Katholieke Stichting Medische Ethiek
18 juli 2007

Ethisch reveil

TertioTertio, 18 juli 2007
door Peter Vande Vyvere

Een recent onderzoek van de bureaus Mediapoll en Fieldforce wijst op een ethisch reveil bij Belgische jongeren onder de 25 jaar (zie blz. 3). Meer dan dertigers en veertigers storen ze zich aan overmatig alcoholgebruik, roken en drinken als je zwanger bent, milieuvervuiling, racisme, vrije opvoeding of rijden zonder gordel. De hunker naar ‘normen en waarden’ groeit blijkbaar. Dat bleek ook uit het statistische jaarboek van de Vlaamse overheid, dat de resultaten van een onderzoek uit 2006 onlangs bekendmaakte. Jongeren zetten daarbij, zoals vaker, de trend.

De krant De Morgen vestigde vorig weekend de aandacht op het fenomeen van ‘straight edge,’ dat zich ook onder Vlaamse jongeren verspreidt. Straight-edgers koesteren vier principes: niet drinken, niet roken, geen drugs en geen losse seksuele contacten – vaak gekoppeld aan vegetarisme of andere vormen van gezond en milieubewust eten.

Het is zeker voorbarig om van een kentering in de zeden te spreken. Daarvoor zijn de signalen nog te zwak, de onderzoeksresultaten te recent en te weinig gesystematiseerd. Maar er beweegt onmiskenbaar iets. In Nederland en Frankrijk boekten politieke partijen die fatsoen hoog in het vaandel voeren, al eerder succes. En volgens sommigen wijst de jongste CD&V-verkiezingsoverwinning ook in die richting.

Marketeer Herman Konings werkte mee aan het jongerenonderzoek van Mediapoll en Fieldforce. Hij verklaart het ethische reveil onder jongeren als een reactie tegen de losse levensstijl van de babyboomers – hun ouders en opvoeders – en een verweer tegen de angst, de onzekerheid en de twijfels waarmee die generatie hen opzadelde. Dat klinkt aannemelijk.

Biedt het groeiende ethische besef onder jongeren kansen voor het christendom? Allicht wel, al rijst een fundamenteel ‘maar’. Het christelijk geloof valt niet te reduceren tot moraal. Het gaat allereerst om verbondenheid met God, ontmoeting met Christus en pas dan – maar onlosmakelijk daarmee verbonden – om engagement voor de medemens. Geloof leidt wel tot een ethische levenshouding, maar een ethische levenshouding niet (automatisch) tot geloof. Kerkmensen die verwachten dat het morele reveil onder jongeren een kentering van de kerk- en geloofscrisis aankondigt, maken zich illusies.

Het slechtste wat de kerk vandaag kan doen, is zelf de moraliserende toer opgaan. Dat wekt veeleer weerstand dan dat het jongeren aantrekt. Godsdienstonderricht en catechese hebben zich daar de voorbije decennia wel eens aan bezondigd en die aanpak is niet vruchtbaar gebleken. Jongeren willen zelf ontdekken wat waardevol is, het kan hen niet worden voorgezegd, hoogstens voorgeleefd.

Daar schuilt wel een kans voor de christelijke gemeenschap. Christenen die door ‘onderlinge liefde’, vriendschap met armen en zorg voor de schepping tonen dat ze het evangelie consequent beleven, kunnen wel fascineren. Veel meer met daden dan met woorden.

Maar er is meer. Onder de ethische zorg van jongeren schuilt ook een zinvraag. Konings’ vermoeden dat angst, onzekerheid en twijfel spelen, wijst daarop. Jonge mensen botsen op de grenzen van een verabsoluteerd individualisme en een radicale autonomie. De christelijke overtuiging dat er een God is die onvoorwaardelijk met de mens is begaan en niets liever wil dan dat zijn kinderen Hem beminnen en voor elkaar als broers en zussen zijn, vindt aansluiting bij een onuitgesproken verlangen. Als jongeren die overtuiging als iets reëels en tastbaars ervaren, kan de kerk voor hen iets betekenen. Daarom is er een grote behoefte aan gemeenschappen met een authentieke christelijke spiritualiteit. Het wordt dringend tijd dat parochies met een degelijke jongerenwerking, nieuwe gemeenschappen en christelijke jongereninitiatieven die leemte invullen.

Dergelijke groepen zijn van betekenis als ze jongeren het evangelie leren kennen, als ze hen leren bidden en vieren en als ze het leven dat jonge mensen zo op het spoor komen, leren doorgeven. Dat kan een grote steun betekenen voor de waardenoverdracht in de samenleving. Het helpt de broze gevoeligheid voor waarden bij jongeren stevigheid en duur te verlenen.

Laura, een straight-edger van amper vijftien, getuigt in De Morgen hoe ze haar levensstijl veranderde. Ze vertelt dat haar vader niet gelooft dat ze dat volhoudt en als lezer deel je de vrees van die vader. Die scepsis klinkt ook door in het label ‘nieuwe puriteinen’ waarmee de ethisch bewuste jongeren worden bedacht. Natuurlijk is zo’n ‘ommekeer’ op tienerleeftijd bijzonder fragiel, maar wel authentiek. En helemaal niet zo vergeefs als we denken.

Hier kan een christelijke gemeenschap wonderen verrichten. Door positieve levensbeslissingen spiritueel te verankeren, kan ze voor duurzaamheid helpen zorgen. Vanuit de overtuiging dat je na elke val weer kunt opstaan. Vanuit de bemoediging van een gemeenschap. En vanuit het geloof in een God die je nooit loslaat, hoe uitzichtloos alles ook lijkt.

Overgenomen met toestemming van Tertio.