Katholieke Stichting Medische Ethiek
9 mei 2024

Wat kan de barmhartige Samaritaan met Voltooid Leven ?

Voltooid Leven was begin 2020 regelmatig in het nieuws. D’66 kondigde een nieuw wetsvoorstel aan, de commissie Wijngaarden bracht een rapport uit waarin onderzoek naar de doodswens van niet ernstig zieke ouderen werd beschreven. Het onderwerp verdween uit de media door de COVID-19-pandemie, maar zal in de kabinetsformatie zeker weer terugkomen. In het najaar publiceerde de Congregatie voor de Geloofsleer de brief “De barmhartige Samaritaan (Samaritanus Bonus) ” over het “zijn bij zieken”, “zijn bij anderen”, in andere woorden “staan bij het kruis”. In deze bijeenkomst proberen we datgene wat leeft bij mensen in de maatschappij te verbinden met een filosofische visie hoe het leven goed geleefd kan worden en de christelijke betekenis van het de barmhartige Samaritaan in onze tijd.

Programma (via Zoom)

10.00 u. Opening met korte gebedsviering
10.15 u. Voltooid Leven – Rapport commissie Wijngaarden – drs. Lotte Voets, specialist ouderengeneeskundige
10.50 u. Levenskunst en Levenseinde – dr. Daan van Schalkwijk, bioloog, docent Amsterdam University College
11.25 u. Korte pauze
11.30 u. Samaritanus bonus – dr. Lambert J.M. Hendriks, rector Grootseminarie Rolduc, voorzitter Katholieke Stichting Medische Ethiek
12.05 u. Discussie in kleine groepjes en plenair
12.50 u. Slotgebeden
13.00 u. Einde

Kosten

€ 10,–, studenten op vertoon van studentenkaart € 5,–


Waarom een leven nooit voltooid is

De Sleutel, Bisdomblad van het Bisdom Roermond, Jaargang 47 / Najaar 2020, p. 22-23
door dr. Lambert Hendriks, moraaltheoloog, voorzitter Katholieke Stichting Medische Ethiek

Het euthanasiedebat is in de coronacrisis nogal verstild, maar laait af en toe weer op. Recent is dat de discussie om euthanasie mogelijk te maken bij een leven dat als ‘voltooid’ wordt beschouwd. Dat is een interessant gegeven, want wat is een voltooid leven?

De voltooiing van het leven is voor gelovige mensen een bekende uitdrukking, maar dan als iets dat we op aarde nooit kunnen bereiken. Een voltooid leven is een leven dat zijn vervulling vindt bij God. Dan is het af en is er niets dat een mens nog gelukkiger kan maken. Maar zolang we leven, hebben we die volmaaktheid niet bereikt en kunnen we ook niet voorzien of er nog iets is dat ons leven rijker kan maken.

Wie naar de reden kijkt waarom mensen in zulke gevallen om euthanasie vragen, ontdekt dat het niet zozeer gaat om de ervaring dat het leven voltooid is. Meestal hebben deze mensen geen fut meer om het leven aan te kunnen. Ze zijn letterlijk ‘levensmoe’. Hun leven is niet voltooid, maar ze hebben er geen zin meer in. Of preciezer gezegd: het ontbreekt aan zin. Mensen kunnen dan geen antwoord meer geven op de vraag: ‘wat is eigenlijk de zin van mijn bestaan?’

Behalve dat mensen de vraag naar de zin van hun leven steeds moeilijker kunnen beantwoorden, doet zich een nog veel interessanter fenomeen voor. Het lijkt er namelijk op dat mensen de vraag naar de zin van het leven niet eens meer stellen. Terwijl dit eeuwenlang de meest tot de verbeelding sprekende vraag is geweest. Niet alleen grote filosofen, maar ook gewone mensen hebben zich steeds afgevraagd: waarom leef ik? Waartoe ben ik op aarde?

Wie de vraag naar de zin van het leven niet meer stelt, kan het leven al snel zinloos vinden. Dan is het ook begrijpelijk dat mensen ongelukkig worden en dingen zeggen als: “Ik heb niet zelf kunnen kiezen dat ik geboren werd, maar ik wil minstens zelf kunnen kiezen wanneer ik sterf.” Het leven wordt dan beschouwd als een last die je overkomt. Deze visie is duidelijk het gevolg van het ontbreken van zingeving.

Een verklaring hiervoor zou de toegenomen welvaart kunnen zijn. Geluk wordt steeds meer vertaald in termen van materiële voorspoed. Eeuwenlang werd een goed leven geassocieerd met een goed karakter en goed doen aan anderen. Nu draait het om bezit en welbevinden. De economie is een bijna alles bepalende factor geworden en het lijden wordt nauwelijks nog verdragen.

Het is natuurlijk prima dat we proberen om lijden of tegenslag terug te dringen. Maar het is een utopie om te veronderstellen dat het leven alleen maar uit voorspoed zou kunnen bestaan. Het verdwijnen van pijn en lijden is namelijk iets dat we juist in het eeuwig leven verwachten. Ons leven hier wordt altijd getekend door onvolmaaktheid en zwakte. Maar in de westerse wereld is het idee ontstaan dat we pas een goed leven hebben als het ons in materiële zin goed gaat. Pijn en lijden worden dan ook op ditzelfde materiële niveau getrokken. Mensen spreken met hun arts op een manier alsof ze recht zouden hebben op zware medicatie en pijnstillers. Geluk wordt op zo’n manier een heel oppervlakkig gegeven, dat daardoor ook heel kwetsbaar is. Wat er dan ontbreekt, is de ervaring dat het leven om veel meer draait dan om welvaart en voorspoed. De waarde van het leven ligt zelfs juist helemaal niet op dat vlak.

Die waarde ligt verborgen in het leven zelf in de vrije wil die we hebben om zelf iets van ons leven te maken en niet in de voorspoed die iemand al dan niet kan ervaren. De vraag naar euthanasie is er daarom een van onmacht. Wie moe is van het leven en niet bereid is om op een andere manier naar zichzelf en zijn leven te kijken, voor hem is euthanasie een uitweg. Daarbij hoeft de vraag naar het ‘waarom’ opeens niet meer beantwoord te worden. In de ogen van veel mensen is euthanasie een oplossing, omdat er dan geen lijden meer gedragen hoeft te worden. Maar ook, omdat je geen antwoord meer hoeft te geven op de vraag wat je met je leven wil, wanneer je het als ‘voltooid’ beschouwt.

Euthanasie doet geen recht aan de waarde van een mensenleven. Wanneer mensen moeite hebben met het vinden van zingeving, dan moeten ze geholpen worden om de waarde van hun leven opnieuw te ontdekken. Vooral door liefdevolle aandacht van andere mensen. Juist het ontbreken daarvan, blijkt vaak de reden om een leven dan maar als ‘voltooid’ te beschouwen. Een einde maken aan het leven doet geen recht aan het geschenk van het leven dat we hebben gekregen. En ook niet aan de vrijheid die God ons gegeven heeft om in bepaalde mate onze weg naar het geluk zelf vorm te geven. Van het streven naar een goede economie zouden we daarom de stap moeten durven zetten naar het streven om de mogelijkheden voor mensen om zich te ontplooien en de zin van hun leven te ontdekken te verwezenlijken.

Door coronacrisis zijn mensen over de hele wereld anders aan gaan kijken tegen het leven, zeker in de westerse wereld. Hier draaide immers alles vooral om welvaart en juist die heeft het zwaar te verduren. Opeens ontdekten mensen de grote waarde van een minder hectisch leven, van meer tijd voor reflectie en van gezondheid als zodanig. Terwijl we eraan gewend waren geraakt dat zelfs gezondheid tot op zekere hoogte met geld gekocht kan worden, was opeens duidelijk dat dit een bijzonder waardevol goed is, waarvan je voor een bijzonder grot deel gewoon afhankelijk bent.

Precies deze afhankelijkheid is iets waar de moderne mens helemaal niet meer aan gewend is. Het afhankelijk worden, is zelfs vaak een motivatie om te kiezen voor euthanasie. Ondanks het actuele euthanasiedebat overheerst bij de meeste mensen de wil om te leven. Dat gaat hand in hand met het verlangen naar een goed, geslaagd leven. ‘Gelukkig zijn’ blijft daarmee het doel van iedere mens. Hoe belangrijk is het dus dat de mens in staat wordt gesteld om deze levenszin te verwerkelijken. Als alle inspanningen daarop gericht zijn, wordt ook voorkomen dat iemand bij vergissing zijn leven als voltooid beschouwt.

Juist wie met lijden te maken krijgt, ontdekt vaak dat de waarde van het leven niet ligt in voorspoed, maar in dat wat niemand van hem afpakken kan: het feit dat hij een mens is. Een mens, die weliswaar geroepen is tot een voltooid leven, maar dan een volmaakte voltooiing in Gods vaderhuis.


Onderzoek naar ouderen met doodswens aangeboden aan de minister

ZonMW, 30 januari 2020

Ongeveer 0,18% van alle 55-plussers heeft een wens tot levensbeëindiging, zonder dat zij ernstig ziek zijn. Dat komt neer op iets meer dan 10.000 mensen. Dit blijkt uit het PERSPECTIEF-onderzoek dat onder leiding van dr. Els van Wijngaarden is uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek en het Julius Centrum van het UMCU in opdracht van het ministerie van VWS en gefinancierd door ZonMw.


Wie bepaalt wanneer ons levensverhaal ‘voltooid’ is?

Katholiek Nieuwsblad, 5 september 2019
door Anton de Wit

In 2009 liet D66-coryfee Machteld Versnel-Schmitz een euthanasieverklaring opstellen. Toen ze jaren later alzheimer kreeg en naar een verpleeghuis moest, leek ze ook die verklaring echter vergeten te zijn. Ze zei toen: “Nee hoor, ik wil nog niet dood. Ik heb van die leuke kleinkinderen.” Eind juli overleed ze, na een lang ziekbed, maar dus niet door euthanasie.

Teken van beschaving?

Dit voorbeeld legt een fundamenteel probleem in onze euthanasiepraktijk bloot. Het individuele wilsbesluit is daarin leidend, maar onze wil is grillig, onbetrouwbaar, aan gemoedsschommelingen en diepere veranderingen onderhevig.

Ik las laatst een artikel in de krant over een gepensioneerde politieagent in San Francisco, wiens levenstaak het was om mensen die van de Golden Gate-brug wilden springen op andere gedachten te brengen. En vaak genoeg met succes, ook wanneer zulke mensen stellig dood wilden.

Zo’n man noemen we een held, en terecht natuurlijk. Maar wanneer ouderen dood willen, heet het plots een teken van beschaving en humaniteit wanneer we die wil respecteren, en hen nog een handje helpen ook.

Je biografische leven

De ideologische erfgenamen van Machteld Versnel-Schmitz zijn nu van zin hun ‘voltooid leven’-initiatiefwet er doorheen te rammen, ook al mist daarvoor het politieke draagvlak in de coalitie. Laten we in dit geval maar hopen dat de regeringspartijen er niet uit komen, en de christelijke partijen dit stukgereden D66-stokpaardje beslist bij het grofvuil zetten.

In een interview met het Algemeen Dagblad over de initiatiefwet, zei D66-Kamerlid Pia Dijkstra iets interessants: “Tegenwoordig wordt het verschil tussen je biografische leven en je biologische leven steeds groter. Je levensverhaal kan voor je gevoel af zijn, maar door de technologische vooruitgang kunnen we je lichaam steeds langer aan de praat houden.”

Daar wringt het natuurlijk ten diepste: we vinden het moeilijk te accepteren dat wij niet zélf de auteur van ons leven te zijn. Toch hoef je niet gelovig te zijn om dat feit onder ogen te zien: de eerste bladzijde, het ‘In den beginne’ of ‘Er was eens’, schrijven wij toch ook nooit zelf? Ons leven begon niet met ons wilsbesluit.

Daar heeft ze natuurlijk een punt. Nog blijft het de vraag: moeten we er zulke ingrijpende consequenties aan verbinden wanneer het leven ‘voor je gevoel’ af is? En wat betreft dat ‘biografische’ argument: wie is eigenlijk de auteur van jouw levensverhaal? Wie bepaalt wanneer de laatste bladzijde komt, wanneer ons levensverhaal ‘voltooid’ is? Zijn wij dat werkelijk zelf? De minst betrouwbare biografen zijn immers autobiografen.

Wij zijn niet zelf de auteur van ons leven

Zo veel van het goede dat ons overkomt, komt aanwaaien, uit de lucht vallen, wordt door toeval of lotsbestemming geschonken, hoe je het ook noemen wilt. Ook het verdriet, het lijden, de tegenslagen die we ontmoeten op ons levenspad, hebben we niet zelf bedacht (we zouden wel gek zijn!). Ze maken, als we eerlijk en niet te kleinzerig zijn, het verhaal wél de moeite waard. Waarom zou je dat verhaal voortijdig dicht willen slaan?

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.