Over onderzoek en nieuwe mogelijkheden in de geneeskunde

Slot
1. De bedoeling van de paus

Onze bedoeling was, uw aandacht te vragen voor enkele beginselen van de plichtenleer, die de grenzen en de beperkingen bepalen bij het onderzoek en bij het beproeven van nieuwe medische methoden, die onmiddellijk op de levende mens worden toegepast.

2. Proeven op de levende mens zijn per se nog niet te verwerpen
Op het terrein van uw wetenschap is het een duidelijke wet, dat de toepassing van nieuwe methoden op de levende mens moet worden voorafgegaan door proefnemingen op het lijk of het studievoorbeeld en door een experimenteren op het dier. Maar soms blijkt dit procédé onmogelijk, onvoldoende of praktisch onuitvoerbaar. Dan zal het medisch onderzoek proberen zich te oefenen op haar onmiddellijk object, de levende mens, in het belang van de wetenschap, in het belang van de patiënt, in het belang van de gemeenschap, Dit is niet zonder meer te verwerpen, maar men mag niet verder gaan dan de grenzen die door de zedelijke beginselen, die wij boven hebben uiteengezet, worden gesteld.

3. De moraal stelt echter grenzen
Zeker, men mag, voordat men op zedelijk gebied het gebruik van nieuwe methoden toestaat, niet eisen, dat elk gevaar, elk risico uitgesloten wordt. Dit gaat de menselijke krachten te boven en zou ieder ernstig wetenschappelijk onderzoek verlammen en vaak uitvallen ten nadele van de patiënt. De beoordeling van het gevaar moet men in deze gevallen overlaten aan het oordeel van het ervaren en vakkundige arts. Maar toch blijft er – onze uiteenzetting heeft dat aangetoond – een graad van gevaar over, die de moraal niet kan toestaan. In twijfelachtige gevallen, waar de al bekende middelen falen, kan het gebeuren, dat een nieuwe methode, die tot nog toe onvoldoende beproefd is, naast zeer gevaarlijke elementen ook waardevolle kansen op succes biedt. Geeft de patiënt zijn toestemming, dan is de toepassing van het procédé in kwestie toegestaan. Maar deze manier van handelen mag men niet tot gedragslijn nemen voor de normale gevallen.

4. Toch belemmert de moraal de wetenschap niet
Men zal hier misschien opwerpen, dat de boven ontwikkelde ideeën een ernstige belemmering vormen voor het wetenschappelijke onderzoekingswerk. Toch zijn de grenzen, die wij getrokken hebben, geen definitief beletsel voor de vooruitgang. Op het terrein van de medische wetenschap is het niet anders geste1d dan op de andere gebieden van menselijk zoeken, menselijk proberen en menselijk handelen; de grote eisen van de moraal dwingen de onstuimige golven van het menselijk denken en willen, gelijk het water van de bergen, in een bepaalde bedding te stromen. Zij bedwingen die vloed om zijn merkwaardigheid en zijn nut groter te maken. Zij perken hem in, opdat hij niet buiten zijn oevers treedt en geen verwoestingen aanricht, die nooit zouden kunnen opwegen tegen het kostbare goed, dat nagestreefd wordt. Schijnbaar zijn de eisen van de moraal een rem. In werkelijkheid dragen zij bij tot het beste en het mooiste, wat de mens heeft voortgebracht voor de wetenschap, voor het individu en voor de gemeenschap.

5. Zegenwens
Moge de almachtige God en Zijn liefdevolle voorzienigheid u daartoe Zijn zegen en Zijn genade schenken.

© Vertaling uit het Frans van dr. M.H. Mulders c.ss.r., Ecclesia Docens nr. 131, uitgave van Gooi & Sticht, Hilversum 1954

image_pdfimage_print