Katholieke Stichting Medische Ethiek
14 mei 2012

Voortplantingstechnologie heeft maatschappelijke gevolgen

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 14 mei 2012
door drs. J.E.R. Trapman, socioloog, uitvoerend werkzaam in de zorg

De ontkoppeling van seksualiteit en voortplanting is al zo oud als de mensheid, maar neemt allengs drastischer vormen aan.

Sinds 1948 kan er officieel buiten het lichaam om bevruchting worden bewerkstelligd, aanvankelijk via kunstmatige inseminatie, later ook via ivf en recent ook via icsi (intracellulaire sperma-injectie van zaadcel in eicel in het lab). De aldus ontstane embryo’s kunnen, en mogen sinds 2011, ook worden ingevroren. Nederlands onderzoek naar de gevolgen van de modernste methoden gebeurt enkel nog vanuit medisch-technische hoek en duurt tot het vijfde levensjaar van het kind. Hoe staat het nu met de andere menswetenschappen? Heeft de voorgeboortelijke geschiedenis van de mens invloed op zijn fysiek, psychisch of geestelijk leven? Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan. Aangezien in 2009 minstens 2 procent van de levendgeborenen alleen al via IVF is ontstaan (Nederlandse Vereniging Voor Obstetrie en Gynaecologie), wordt het tijd dat het Centraal Bureau voor de Statistiek gegevens gaat vastleggen over de ontstaanswijze van kinderen, zodat er sociologisch onderzoek kan gaan plaatsvinden. Kinderen op zoek naar hun ouders, en ouderen die trots zijn op hun voorgeslacht, leveren het bewijs dat de levensboom, niet met zaadjes en eitjes, maar met echte mensennamen, niets aan waarde heeft ingeboet.

U vraagt, wij draaien
Innovaties zijn toegestaan zolang er geen wet is die deze verbiedt. De wetgever is geneigd technische ingrepen op medische grond toe te staan. In de praktijk worden ook aanvragen op ‘sociale grond’ gemakkelijk gehonoreerd. Bij het etiket ‘onbegrepen subfertiliteit’ na een jaar samenleving begint de medische molen te draaien, betaald vanuit gemeenschapsgeld. Ook als er geen verklaring wordt gevonden voor het uitblijven van zwangerschap, staat de deur open richting genoemde behandelingen. Maar zijn er niet legio voorbeelden van echtparen die na jaren ineens vruchtbaar bleken ? Ook bestaat ‘secundaire onbegrepen subfertiliteit’, als een tweede kind uitblijft.

Een kind staat voor onschuld en toekomst. Het verleent status. Een kind genereert echte liefde. Begerenswaardige zaken. Het geduld van de postmoderne vrouw wordt dan wel op de proef gesteld als een zwangerschap uitblijft of als de kritieke leeftijdsgrens nadert. En als er dan drie ivf-pogingen uit de basiszorgverzekering worden aangeboden ( hoewel in het regeerakkoord van 2010 staat dat slechts de eerste poging zal worden vergoed, besparing 30 miljoen), kan dat tot een langdurige behandeling leiden. De artsenorganisaties (NHG, NVOG) roepen sinds 2010 via richtlijnen wel op tot grotere zorgvuldigheid en terughoudendheid.

Zolang een vrouw geheel in beslag wordt genomen door de kinderwens of een man door het streven naar een zoon, is de plaats van de eventuele partner een ondergeschikte. Drieduizend jaar geleden al trachtte Elkana zijn plaats terug te veroveren bij zijn diep treurende, kinderloze vrouw met de woorden: “Ben ik je niet meer waard dan tien zonen?”( 1 Sam. 1,8). Die woorden zullen niet voor niets de eeuwen hebben getrotseerd.

Het onmondige kind
Een embryoloog van het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde te Amsterdam onderzoekt volgens Het Parool van 21 januari of het mogelijk is bij kankerpatiƫntjes testikelweefsel af te nemen om later als stamcellen terug te plaatsen zodat er gezond zaad kan worden aangemaakt. Is hier de lichamelijke integriteit niet in het geding (vgl. art. 11 van de Grondwet)? Hoe wordt deze weliswaar kleine ingreep uitgelegd aan het kind en welke invloed heeft dat op zijn psyche en lichaamsbeleving, die door de ziekte toch al niet optimaal is?

Een hoogleraar uit Nijmegen poneert dan weer dat het uit liefde kan zijn als potentiĆ«le ouders het geslacht van hun kind kunnen kiezen (artikel 26 van de Embryowet staat dit niet zomaar toe). Slechts een stelling, maar wel een kortzichtige. Hoe kan zo’n kind ooit loskomen van zijn ouders als het niet tevreden is met zijn geaardheid en moeite heeft om de eigen seksuele identiteit te verwezenlijken? En wie heeft dat eigenlijk niet?

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad