De pijnloze bevalling

III. Slotbeschouwing over de Christelijke verloskunde
42. Bij wijze van conclusie willen Wij nog enkele opmerkingen over de christelijke verloskunde maken.

43. De christelijke naastenliefde heeft zich van oudsher beziggehouden met het lot van de moeders in het uur der bevalling; zij heeft altijd getracht, en tracht nog steeds, haar een doelmatige bijstand te verlenen, zowel psychisch als fysiek, volgens de stand van wetenschap en de techniek. Het is mogelijk, dat deze bijstand zich tegenwoordig concretiseert in de nieuw-bereikte resultaten van de psycho-profylactische methode, in de mate waarin ernstige geleerden daaraan hun goedkeuring hechten. De christelijke verloskunde mag dienaangaande in haar beginselen en methoden alles opnemen wat juist en gerechtvaardigd is.

44. Toch mag zij zich, tegenover personen die meer kunnen ontvangen, daarmee niet tevreden stellen, en niets mag zij laten varen van de religieuze waarden welke zij tot nu benutte. In Onze toespraak tot het Congres van de Italiaanse Vereniging van katholieke vroedvrouwen, op 29 oktober 1951, hebben Wij in bijzonderheden gesproken over het apostolaat dat de katholieke vroedvrouwen kunnen uitoefenen en dat zij geroepen zijn uit te oefenen in hun beroep; o.a. hebben Wij daar gewezen op het persoonlijk apostolaat, d.w.z. het apostolaat dat zij uitoefenen door middel van hun kennis en hun kunde, en door de degelijkheid van hun christelijk geloof 1; vervolgens op het apostolaat van het moederschap, dat zij verrichten door de moeders te herinneren aan de waardigheid, de ernst en de grootheid van dat moederschap. Hier is van toepassing wat Wij vandaag hebben gezegd: zij staan immers de moeder bij in het uur van de geboorte. De christelijke moeder put uit haar geloof en haar genadeleven het licht en de kracht om in God haar volle vertrouwen te stellen, om zich onder de bescherming van de Voorzienigheid te weten en ook om gaarne te aanvaarden wat God haar te lijden zal overzenden; het zou dus jammer zijn wanneer de christelijke verloskunde zich ertoe beperkte, haar slechts zuiver natuurlijke, psycho-profylactische hulp te verlenen.

45. Twee punten moeten hier beklemtoond worden: het christendom interpreteert het lijden en het kruis niet zuiver negatief.

Als de nieuwe techniek de barensweeën van de moeder wegneemt of verzacht, mag zij dit zonder enig gewetensbezwaar aanvaarden; maar zij is er niet toe verplicht. In geval van een gedeeltelijk succes of van een mislukking weet zij, dat het lijden een bron van goed kan worden als men het draagt met God en uit gehoorzaamheid aan Zijn wil. Het leven en lijden van de Heer, de pijnen die zoveel grote mannen hebben verdragen en zelfs gezocht en door middel waarvan zij zijn gerijpt en gestegen tot hoogtepunten van christelijk heldendom, de voorbeelden van berustende aanvaarding van het kruis die wij dagelijks onder ogen hebben, dat alles maakt de zin duidelijk van het lijden, van de geduldige aanvaarding van het leed in de heilseconomie van het ogenblik, voor de tijd van ons aardse leven.

46. Een tweede opmerking. De christelijke gedachte en het christelijke leven, dus ook de christelijke verloskunde, hechten geen absolute waarde aan de vooruitgang van de wetenschap en aan de laatste vervolmakingen van de techniek. Voor de materialistische gedachtegang en levensopvatting echter is een dergelijke houding vanzelfsprekend: zij put daaruit als uit een godsdienst, of als uit een vervangingsmiddel voor de godsdienst. Ofschoon de christen de nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen toejuicht en er gebruik van maakt, verwerpt hij alle materialistische ophemeling van wetenschap en cultuur. Hij weet dat zij in de objectieve scala van waarden een plaats innemen, maar dat deze plaats, ofschoon niet de laatste, toch ook niet de eerste is. Zelfs tegenover wetenschap en cultuur herhaalt hij vandaag” zoals vroeger en zoals altijd: “Zoekt eerst het Rijk Gods en zijn gerechtigheid” (Mt. 6, 33). De laatste waarde van de mens is niet gelegen in zijn wetenschap en in zijn technisch vermogen, maar in de liefde tot God en in de toewijding in Zijn dienst. Om deze redenen hoedt de christen er zich voor, staande tegenover de wetenschappelijke ontdekking van de pijnloze bevalling, om ze kritiekloos te bewonderen en er met overdreven haast gebruik van te maken; hij beoordeelt ze positief en bezadigd, in het licht van het gezonde natuurlijke verstand, en in het scherpere licht van geloof en liefde, dat uitstraalt van God en van het Kruis van Christus.

Met toestemming overgenomen van R.K. Documenten
Bekijk deze tekst in de context van andere documenten

image_pdfimage_print