Over de grondslagen van de medische moraal

III. Medische moraal en medisch recht
1. Het belang van een internationale code voor medische moraal

Gij begrijpt, dat bij het doorlopen van de lijst der resultaten van deze zeven jaren de uitwerking van een internationale code voor medische moraal, die reeds door 42 landen is aanvaard, onze bijzondere belangstelling heeft gewekt.

2. Het probleem van een uniforme medische wereldmoraal en een medisch wereldrecht
Men kan misschien denken, dat het gemakkelijk is, een uniforme medische wereldmoraal en een uniform medisch wereldrecht te scheppen. De menselijke natuur is ongetwijfeld over de gehele aarde dezelfde in zijn fundamentele wetten en trekken; het doel van de medische wetenschap en dus ook van de ernstige arts is eveneens overal hetzelfde: helpen, genezen en voorkomen, niet schaden en doden. Dit vooropgesteld, zijn er bepaalde dingen, die geen enkele arts doet, die geen enkele arts steunt of goedkeurt, maar die hij veroordeelt. Eveneens zijn er dingen, die geen enkele arts nalaat, maar die hij integendeel eist en uitvoert. Dit is, als gij wilt, de erecode van de arts en de code van zijn plichten.

Maar in werkelijkheid vormt de huidige medische moraal nog lang niet een uniforme en volledige wereldmoraal. Er zijn betrekkelijk weinig princiepen, die overal aanvaard worden. Maar dit betrekkelijk gering aantal is de aandacht waard en verdient een grote en positieve waardering als uitgangspunt voor verdere ontwikkeling.

A. De medische moraal
Met betrekking tot de medische moraal zouden wij de volgende drie grondideeën onder uw aandacht wlIlen brengen.

1. De medische moraal moet steunen op het zijn en de natuur
En wel omdat zij moet beantwoorden aan het wezen van de menselijke natuur, haar wetten en immanente verhoudingen. Alle morele normen ook die van de geneeskunde, vloeien noodzakelijk voort uit de overeenkomstige ontologische beginselen. Vandaar de stelling: “Weest wat gij zijt.” Dit is ook de reden, dat een louter positivistische medische moraal zichzelf verloochent.

2. De medische moraal moet overeenstemmen met de rede, met de finaliteit en zich richten naar de waarden
De medische moraal leeft niet in dingen, maar in mensen, in personen, bij artsen, in hun oordeel, hun persoonlijkheid, hun opvatting en hun verwerkelijking van de waarden. De medische moraal van de arts bestaat in deze persoonlijke gewetensvragen: “Wat legt deze gedragsnorm op? Waardoor wordt zij gerechtvaardigd?” (d.w.z. welk doel streeft zij na en stelt zij zich?) “Welke waarde drukt zij uit op zichzelf, in haar persoonlijke verhoudingen, in haar sociale structuur?”

M.a.w.: “Waarom gaat het?”, “Waarom? Met welk doel? Wat is de waarde er van?” Moreel handelende mensen mogen niet oppervlakkig zijn, en als zij het zijn, mogen zij het niet blijven.

3. De medische moraal moet wortelen in het transcendente
Wat in laatste instantie door een mens is ingesteld, kan ook in laatste instantie door een mens worden afgeschaft en hij kan zich dus, als het nodig is of als hij het wil, er van ontdoen. Dit is in strijd met het bestendige van de menselijke natuur, het bestendige van haar bestemming en doel, en ook in strijd met het absolute en onaantastbaar karakter van haar wezenlijke eisen. Deze zeggen inderdaad niet: “Wanneer gij als arts goed wilt oordelen en goed wilt handelen, doe dan zo!” Maar in het diepst van het persoonlijk geweten openbaren zij zich in een heel andere vorm: “Gij moet, koste wat het kost, goed handelen! Dus moet gij zo handelen en niet anders.” Dit absolute karakter van de zedelijke eisen blijft bestaan, of de mens er naar luistert of niet. De morele plicht hangt niet af van het welbehagen van de mens! Alleen de morele handeling is zijn zaak. Dit verschijnsel van het absolute karakter van de morele orde, dat men in alle tijden constateert, dwingt ons te erkennen, dat de medische moraal uiteindelijk een transcendente grond en regel heeft. In onze toespraak tot het congres voor militaire geneeskunde hebben wij deze beschouwingen ontwikkeld en gesproken over de controle van de medische moraal.

B. Het medisch recht
Voegen wij nog een enkel woord er aan toe over het medisch recht, dat wij vroeger meer in bijzonderheden hebben behandeld.

1. Noodzakelijkheid van het medisch recht
Het leven van de mensen in gemeenschap eist bepaalde en scherp omschreven normen, maar niet meer dan het algemeen welzijn verlangt. De morele normen daarentegen strekken zich veel verder uit, zijn veel talrijker en, onder menig opzicht, minder precies afgebakend om een noodzakelijke aanpassing aan de gerechtvaardigde eisen van de afzonderlijke gevallen mogelijk te maken. De arts dringt krachtens zijn ambt diep door in het leven van individu en gemeenschap. Hij heeft in de maatschappij een brede juridische steun nodig; en ook een bijzondere bescherming van zijn persoon en zijn medische activiteit. Van de andere kant verlangt de maatschappij een waarborg voor de bekwaamheid en de bevoegdheid van hen, die zich als artsen aandienen en als zodanig optreden. Uit dit alles blijkt, hoe noodzakelijk een medisch recht is, nationaal en zo mogelijk internationaal. Niet in de zin van een gedetailleerd reglement, vastgelegd door wetten; integendeel, de staat moet zoveel mogelijk de uitwerking van dit reglement overlaten aan {nationale of internationale) artsenkamers, door aan deze de noodzakelijke bevoegdheid en sancties te verlenen. Hij moet zich het hoogste toezicht voorbehouden, de laatste sancties, de inschakeling van de orde van de artsen en van de artsenkamers in het geheel van het nationale leven.

2. Inhoud van het medisch recht
Het medisch recht moet in zijn inhoud de medische moraal uitdrukken, minstens in zover het niets bevat wat in strijd is met de moraal; moge het eens zover komen, dat het alles bepaalt, wat nodig is om aan de eisen van de natuurlijke ethiek te voldoen, hetgeen, gezien de ervaring tot op heden, een wens is, waarvan de verwezenlijking nog ver af is.

IV Samenvatting
Kort samengevat: de medische moraal is als op haar laatste fundament gebaseerd op het zijn, op de rede en op God; het medisch recht hangt bovendien van de mensen af.

Wij hebben drie punten naar voren gebracht van het rijke program van uw congres en wij hebben een enkel woord gezegd over oorlog en vrede, over de proefnemingen op de mens, over de pogingen om een medische wereldmoraal en een medisch wereldrecht te vormen.

Zo wilden wij uw persoonlijk oordeel prikkelen en oriënteren en onzerzijds een bijdrage leveren voor de vruchtbare vooruitgang en voor de verdieping van uw werk.

image_pdfimage_print