Katholieke Stichting Medische Ethiek
21 mei 2024

Abortus steen des aanstoots Millenniumdoelen Verenigde Naties

Stichting Medische EthiekDe afgelopen weken hebben de acht milleniumdoelen van de Verenigde Naties veel belangstelling getrokken. De topconferentie van de G8 was voor het Nederlandse Platform Millenium Doelen aanleiding een actie te starten met witte armbandjes en witte vlaggen. Het onderwerp dat met name de media haalde was de armoedebestrijding; dat ook het recht op abortus onderdeel van een doelstellingen is, kwam minder vaak voor het voetlicht.

Het vijfde milleniumdoel betreft “universele toegang tot reproductieve gezondheidsdiensten”. Reproductieve gezondheidsdiensten staan voor vrije toegang tot (veilige) abortus en anticonceptieve middelen. De Verenigde Staten en het Vaticaan worden met name genoemd als tegenstanders van seksuele en reproductieve rechten. Hen wordt verweten dat men weerstand biedt tegen abortus en dat men met het promoten van de zogenaamde ABC-methode verbetering van seksuele en reproductieve gezondheid in de weg staat. De ABC-methode staat voor Abstinence, Be Faithful, Condomise: onthouding is voor iedereen die niet is getrouwd, huwelijkse trouw voor iedereen die dat wel is en condooms alleen voor risicogroepen. “Voor veel vrouwen en meisjes is onthouding geen optie. Zij kunnen seks vaak niet weigeren noch het gebruik van een condoom eisen. Onthoudingsprogramma’s geven meestal geen informatie over veilig seksueel gedrag. Soms verspreiden ze zelfs foutieve informatie, bijvoorbeeld dat condooms niet beschermen tegen HIV of zwangerschap”, aldus het Platform Millenium Doelen.

In het Platform participeren een aantal organisaties (o.a. Cordaid) die zich – naar eigen zeggen – laten inspireren door de katholieke sociale leer. Over de katholieke moraal wordt niet gesproken.

Het is logisch dat – in bijvoorbeeld het [url=www.katholieknieuwsblad.nl]Katholiek Nieuwsblad[/url] – de discussie wordt gevoerd of bisdommen middels het laten wapperen van een witte vlag de onjuiste indruk moeten wekken dat de de R.K. Kerk integraal de Milleniumdoelen ondersteunt. Ongetwijfeld zijn onderdelen – bijvoorbeeld armoedebestrijding – nastrevenswaardig: milleniumdoel 5 over seksuele en reproductieve rechten staat haaks op de beschermwaardigheid van het ongeboren leven en de plaats van seksualiteit in het huwelijk zoals geformuleerd in de Leer van de Kerk.

 


Menselijke waardigheid niet genoemd in EU Raamwerk Wetenschappelijk Onderzoek

ComeceDe commissie van R.K. Biscchoppen in de EU (COMECE) betreurt het dat in het zevende Raamwerk Wetenschappelijk Onderzoek van de Europese Commissie geen grenzen aan onderzoek worden gesteld op basis van menselijke waardigheid. Dit betekent dat onderzoeksprojecten betreffende kloneren, embryo-onderzoek en embryonaal stamcelonderzoek niet bij voorbaat van subsidiering uitgesloten zijn.

Press release COMECE – 7 April 2005

Research in the light of human dignity
The Commission of the Bishops’ Conferences of the European Community (COMECE) is disappointed that the Commission proposal for the 7th Research Framework Programme of the 6 April does not contain any clear ethical limits for jointly funded EU research projects.

Mgr. Noël Treanor, the Secretary General of COMECE gave this initial reaction to the European Commission’s decision of 6 April: “COMECE supports the development of European research policy and underlines the importance of research both for the individual and for society. Research must serve the common good. COMECE welcomes the European Commission’s objective to co-ordinate and improve European research capacities. Thus it makes sense to significantly increase the research budget. At the same time, however, COMECE reiterates that research finds its limits in the inviolable dignity of human life. For this reason– and also in view of the legal situation in several member states –the instrumentalisation of human life, independently of its stage of development, is not acceptable.

In the 7th Research Framework Programme research areas are being determined as common priorities through joint financing. It is regrettable that the European Commission did not take into account the fundamental ethical objections regarding research areas such as cloning, human embryo and embryonic stem cell research; areas where there is no consensus about the ethical issues concerned in and among the member states. That ethical considerations were not explicitly taken into account is all the more difficult to understand as the European Parliament, in its resolution dated 10 March 2005, explicitly requested that the European Commission excludes research with human embryos and embryonic stem cells from joint financing under the 7th Research Framework Programme.

COMECE hopes that the position of the European Parliament will be fully taken on board in the course of the co-decision procedure and that the protection of human dignity will be given clear priority.”

COMECE is a commission of the Catholic Bishops’ Conferences of the member states of the European Union.


Kardinaal Simonis: Keuze Johannes Paulus II tegen ‘cultuur van de dood’ zal profetisch blijken

De aartsbisschop van Utrecht en voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie Kardinaal dr. A.J. Simonis noemt in zijn perscommuniqué naar aanleiding van het overlijden van paus Johannes Paulus II diens principiële keuze voor de beschermwaardigheid van het menselijke leven “profetisch”.

“De onvervreemdbare waarde van iedere mens vertaalde deze paus ook in een principiële keuze voor de beschermwaardigheid van het menselijke leven, van de conceptie tot het einde toe. Juist wanneer een mensenleven het meest kwetsbaar is, vraagt het doen van gerechtigheid een onvoorwaardelijke inzet voor het behoud en de bescherming van het leven. Zijn kritiek op een ‘cultuur van de dood’, waarin abortus en euthanasie als legitieme en aanvaardbare handelingen een plaats krijgen, zal in de toekomst profetisch blijken”.

Volledige tekst van het persbericht bij het overlijden van Paus Johannes Paulus II

Perscommuniqué
Naar aanleiding van het overlijden van paus Johannes Paulus II verklaren de Nederlandse bisschoppen het volgende:

Met droefheid hebben de Nederlandse bisschoppen kennis genomen van het overlijden van paus Johannes Paulus II. Tegelijk willen de bisschoppen van Nederland hun dankbaarheid uiten voor een leven dat gedragen werd door Gods genade in dienstbaarheid aan Jezus Christus en Zijn Evangelie, aan de Kerk en aan de wereld.

De uit Polen afkomstige Karol Wojtyla was, na de enige Nederlandse paus Adrianus VI (1522-1531), de eerste niet-Italiaanse paus. Op 16 oktober 1978 werd hij geroepen om het Petrus-ambt op zich te nemen. Hij noemde zich naar zijn voorganger die slechts 33 dagen paus was en die als Johannes Paulus I de namen van de initiatiefnemer van het Tweede Vaticaans Concilie (paus Johannes XXIII) en de voltooier ervan (paus Paulus VI)programmatisch in zich verenigde.

Paus Johannes Paulus II nam deze naamcombinatie bewust van zijn voorganger over, omdat hij het als zijn roeping en zending zag om Vaticanum II in zijn volle breedte en diepte te doen implementeren in de Kerk, als baken op de weg naar het derde millennium. Het pontificaat van de overleden paus werd gekenmerkt door de stelselmatige en consequente verwijzing naar en uitwerking van dit Concilie. Zijn jarenlange wekelijkse catecheses, het vernieuwde kerkelijk wetboek van 1983, de Codex van de Oosterse Kerken in 1990, de Katechismus van de Katholieke Kerk en de 14 grote encyclieken van deze paus vormen er een monumentaal getuigenis van.

Schijnbare tegenstellingen
Johannes Paulus II zal zonder twijfel als één van de grote pausen de geschiedenis ingaan. Met zijn heengaan is dan ook een einde gekomen aan een pontificaat van een man, die door de katholiek geworden publicist André Frossard een ‘gigant’ werd genoemd. De talrijke publicaties over deze paus stemmen overeen in de vaststelling dat hij een bijzonder groot mens was, gezegend met zeer vele talenten en dimensies. Zo was hij een mysticus, een man van een diepe gebedscultuur en van contemplatie. Tegelijkertijd liet hij zich kenmerken door een onvermoeibare missionaire ijver en inzet, die de ondertoon vormden van de talloze pastorale en apostolische reizen naar alle delen van de wereld. Hij was een man van de traditie, maar tegelijkertijd van vele gedurfde initiatieven waarmee hij Kerk en wereld tot op hoge leeftijd bleef verbazen. Het schijnbaar tegenstrijdige in hem werd bijeen gehouden door een ijzersterk karakter en een daaruit voortkomende principialiteit en wil tot consequente dienstbaarheid aan Christus en zijn Kerk, aan het evangelie en aan de humanisering van de wereld. Zijn mariale wapenspreuk ‘Totus Tuus’, ‘Geheel de Uwe’, vat dit samen.

Profeet, herder en leraar
Johannes Paulus II was een profeet van de rechten en de plichten van de mens, van de menselijke waardigheid, van gerechtigheid en vrede. Deze waarden vormden voor hem een onlosmakelijk geheel. Het doen van gerechtigheid, verstaan als het doen van wat God voor ogen staat, beschouwde deze paus als de onmisbare voorwaarde voor het grote goed van de vrede van mensen en volkeren. Hier herinneren wij ons de encycliek Dives in misericordia (1980), waarin hij de goddelijke barmhartigheid verbond met de menselijke inzet voor gerechtigheid. Geen mens mag ooit slachtoffer zijn van uitbuiting, van armoede en onrecht.
De onvervreemdbare waarde van iedere mens vertaalde deze paus ook in een principiële keuze voor de beschermwaardigheid van het menselijk leven, van de conceptie tot het einde toe. Juist wanneer een mensenleven het meest kwetsbaar is, vraagt het doen van gerechtig-heid een onvoorwaardelijke inzet voor het behoud en de bescherming van het leven. Zijn kritiek op een ‘cultuur van de dood’, waarin abortus en euthanasie als legitieme en aan-vaardbare handelingen een plaats krijgen, zal in de toekomst profetisch blijken.

Dat paus Johannes Paulus II opkwam voor een menswaardige beleving van de seksualiteit, kwam voort uit hetzelfde principe als waarmee hij pleitte voor gerechtigheid en vrede. Dat principe was de waardigheid van de mens, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. De waardigheid van de mens, van man en vrouw als beeld van God, verdroeg naar zijn vaste overtuiging geen enkele vorm van ‘functionalisering’ van de menselijke seksualiteit, laat staan van de banalisering ervan tot louter lustbeleving en lustbevrediging.

Paus Johannes Paulus II was een idealist, die in staat bleek ook velen uit de jongere generatie aan te trekken en te bezielen. De jongeren vormden voor hem een grote bron van vitaliteit binnen de Kerk. De door hem in het leven geroepen Wereldjongerendagen groeiden uit tot de grootste religieuze jongerenmanifestatie in de wereld. Tegelijkertijd was hij een realist, die weet had van de zwakheid en zondigheid van ons mensen. Daarom werd hij niet moe om bij alle principiële stellingnamen altijd weer te wijzen op Gods barmhartigheid.

Maar de paus schroomde niet om ook de zondigheid binnen de Kerk te benoemen. De ‘schuldbelijdenis’ van Johannes Paulus II voor de zwarte bladzijden in de geschiedenis van de Kerk in het Jubeljaar 2000 vormt een uniek moment in de geschiedenis van de Kerk; we moeten teruggaan tot de voorlaatste niet-Italiaanse paus, Adrianus VI voor een soortgelijk kerkelijk ‘mea culpa’ door een paus.

Mede geïnspireerd door zijn persoonlijke ervaringen in de Tweede Oorlog, heeft de paus bijzonder veel betekend voor de verbetering van de relatie van de Rooms-Katholieke Kerk met het jodendom. Velen zullen zich de ontroerende momenten herinneren van het bezoek van de paus aan de synagoge van Rome, aan Yad Vashem en aan de Klaagmuur. Ook voor de verbetering van de oecumenische verhoudingen en de dialoog met de nietchristelijke godsdiensten zette hij zich persoonlijk in. Op de door de paus geïnitieerde interreligieuze Gebedsdag voor de Vrede in Assisi (1986) toonden de wereldgodsdiensten dat zij een krachtbron voor vrede en verzoening in plaats van een alibi voor verdeeldheid en geweld willen zijn. Dat getuigenis heeft in deze tijd niets aan actualiteit verloren.

Uiterste dienstbaarheid
Als geen ander was paus Johannes Paulus II zich ervan bewust dat hij zijn kracht niet uit zichzelf maar uit Gods genade putte. Het leven van deze paus laat zich niet alleen typeren als een ‘succesverhaal’. Navolging van Christus betekent immers óók het aanvaarden van het lijden en het kruis, in het vertrouwen op Gods genade. Dat heeft hij op een bijzondere manier ervaren rond de moordaanslag op zijn leven in 1981, waar hij op wonderlijke wijze aan de dood ontsnapte. In de laatste jaren zagen wij deze grote paus bovendien sterk verouderen. Daarbij durfde hij zich ook openlijk te tonen in alle broosheid en zwakheid van de ouderdom. Wij zagen hem soms zichtbaar lijden, ook onder beproevingen die over de Kerk kwamen, waaraan hij heel zijn leven consequent in uiterste dienstbaarheid, in ‘liefde tot het uiterste toe’ gewijd heeft. Wij bidden van harte dat God zijn trouwe dienaar nu mag doen delen in Zijn vreugde. Moge hij rusten in vrede.

Namens de bisschoppen van Nederland,
Adrianus Kardinaal Simonis, Aartsbisschop van Utrecht en voorzitter van de Nederlandse Bisschoppenconferentie


Veel euthanasie zonder verzoek in Nederland

BERLIJN (RKnieuws.net) – Sinds de invoering van de euthanasiewet twee jaar geleden hebben in Nederland 1000 mensen euthanasie ondergaan zonder dat ze daarom gevraagd hadden. Dat zegt prof. Henk Jochemsen, directeur van het centrum voor medische ethiek in Ede. Hij baseert zijn conclusie op een anonieme rondvraag onder Nederlandse artsen.

Hij deed zijn uitspraken afgelopen vrijdag op een symposium in Berlijn. Dit werd georganiseerd door “Christdemokraten für das Leben.” Sinds 1 april 2002 is “hulp bij zelfdoding” toegestaan in Nederland. Voorwaarde is wel dat deze hulp door een arts geleverd wordt. De patient moet ondraaglijk, onuitzichtlijk lijden en uit vrije wil om levensbeëindiging vragen. Er moet altijd een tweede arts betrokken zijn bij het proces, en ieder euthanasiegeval moet gemeld worden.

Regels niet nageleefd
Jochemsen stelt dat de regels niet nageleefd worden. Uit een anonieme rondvraag onder artsen blijkt dat in een kwart van de gevallen geen tweede arts om raad gevraagd is. Ook blijkt dat minder dan de helft van de gevallen ook daadwerkelijk gemeld worden. In 15 tot 20 procent van de gevallen was er nog een behandeling mogelijk, aldus Jochemsens´ onderzoek.

Niet tot last zijn
In een derde van het aantal euthanasiegevallen, was de motivatie van de patient dat deze zijn familie niet langer tot last wilde zijn of niet afhankelijk van anderen wilde zijn.

Lindeboom instituut
Jochemsen is directeur van het prof. dr. G.A. Lindeboom instituut in Ede. Dat is een “wetenschappelijk studiecentrum op christelijke grondslag dat christelijke artsen, verpleegkundigen en instellingen ondersteunt bij ethische en levensbeschouwelijke vragen in de zorgverlening,” zo is te lezen op hun website. Het instituut is verbonden met diverse protestantse hogescholen.


Stamcellen: wat kunnen en mogen we ermee doen ?

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 7 september 2001
door prof.dr. J.P.M. Lelkens

Wereldwijd woedt er een discussie over het gebruik van embryo’s om ernstige ziekten te genezen. Een arts-ethicus geeft aan waarom dit nooit toelaatbaar kan zijn.

Elke mens beschikt over een aantal cellen die nog tot een bepaald celtype kunnen uitgroeien. Vandaar dat ze voorlopercellen of stamcellen worden genoemd. Stamcellen zijn pluripotent, dat wil zeggen dat ze zich niet alleen delen en identieke dochtercellen produceren, maar zich ook onder invloed van bepaalde groeifactoren tot specifieke cellen met een specifieke functie kunnen ontwikkelen. Zo hebben we in ons beenmerg stamcellen die gedurende ons hele leven kunnen uitgroeien tot meerdere soorten bloedlichaampjes.

Ook in het embryo treffen we al stamcellen aan. Gaan we de ontwikkeling van het embryo en zijn embryonale stamcellen na, dan zien we dat na de bevruchting (in de eileider) de bevruchte eicel (de zygote) zich al delend naar de baarmoeder begeeft: het embryo groeit, via het 2-, 4-, 8-cellig stadium enzovoorts, uit tot een voldragen vrucht. Als het embryo het 16-cellig stadium heeft bereikt, ontstaat in het binnenste een holte en het wordt dan blastocyst genoemd. De aan de buitenrand gelegen cellen gaan zich ontwikkelen tot cellen die straks de placenta, de moederkoek, zullen vormen. Binnenin de holte liggen de embryonale stamcellen die pluripotent zijn, dat wil zeggen dat zij de mogelijkheid (potentie) bezitten zich te specialiseren en tot een van de 256 soorten lichaamscellen die de mens rijk is, kunnen uitgroeien.

Genezing
Enkele jaren geleden bleek dat deze stamcellen ook buiten het lichaam op voedingsbodems in een glazen schaaltje konden worden gekweekt en vermeerderd. Men spreekt dan van cellijnen. ‘Wereldwijd zijn er vrieskasten vol ongebruikte restembryo’s waar men geen raad mee weet.’

Zo zijn er thans wereldwijd vijfenzestig cellijnen van onder meer hart-, zenuw- lever- en huidcellen voorhanden. Het was dus niet verwonderlijk dat wetenschappers hun oog op deze cellen van het vijf à zes dagen oude embryo hebben laten vallen omdat hun eigenschappen de mogelijkheid bieden een aantal ernstige ziekten, waaronder die van Alzheimer en Parkinson, te genezen. De bedoeling is bepaalde stamcellen bij de patiënt in te brengen die de zieke cellen door gezonde gaan vervangen en hun functies overnemen. Maar hier beginnen de problemen, want het weghalen van de embryonale stamcellen betekent de dood van de vrucht.

Persoon
Het directe doden van embryo’s – of het nu geschiedt middels een abortus provocatus, door hun stamcellen te verwijderen of anderszins – is het doden van een onschuldig menselijk wezen. Deze handeling is een intrinsiek kwaad, een ernstig misdrijf dat nooit en te nimmer mag worden begaan (Encycliek Evangelium Vitae, nr. 62), hoe goed het doel dat men voor ogen heeft ook is, bijvoorbeeld het genezen van zwaar zieken. Hooguit kan men het doden van een embryo accepteren als een bijwerking, bijvoorbeeld bij de verwijdering van een baarmoeder met kanker bij een zwangere vrouw.

Deze bevruchte eicel is tevens al een menselijke persoon want als hij dat op dat moment nog niet is, zal hij het ook nooit worden. De biologie immers heeft aangetoond dat er een ononderbroken ontwikkeling plaatsvindt van de bevruchte eicel tot volwassene. De erfelijkheidsleer, heeft bewezen dat op het ogenblik van de bevruchting het genoom (het totale aantal erffactoren) in het DNA van de nieuwe mens voor eens en voor altijd vastligt en dat daarmee tevens is bepaald wie hij/zij later zal worden.

‘Restembryo’s’
Het bovenstaande geldt eveneens het – voor het verkrijgen van stamcellen – gebruik maken van zogenaamde restembryo’s. Dat zijn embryo’s die bij een in-vitro fertilisatie (reageerbuisbevruchting: het samenbrengen van ei- en zaadcellen in een glazen buisje of schaaltje), afgekort IVF, zijn overgebleven. Dat gebeurt omdat er altijd meer dan één eicel wordt bevrucht (meestal 4 tot 6). In de baarmoeder worden er twee ingeplant teneinde de kans op zwangerschap te vergroten. De dan nog resterende vriest men in om ze, na een eventuele mislukking, voor een volgende poging bij de hand te hebben. Inmiddels zijn er wereldwijd vrieskasten vol ongebruikte restembryo’s waar men geen raad mee weet, zodat ze te zijner tijd zullen worden vernietigd. Dit laatste nu wordt wel als argument gebruikt om ze dan tenminste nog ten nutte te maken als stamceldonor ten behoeve van ernstig zieke patiënten. Waarbij vermeld moet worden dat er nog geen patiënten met behulp van embryonale stamcellen zijn genezen.

Dit argument – een typisch voorbeeld van het huidige nuttigheidsdenken – snijdt geen hout. Want, hoewel ingevroren, zijn het nog altijd levende menselijke wezens, personen, die recht hebben op bescherming van hun leven.

Afgezien van het feit dat het ethisch onjuist is bij IVF meerdere embryo’s tot stand te brengen, is IVF op zichzelf al een ontoelaatbare handelwijze. ‘De biologie heeft aangetoond dat er een ononderbroken ontwikkeling plaatsvindt van de bevruchte eicel tot volwassene.’

Zij druist namelijk in tegen de essentie van het huwelijk. Bij IVF wordt het kind verwekt middels een technische ingreep en wordt daardoor verlaagd tot een product. Het is niet de vrucht van de huwelijksliefde, de totale zelfgave van de ouders aan elkaar, misschien wel op geestelijk vlak, maar niet op het daarvan niet te scheiden lichamelijke vlak: de seksuele eenwording (Instructie Donum Vitae, II, B, 4). Omdat het lichaam een essentieel onderdeel is van de menselijke persoon, is deze wederzijdse zelfgave dus onvolledig en is IVF een moreel onjuiste en derhalve een zondige (be)handeling.

Alternatief
Het is nu gemakkelijk in te zien waarom de R.K. Kerk ook het middels IVF creëren en het klonen van embryo’s ten behoeve van experimentele doeleinden of om embryonale stamcellen te verkrijgen, niet kan toestaan. Klonen is immers ? evenals IVF ? een vorm van aseksuele voortplanting waarbij de kern van een lichaamscel, waarin zich de erfelijke eigenschappen van de te klonen persoon bevinden, wordt overgebracht in een eicel waaruit de kern is verwijderd.

Niet alleen het doden zelf van embryo’s is een moreel slechte daad, ook het geven van opdracht tot of het toestaan van hun destructie dan wel hiermee instemmen, is een ongeoorloofde medewerking aan het kwaad.

Omdat het gebruik van stamcellen die in het navelstrengbloed en in vele weefsels van volwassenen voorkomen (onder meer in: beenmerg, hersenen, lever en zelfs in huid- en haarcellen), in principe geen ethische problemen oproept en deze ook in het gewenste celtype kunnen worden veranderd, zou verder onderzoek aan deze cellen moeten worden gestimuleerd.

prof. dr. J.P.M. Lelkens is secretaris van de Stichting Medische Ethiek

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.