Katholieke Stichting Medische Ethiek
2 december 2016

Vaccin of geen vaccin?

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 2 december 2016
door Mariska Orbán

Op internet en op tv voeren ouders een discussie: wel of niet vaccineren? Wat zegt de Kerk hierover? En mag je vaccins gebruiken die gemaakt zijn op basis van materiaal uit geaborteerde menselijke foetussen?

Waren het eerst een paar ouders die vanwege hun protestants- christelijke geloof hun kinderen niet vaccineren, nu twijfelen steeds meer ouders over vaccinatie. Vooral hoogopgeleide moeders slaan de consultatieprikken over. Ze zijn bang voor de bijwerkingen en vinden dat er te weinig informatie is over de gevolgen van de vaccins.

Volgens het RIVM zouden in 2015 36 kinderen zijn overleden aan kinkhoest, difterie, polio, tetanus of mazelen als daar geen vaccins tegen zouden bestaan. Van de kinderen die tussen 1952 en 1992 werden geboren, zouden er duizenden hun leven hebben te danken aan vaccinaties. Vanaf 1953 zijn geleidelijk de vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, mazelen, rodehond en de bof ingevoerd.

‘Niets op aan te merken’
Kinderen inenten beschermt ze tegen ziekte en kan voorkomen dat ze vroegtijdig overlijden. “De katholieke Kerk heeft daarom in algemene morele ethische zin niks aan te merken op vaccinatie”, legt Janthony Raymakers van de Katholieke Stichting Medische Ethiek uit. “Door een bestanddeel van een bacterie of een verzwakt virus toe te dienen, simuleer je een specifieke infectie waardoor je afweersysteem antistoffen aanmaakt tegen die infectie. Daar is niets op aan te merken.”

‘Levende cellen’
Waar je wel in ethische zin over na kunt denken, is de manier waarop een vaccin gemaakt is. “Om een vaccin tegen een virusinfectie te maken, heb je altijd levende cellen nodig, want virussen kun je alleen kweken met levende cellen. Daarvoor kun je apennieren gebruiken. Of kippeneieren of insecten. Maar voor bepaalde vaccins, bijvoorbeeld dat tegen rodehond, zijn cellen gebruikt die doorgekweekt zijn vanuit het longweefsel van een geaborteerde foetus, die al decennia oud is. Die cellen zijn wel tot in de eeuwigheid doorgekweekt en zijn nu niet meer menselijk. Maar ze hebben een moreel verwerpelijke afkomst.”

BMR-cocktail
In het ‘standaardpakket’ waar kinderen op het consultatiebureau en later bij de schoolarts tegen worden ingeënt, is alleen het vaccin tegen rodehond gekweekt met foetale cellen. Het zit in de BMR-cocktail (bof, mazelen en rodehond) die kinderen met 14 maanden en met negen jaar krijgen. Andere vaccins die met foetale cellen tot stand zijn gebracht zijn Poliovax tegen polio, Imovax tegen hondsdolheid, VAQTA tegen hepatitis A en Varivax tegen waterpokken en gordelroos. In 2005 verklaarde de Pauselijke Academie voor het Leven over dit soort vaccins: “Er bestaat een zware verantwoordelijkheid om alternatieve vaccins te gebruiken als die voorradig zijn en om als ouders te protesteren en druk uit te oefenen op overheid en zorginstanties om alternatieve vaccins te valideren.” De Kerk onderstreept daarbij dat ouders óók de morele plicht hebben om met een goed vaccin te zorgen voor de gezondheid van hun eigen kinderen, van andere kinderen en van de hele samenleving. “Want de last van deze belangrijke strijd mag niet gedragen worden door onschuldige kinderen en niet door de gezondheidstoestand van de hele maatschappij en, in het bijzonder, niet door zwangere vrouwen.”

‘Toelaatbaar’
Raymakers: “De Kerk ziet dus de toelaatbaarheid van op deze wijze verkregen vaccins als een voorlopige, bij gebrek aan een alternatief en gezien het belang voor de volksgezondheid. Zij erkent dat er een verwijderde vorm van materiële medewerking aan een kwaad bestaat bij ouders die kun kind laten inenten met het rubellavirus tegen rodehond, maar acht dit toelaatbaar om bovenstaande redenen.”

Het document vertelt verder dat wanneer een vrouw met rodehond wordt geïnfecteerd de kans 95% is dat haar ongeboren kindje wordt geïnfecteerd, wat het congenitaal rubella syndroom veroorzaakt. Een ernstige epidemie veroorzaakte in 1964 in de VS 20.000 gevallen van congenitale rubella, wat leidde tot onder meer 2100 gevallen van neonatale sterfte en 11.600 gevallen van doofheid. De epidemie vormde de aanzet tot het ontwikkelen van een vaccin.

Volgens Janthony Raymakers is het vaccineren van twaalfjarige meisjes tegen HPV, het virus dat baarmoederhalskanker kan veroorzaken, een ander verhaal. “Dit gaat om een SOA, wat in verband staat met een promiscue levensstijl. Wanneer je een normale, monogame huwelijksband aangaat, loop je geen of nauwelijks kans op zo’n besmetting.”.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.