk, verstandig of niet, met of zonder handicap, een geliefde zoon of dochter – beeld van Hem.

Wat betekent dit document voor fertiliteitscentra van katholieke universiteiten zoals dat van de K.U.Leuven? De discussie daarover brak enkele maanden geleden al volop los. Dignitas personae is een leerstellig document, het viseert geen concrete wetenschappers of instellingen, maar wil bijdragen tot de vorming van het geweten. Hopelijk werkt dat en houden zowel de wetenschappers als de kerkverantwoordelijken de dialoog gaande. De kerk moet begrip opbrengen voor de moeilijke waardeafweging die artsen maken in zeer concrete, niet te veralgemenen gevallen. Biomedici moeten inzien dat niet alles wat kan, ook mag. Fertiliteitscentra mogen geen louter door wetenschappelijke vooruitgang en economische rendabiliteit gestuurde machines zijn. Ook de ethiek speelt een belangrijke rol. Dignitas personae herinnert daaraan en is als een kreet om respect voor het allerzwakste menselijke leven, los van elke subjectieve invulling van goed en kwaad.

Overgenomen met toestemming van Tertio.


Hoe ‘Dignitas Personae’ verstaan?

Kerknet, 12 december 2008

Op 12 december publiceerde het Vaticaan de Instructie ‘Dignitas personae’ over enkele biomedische kwesties. Bij velen komen de Vaticaanse richtlijnen over de voortplanting hard aan, zeker wanneer ze die voornamelijk te horen krijgen via nogal op sensatie beluste media. Wat staat er werkelijk in en (hoe) kunnen we dit begrijpen?

Aanleiding voor dit nieuwe document was de twintigste verjaardag van voorganger Donum vitae uit 1987. Daarin sprak de Congregatie van de Geloofsleer, toen onder leiding van huidige paus Benedictus XVI, zich voor het eerst uit over biomedische ontwikkelingen met betrekking tot het begin van het leven. Het verbod op kunstmatige bevruchting stond erin centraal. Sindsdien nam de medische wetenschap een hoge vlucht. Nieuwe ethische kwesties dienden zich aan: kloneren, pre-implantatie genetische diagnostiek, stamcelonderzoek. Maar hoewel Dignitas personae die nieuwe technologieën kort bespreekt, en in de meeste gevallen afkeurt, zoomt het document toch vooral opnieuw in op vruchtbaarheidstechnieken.

Daarbij staan twee principes centraal. Ten eerste moet een kind de vrucht zijn van de liefde tussen de man en de vrouw binnen het huwelijk. Ten tweede bezit het menselijke leven de hoogste beschermwaardigheid en alle daarmee gepaard gaande rechten, vanaf het allereerste begin. Dat brengt het leergezag van de Kerk tot een erg streng oordeel over vruchtbaarheidstechnieken die de “huwelijksdaad onderbreken” of een onethische behandeling van menselijke wezens tot gevolg hebben. Daarmee worden overtallige embryo’s bedoeld die niet in de baarmoeder worden geplaatst, maar aan hun lot worden overgelaten, in de diepvriezer bewaard of vrijgegeven voor onderzoek.

Bert Vanderhaegen is bio-ethicus en aalmoezenier in het UZ Gent. Vele gelovige wetenschappers en andere betrokkenen zullen dit document ervaren als een kaakslag, meent hij. Toch kun je er ook een heel waardevolle boodschap uit halen. “Met recente uitwassen zoals het verkopen van pasgeboren baby’s nog vers in het geheugen, kan het geen kwaad dat het leergezag van de Kerk herinnert aan de fundamentele waardigheid van de mens en dat het waarschuwt voor een fel doorgeschoten nutsdenken waarvan ongeboren leven het slachtoffer kan worden. Interessant is in die zin een passage in de tekst waarbij een vergelijking wordt gemaakt met racisme en slavernij. Zijn wij in bepaalde gevallen geen embryo’s aan het discrimineren en hun menselijke condities naar eigen goeddunken aan het vastleggen? Het Vaticaan drukt met dit document dan ook allereerst zijn grote bezorgdheid uit over de instrumentalisering van het menselijk embryo.”

Het leergezag volgt niet de redenering van vele ethici over een ‘geleidelijke beschermwaardigheid’, waarbij een embryo nauwelijks bescherming geniet, maar het menselijke leven in opgaande lijn rechten verwerft, wanneer het pijn kan voelen en meer op een mens begint te gelijken. “Het lichaam van een menselijk wezen,” zo lezen we in de instructie, “kan nooit herleid worden tot een optelsom van cellen.” Die overtuiging wordt ook gelovig geduid. “Het onderricht van de Kerk wordt er soms van beschuldigd teveel verboden uit te spreken”, alzo de instructie. “Maar die zijn eigenlijk gebaseerd op de dankbaarheid voor en de bevordering van de gaven die God aan de mens gaf, zoals het leven, de kennis, de vrijheid en de liefde. De mens is geroepen om de schepping mee vorm te geven tot welzijn van de hele mens en van iedereen.”

“De instructie heeft een ‘doctrinair’ karakter”, aldus nog Bert Vanderhaegen. “Ze schept een kader waarbinnen wij ons geweten kunnen vormen en roept de publieke opinie op zich te bezinnen. Over de vraag hoe we in de pastoraal moeten omgaan met deze leer, spreekt het document zich niet uit. We moeten daarnaast dus ook de kerkelijke leer leggen over de eigen verantwoordelijkheid van de mens. Die moet in de praktijk zijn handelen aftoetsen aan de leer én aan zijn eigen geweten.”


Belgische bisschoppen over “Dignitas Personae”

Presentatie door de persdienst van de Bisschoppenconferentie van België
Kerknet, 12 december 2008

In 1987 publiceerde de Congregatie voor de Geloofsleer de instructie* ‘Donum Vitae’ (De gave van het leven) over ethische kwesties rond de geboorte van het menselijk leven. De aanhoudende ontwikkeling van de biomedische wetenschap en de almaar nieuwe therapeutische mogelijkheden maakten een nieuwe toelichting door het kerkelijke leergezag noodzakelijk.

Omwille van de technische complexiteit van de problematiek werd de tekst van de instructie mee opgesteld door de leden van de Pauselijke Academie voor het Leven en door gerenommeerde medische wetenschappers uit de hele wereld.

Doel van de instructie ‘Dignitas Personae’ is niét het veroordelen van mensen, maar allereerst nader toelichten en aan gewetensvorming doen (nr. 10). Achter heel wat medische handelingen waartegen de instructie zich kant, steken lovenswaardige bedoelingen: het medisch onderzoek vooruithelpen, tegemoetkomen aan de kinderwens van koppels e.a. Maar het bezield zijn met de beste bedoelingen volstaat niet om een ethisch wenselijke daad te stellen. Zoals de bisschoppen van België het in 2006 schreven: We horen vaak zeggen: ‘De medische techniek biedt de mogelijkheid en mensen kunnen ermee geholpen worden, dus waarom nog aarzelen?’ Ons antwoord daarop is dat niet alles wat technisch mogelijk is, daarom ook meteen moreel wenselijk is. Elke dag opnieuw verlegt de wetenschap de grenzen van de geneeskunde. Daar moeten we ons over verheugen, want vaak leidt dit tot nieuwe therapeutische mogelijkheden waardoor mensen onnodig lijden of ongemak bespaard wordt. Maar er bestaat toch ook een ethische grens aan de technologische vooruitgang: de waardigheid van de mens. Telkens de onvervreemdbare waarde van de mens in het gedrang komt, moet elke technische knowhow zijn grenzen erkennen. Als dat niet gebeurt, dan dreigt de mens – veelal zonder zich daarvan bewust te zijn – het slachtoffer te worden van zijn eigen kunnen. (‘De waardigheid van het kind en medische techniek’, Verklaring van de bisschoppen van België, juni 2006)

De instructie ‘Dignitas Personae’ herinnert eraan dat nieuwe medische technieken, om moreel aanvaardbaar te zijn, meerdere fundamentele waarden dienen te respecteren (nr. 12). Eerst en vooral, en boven alles, komt het erop aan het recht op leven en de fysieke integriteit van elk menselijk wezen te beschermen, en dat vanaf de conceptie tot aan de dood. Dat sluit meteen al elke medische handeling uit die het menselijke embryo behandelt als een simpel ‘biologisch weefsel’ dat men naar believen kan invriezen – wat heel wat ‘ouderloze’ embryo’s in een definitief onherstelbare, niet te rechtvaardigen situatie plaatst (nrs. 17 & 18) – en kan gebruiken voor onderzoek (nrs. 19 en 25-27). Hetzelfde geldt voor het elimineren van overtollige embryo’s in de baarmoeder (embryonale reductie) om het risico op meervoudige zwangerschap te verkleinen of het voorkomen dat embryo’s zich innestelen (nrs. 21-23). Of erger nog, het klonen of hybride maken van embryo’s (nrs. 28 en 31-33) … De verantwoordelijkheid van wie gestorven embryo’s gebruikt voor medische behandelingen blijft als zodanig reëel, maar kan gedifferentieerd worden al naar gelang van de situatie (nr. 35).

‘Dignitas Personae’ herinnert bovendien aan nog een ander criterium dat gerespecteerd moet worden: de eenheid van het huwelijk en het koppel. Dit impliceert het wederzijds respecteren van het recht van de partners om uitsluitend via elkaar vader en moeder te worden. Dat leidt ertoe elke vorm van bevruchting ‘in vitro’, waarbij een van beide donoren niet een van de partners van het koppel is (de zgn. heterologe bevruchting), af te keuren. De nieuwe instructie herneemt de argumentatie van ‘Donum Vitae’ en voegt eraan toe: met alle begrip voor de legitieme kinderwens van kinderloos gebleven ouders, maar op basis van diezelfde waarde moet ook de in-vitrobevruchting waarbij de gehuwden zelf de donoren zijn (homologe bevruchting) afgekeurd worden. Waarom? Eerst en vooral omdat deze techniek, met een slaagkans van een op drie pogingen (nr. 14) zo goed als onontkoombaar leidt tot het opofferen van embryo’s. En meer nog, omdat deze werkwijze – net als de intracytoplasmatische injectie van spermatozoïden (ICSI, nr. 17) of het invriezen van eicellen (nr. 20) – de voortplanting losmaakt van de huwelijksdaad, die daarvan een essentieel bestanddeel is. In de visie van de Kerk dient een kind geboren te worden uit de liefdesdaad van een echtpaar en niet het resultaat te zijn van een of andere manipulatie in ‘een proefbuisje’. De instructie legt verder uit: “De Kerk heeft begrip voor het rechtmatige verlangen naar een kind en begrijpt het lijden dat vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken bij koppels. Maar dat verlangen gaat evenwel niet boven de waardigheid van het menselijk leven” (nr. 16). Om te voldoen aan de kinderwens van de vele kinderloze koppels moedigt ‘Dignitas Personae’ het nemen van aangepaste wetgevende maatregelen aan die adoptie vergemakkelijken van de vele weeskinderen die op zoek zijn naar een warme thuis (nr. 13).

Tot besluit herinnert de instructie aan de diepere zin van het hele betoog over bio-ethische kwesties: “De ethische leer van de Kerk wordt soms verweten teveel te verbieden (…) maar achter elk ‘neen’ steekt, in het streven om het onderscheid te maken tussen goed en kwaad, een groot ‘ja’ aan de erkenning van de waardigheid en de onvervreemdbare waarde van elk menselijk wezen, persoonlijk en uniek, dat tot leven wordt geroepen” (nrs. 36 & 37).

* Een instructie is een document van de Romeinse Curie van leerstellige aard. Een instructie verandert voorgaande leerstellingen niet, maar legt die (beter) uit, actualiseert waar nodig en geeft aanwijzingen over de toepassingen.


Geen patent op humane embryonale stamcellen: een goed signaal

ComeceNo patent for human embryonic stem cells: A sensible decision and a good signal

Comece, 27 november 2008
Commission of the Bishops’ Conferences of the European Community

The Secretary General of COMECE Fr Piotr Mazurkiewicz welcomes the decision made public today by the Enlarged Board of Appeal of the European Patent Office (EPO). “Obtaining a patent for embryonic stem cells goes against European patent law. This confirmation by the European Patent Office is a sensible decision and an important signal towards the protection of human embryos”.

European patent law prohibits the patenting of human stem cell cultures whose preparation necessarily involves the destruction of human embryos. This is the decision reached by the Enlarged Board of Appeal of the European Patent Office (EPO) in its ruling from 25 November in appeal proceedings on the WARF/Thomson stem cell patent application. This application concerned a method for obtaining embryonic stem cell cultures from primates, including humans.

The patent application for human embryonic stem cells and therefore the use of human embryos for commercial purposes had drawn many critics from different quarters. In October 2006, in collaboration with the then Secretary General Mgr Noël Treanor, COMECE’s President Bishop Adrianus van Luyn sent what is termed an Amicus Curiae Brief [1] to the Board of Appeal with the aim of putting forward the legal and ethical objections to the granting of the patent that was being applied for. In the light of the great importance of patents connected with research and industrial applications, by way of introduction they emphasised the EPO’s very considerable responsibility to society as concerns applications relating to the inviolability of human life and its inherent dignity. Even if patent law is formally only designed to entitle one to prevent other people from using a given invention (or to sell licenses enabling them to use it), patents nevertheless imply a certain amount of support for the patented invention. They emphasised that for patent applications that relate to human life, the granting of a patent was, in their view, utterly bound up with the ethical dimension. In any case, according to the European Patent Convention, any biotechnological inventions which concern the use of human embryos for industrial or commercial purposes are excluded from patenting.

In the case at issue, Thomson applied, inter alia, to be allowed to patent human embryonic stem cell cultures; subsequently, in 2003, he had excluded the method of harvesting embryonic stem cells from human embryos in the blastocyst stage from the patent application; this represents the essential first step in the cultivation of stem cells. However, there is an inextricable link between the use of human embryos and the cultivation of human embryonic stem cells, as well as their use for industrial and commercial purposes; for this reason it is impossible to separate these two phases from each other when they are being considered in terms of patent law.

References
1. The COMECE Amicus Curiae Brief


KNMG: Arts moet euthanasie kunnen weigeren

KNMGPersbericht KNMG, 13 november 2008

De KNMG is het niet eens met de stelling van de NVVE dat “Artsen die weigeren mee te werken aan euthanasie en ook niet doorverwijzen naar een andere arts tuchtrechtelijk moeten worden aangepakt”, zoals op 13 november in Trouw is te lezen.

In Nederland is met de huidige euthanasiewet juist ruimte gecreëerd om standpunten van gewetensbezwaarde artsen te respecteren. Het tuchtrechtelijk vervolgen van een arts die een euthanasie weigert en de patiënt ook niet doorverwijst, zoals de NVVE stelt, gaat te ver. Het uitvoeren van euthanasie is niet (wettelijk) verplicht. Evenmin kan een arts worden verplicht op zoek te gaan naar een arts die wel bereid is de euthanasie uit te voeren. Omdat het geweten van de arts en de wens van de patiënt niet altijd verenigbaar zijn, is het van groot belang dat deze tijdig met elkaar in gesprek gaan. Dit om de wederzijdse meningen te bespreken en te bezien op welke wijze de patiënt hulp kan worden geboden. De ook maatschappelijk aanvaarde opvatting van de KNMG is dat artsen die om welke reden dan ook geen medewerking willen verlenen aan een euthanasie wel enige hulp moeten verlenen. Het standpunt van de KNMG noemt het desgevraagd doen van suggesties of het noemen van namen van collega-artsen. Het publiekelijk oproepen tot indienen van tuchtklachten door de NVVE sluit niet aan bij deze opvatting en is ongepast en contraproductief.


‘Arts verplichten tot meewerken aan euthanasie’

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 13 november 2008

Artsen moeten verplicht worden mee te werken aan euthanasie of hulp bij zelfdoding. Dat vindt de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE). Artsen die gewetensbezwaren hebben en ook weigeren door te verwijzen zouden tuchtrechtelijk vervolgd moeten worden, aldus NVVE-voorzitster Petra de Jong in Trouw.

Aanleiding voor de publieke stellingname is de NCRV-documentaire ‘Voor ik het vergeet’, over een man in de eerste fase van dementie. Zijn huisarts weigerde zowel medewerking aan euthanasie als doorverwijzing naar een arts die daar wel toe bereid zou zijn. Volgens de NVVE handelt de arts in strijd met de wet en de bij de totstandkoning ervan geuite wensen van de Tweede Kamer. Door weigering van iedere medewerking zou een arts geen goede hulpverlener zijn.

De artsenorganisatie KNMG vindt het begrijpelijk dat een arts die gewetensproblemen heeft met euthanasie dat ook heeft met doorverwijzing naar een arts die dat wel wil doen. De KNMG vindt het daarom belangrijker dat een arts vanaf het allereerste begin duidelijk maakt dat hij gewetensbezwaren heeft. (KN)

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.


Alleen orgaandonor met toestemming

TrouwTrouw, 11 november 2008

Mensen moeten toestemming blijven geven voor orgaandonatie. De Tweede Kamer verwierp dinsdag een voorstel dat iedereen die geen bezwaar aantekent orgaandonor is.


VN kritisch over Nederlands euthanasiebeleid

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 11 november 2008

Het VN-Mensenrechtencomité zal in juli volgend jaar Nederland kritisch aan de tand voelen over zowel de euthanasiewet als de overheidssubsidie aan de SGP, omdat deze partij geen vrouwen toelaat als lid.

Dat blijkt uit de lijst van onderwerpen die het comité vorige week heeft bekendgemaakt. In 2001 stelde het comité in een rapport een reeks kritische vragen over de plannen voor euthanasie. De achttien mensenrechtenexperts toonden zich toen “zeer bezorgd” over actieve levensbeëindiging vanwege de dreiging van “routine.” Diverse Nederlandse regeringen zijn sindsdien karig geweest in het beantwoorden van de vragen. Het comité vraagt Nederland nu uit te leggen “hoe de wet zich verhoudt met het recht op leven en de menselijke waardigheid.” Tevens moet de regering aangeven hoe de wet de rechten beschermt van hen die “geen besluiten meer kunnen nemen of die onjuist worden beïnvloed” door anderen. Tevens moet de regering uitleggen hoe zij omgaat met de uitspraak van de Haagse rechtbank, die in september 2005 uitsprak dat het verlenen van subsidie aan de SGP in strijd is met het VN-Vrouwenverdrag. Als gevolg daarvan verloor de partij enige tijd haar subsidie.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.