Katholieke Stichting Medische Ethiek
26 september 2012

NVVE start discussie over opheffing toetsing euthanasie

Persbericht NVVE, 26 september 2012

Dit artikel verwoordt niet het standpunt van de SME. Het wordt op deze website weergegeven om een goed beeld van de actuele discussie te schetsen.

Vandaag is het jaarverslag van de regionale toetsingscommissie euthanasie over 2011 gepubliceerd. Dit jaarverslag laat zien dat euthanasie uiterst zorgvuldig wordt toegepast: slechts vier gevallen zijn als medisch onzorgvuldig beoordeeld, 1 promille van het totaal aantal meldingen.

In de afgelopen tien jaar, sinds de invoering van de euthanasiewet in 2002, is het aantal onzorgvuldige uitvoeringen altijd te verwaarlozen geweest. De gevallen die als onzorgvuldig worden beoordeeld worden doorgestuurd naar het College van procureurs-generaal en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Zolang de wet bestaat, is echter geen enkele arts vervolgd. Artsen zijn zeer zorgvuldig in het uitvoeren van euthanasie. Zij denken er als professional goed over na. De NVVE, Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde, vraagt zich af of het na 10 jaar euthanasiewet niet tijd wordt om de toetsing af te schaffen.

De toename van euthanasie bij dementie (49 gevallen in 2011 ten opzichte van 25 het jaar ervoor) en euthanasie bij psychiatrische ziekten (13 ten opzichte van 2 in 2010) is opvallend. Speciaal voor euthanasie bij psychiatrie heeft de NVVE in 2011 een Steungroep Psychiatrie in het leven geroepen. De steungroep biedt collegiale ondersteuning aan psychiaters en huisartsen die geconfronteerd worden met een vraag om hulp bij zelfdoding door een psychiatrisch patiënt. De steungroep is bij diverse casussen uit 2011 betrokken geweest. Deze casussen zijn als zorgvuldig beoordeeld. De NVVE vermoedt dat de kennis van artsen en psychiaters over de reikwijdte van de euthanasiewet , steeds groter wordt. Ook patiënten praten meer over hun wensen aan het einde van het leven met hun arts en naasten.

Bij herhaling onderstrepen de toetsingscommissies dat een schriftelijke wilsverklaring een mondeling euthanasieverzoek kan vervangen. Hoewel de schriftelijk wilsverklaring niet verplicht is, benadrukken de toetsingscommissies dat deze belangrijke aanknopingspunten biedt voor de arts. Hij gebruikt deze om overtuigd te raken van de vrijwilligheid en weloverwogenheid van het euthanasieverzoek en de ondraaglijkheid van het lijden van de patiënt. Zeker als deze zijn wil niet meer kan uiten. Evenals in 2010 is een casus van een patiënt die wilsonbekwaam was geworden, als zorgvuldig beoordeeld.