Katholieke Stichting Medische Ethiek
23 december 2016

Gezondheidsraad pleit voor onderzoek naar ‘dertienwekenecho’ en invoering NIPT

Katholiek Nieuwsblad, 23 december 2016

De Gezondheidsraad adviseert minister Schippers (VWS) om zwangere vrouwen een ‘dertienwekenecho’ aan te bieden in het programma voor prenatale screening op aangeboren afwijkingen. Ook pleit de Raad voor invoering van de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT) als screeningstest in plaats van de huidige combinatietest.

De ‘dertienwekenecho’ zou er in eerste instantie moeten komen het kader van landelijk onderzoek naar voor- en nadelen en “de opbrengst” ervan, schrijft de Gezondheidsraad in het advies Prenatale screening, dat deze week verscheen.

‘Meer tijd voor beslissing’
Volgens de Raad zijn “veel van de zeer ernstige afwijkingen” die nu bij een twintigwekenecho aan het licht komen, eerder op te sporen. Het voordeel is “dat er meer tijd is voor vervolgdiagnostiek en voor een beslissing over het al dan niet uitdragen van de zwangerschap”.

Als nadeel noemt de Raad dat invoering leidt “tot hogere kosten”.

Onderzoek
Het genoemde onderzoek zou moeten uitwijzen “hoeveel aandoeningen kunnen worden opgespoord, hoeveel daarvan vals alarm blijken te zijn, hoe lang het duurt voor er duidelijkheid is voor de zwangere vrouw en hoe zwangere vrouwen een vroeg echoscopisch onderzoek ervaren”.

Daarnaast moet de huidige twintigwekenecho blijven bestaan, schrijft de Raad, en moet “beter dan nu het geval is” geregistreerd worden “wat precies de opbrengst is”.

‘Nog onbevangen zwanger zijn?’
ChristenUnie-Kamerlid Carla Dik-Faber is in een reactie aan Katholiek Nieuwsblad kritisch. “Wanneer er zorgen zijn over de gezondheid van een kindje, begrijp ik dat vrouwen een dertienwekenecho wensen en ook kunnen krijgen. Een standaard tweede echo draagt echter bij aan het medicaliseren van een zwangerschap. Kun je nog onbevangen zwanger zijn?”

Bovendien, zo zegt ze, mag niet de indruk ontstaan “dat kinderen een test moeten doorstaan voordat zij geboren kunnen of mogen worden. Laten we een samenleving blijven koesteren waarin er ook ruimte is voor kinderen die weliswaar extra zorg nodig hebben, maar die waardevol zijn”.

NIPT
Een flink deel van het rapport is gewijd aan de Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT). Met de NIPT kan worden gescreend op een aantal chromosomale afwijkingen, waaronder het Syndroom van Down.

De Raad adviseerde de minister eerder dit jaar al de lopende proef met de NIPT uit te breiden tot alle zwangere vrouwen. Nu pleit ze voor invoering van de NIPT als eerste screeningstest in plaats van de huidige combinatietest “omdat NIPT beter presteert”, wat maakt “dat er minder vaak invasief vervolgonderzoek nodig is”.

Critici van de NIPT
Critici van de NIPT hebben steeds betoogd dat invoering van de test bijdraagt aan stigmatisering en verminderde acceptatie van het Syndroom van Down.

Dat vermeldt ook de Gezondheidsraad op, die echter schrijft: “De commissie is voor de invoering van de test, omdat het doel van de screening niet is om geboorte van kinderen met een aandoening te voorkomen, maar om zwangere vrouwen (en hun partners) reproductieve handelingsopties te bieden.”

Betere counseling
Verder stelt de Raad dat de counseling, die zwangere vrouwen helpt bij de keuze om wel of niet aan prenatale screening mee te doen, “voor verbetering vatbaar” is. In sommige gevallen wordt er niet genoeg tijd voor genomen, in andere gevallen voldoet die niet aan de behoefte of is er onvoldoende ondersteuning bij de beslissing.

Einde ’toestemmingsvereiste informatie’
Ook wil de Raad dat er een einde komt aan het ’toestemmingsvereiste’, waarbij een zwangere vrouw eerst om toestemming moet worden gevraagd voordat de zorgverlener informatie en counseling over prenatale screening op Downsyndroom mag geven.

Volgens de Raad ontstaat daardoor het risico dat de vrouwen op basis van verkeerde of niet volledige informatie kiezen om al dan niet mee te doen aan prenatale screening. “Om die reden is de commissie van oordeel dat het recht op informatie zwaarder weegt dan het recht op het niet-weten als het gaat om de inhoud van het prenatale screeningsprogramma.” Het zou “inconsistent” zijn dat bij echoscopisch onderzoek dezelfde instemming vereist is, maar dat die in dat geval in de praktijk niet geldt.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.