Katholieke Stichting Medische Ethiek
1 september 2008

Waarom de profetische visie van Humanae Vitae niet wordt aanvaard

TertioTertio, 1 september 2008
door Daniël Maes o. praem.

Veertig jaar nadat Paulus VI zijn encycliek Humanae Vitae schreef, leeft bij ontelbaren nog steeds een grondige afkeer van deze boodschap. Uit de vele mogelijke redenen wil ik slechts drie elementen aanhalen, die te weinig aandacht krijgen.

Vooreerst een geest van diep wantrouwen. De eerste christenen legden zich ernstig toe op “de leer van de apostelen” (Hnd 2, 42). Nu wijden velen zich ernstig aan de kritiek op de leer van Paulus VI. Twee voorbeelden. Johannes XXIII had een voorbereidende commissie ingesteld die niet tot een eensgezinde aanbeveling kon komen. Daarom breidde Paulus VI haar uit, maar ook zij kon geen duidelijkheid verschaffen. Een nog meer uitgebreide commissie evenmin. Tenslotte stelde Paulus VI een kleinere commissie aan die in oktober 1967 wel een eensgezinde raadgeving kon voorleggen. De meningen van al deze commissies waren strikt geheim en enkel bedoeld als aanbevelingen aan de paus, maar in april 1967 lekte het verdeelde rapport van een van de commissies toch uit. Een meerderheid stelde daarin voor, de beslissing omtrent contraceptie aan het persoonlijk geweten over te laten, een minderheid oordeelde dat dit moreel niet verantwoord kon worden. Het uitgelekte rapport van de meerderheid werd driftig toegejuicht en nagenoeg verheven tot wat de officiële leer van de kerk zou moeten zijn. Er is niets mis met raadgevers die in een belangrijke en moeilijke aangelegenheid niet meteen tot een eensgezindheid komen en in een geheim rapport hun verschillen eerlijk uitdrukken. Er is wel iets mis met hen die deze raadgevingen onfeilbaar gezag toekennen om de boodschap van Humanae Vitae zelf te kunnen verwerpen.

Op gelijkaardige wijze werd de verdeeldheid van de anglicaanse kerk gebruikt. De Lambethconferentie van 1930 handelde onder meer over huwelijk en geboorteregeling. Hier werden zeer voorzichtig en onder uiterst strikte voorwaarden, “andere methoden” dan onthouding aangenomen, met 193 voor, 67 tegen en veertig onthoudingen, wat al een diepe verscheurdheid openbaart. Na het verschijnen van Humanae Vitae werd in Leuven een thesis geschreven die deze anglicaanse opening voor contraceptie ijverig toejuichte als “een verruimde visie”, “een meer persoonlijke moraal” (EThL 48,1972). En zo is het gebleven. Inmiddels stevende de Lambethconferentie van augustus 2008 af op een schisma, dank zij haar ethische verruiming, de wijding van homoseksuele bisschoppen, de wijding van vrouwen. Een vierde van de bisschoppen uit de derde wereldlanden was al ostentatief afwezig. Moeten we hier de argumenten halen om Humanae Vitae af te wijzen?

Een andere moeilijkheid ligt in het begrijpen en aanvaarden van de eenheid en de geestelijke dimensie van de mens en zijn vruchtbaarheid. Onze hoog technisch ontwikkelde maatschappij verleidt ons om alles louter materialistisch te zien. Verwekken wordt dan “produceren”, onze organen “functioneren” niet meer en worden vervangen alsof het onderdelen waren, waarbij de handelaar in onderdelen natuurlijk gouden zaken doet. Humanae Vitae heeft echter een diepere visie op heel de mens met zijn natuurlijke én bovennatuurlijke roeping (HV 7), een integrale visie op de echtelijke liefde, die menselijk, alomvattend, trouw, exclusief en vruchtbaar is (HV 9). Dan deelt zelfs onze kleine teen in de volle waardigheid van onze menselijke persoon! Een auto kun je louter technisch repareren, de overdacht van menselijk leven is evenwel een kostbare menselijke én goddelijke gave die verbonden is met een “objectieve zedelijke orde” (HV 10). Daarom hebben ouders geen “recht” op kinderen alsof het materiële bezittingen waren, die ze zelf “produceren”. Wel hebben kinderen het recht om alleen in een vaste relatie van vader en moeder te worden verwekt, ontvangen, gedragen en opgevoed. Humanae Vitae verwijst naar onze God en Vader, die liefde is, als de bron van menselijke vruchtbaarheid: “Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, naar wie alle vaderschap in de hemel en op aarde genoemd wordt” (Ef 3, 14-15, zie HV 8).

De centrale boodschap ligt in de bevestiging van de eenheid van de twee betekenissen van de huwelijksgemeenschap: eenwording en voortplanting (HV 12). Waarom mogen liefdesgemeenschap en vruchtbaarheid niet technisch, kunstmatig gescheiden worden? Hiervoor kunnen we inderdaad geen louter technisch argument aanvoeren. Een vergelijking kunnen we wel vinden in ons eten en drinken, die ook een onverbreekbare dubbele betekenis bevatten: we genieten ervan en daardoor zorgen we tevens voor ons levensonderhoud. De menselijke vruchtbaarheid overstijgt ons louter menselijke kennen én kunnen. Dit begrijp je niet als je ook niet de boodschap van het boek Genesis begrijpt waar gesproken wordt over de boom van het leven en de boom van goed en kwaad, door God geplant. De vruchtbaarheid door middel van het tweevoud van de geslachten danken wij niet aan de moderne automobielindustrie maar is Gods creatieve vondst, een onaantastbare gave én opdracht, niet van ons maar voor ons. Dit aanvaarden en er naar handelen wekt geluk en leven. Het tegendeel brengt ellende. Deze ellendige gevolgen lezen we in Humanae Vitae nr. 17. Is ooit een profetische boodschap achteraf zo overweldigend bewaarheid geworden?

Graag wordt Johannes XXIII als de goedlachse, democratische paus gesteld tegenover Paulus VI met zijn zogenaamd moralisme en autoritaire houding. In zijn encycliek Mater et Magistra (1961) handelt Johannes XXIII over de bevolkingsgroei (nr. 185 – 199). Met de sterkste bewoordingen spreekt hij over de onaantastbaarheid van de natuurwetten van de menselijke vruchtbaarheid als “heilige wetten van God”: “Deze wetten zijn onschendbaar en onveranderlijk” (nr. 193). Humanae Vitae zal niet minder dan vijf maal naar deze passages verwijzen (HV 4 (2 x), 13, 14, 23). Hebben vele theologen dit gelezen?

Een derde moeilijkheid is de verblinding door de spectaculaire ontdekking van de kunstmatige contraceptie. Nooit eerder was het mogelijk geweest op zulk een radicale wijze de vruchtbaarheid uit te sluiten in de huwelijksdaad. Het leek een fantastisch feest en het Westen verkeerde meteen in een contraceptieve roes. Nagenoeg ieder die enig gezag had, deelde in de triomf van de contraceptie, wat de illusie van het huwelijksgeluk voorhield. Gedurende decennia werden godsdienstlessen en bezinningsdagen gevuld met propaganda voor “efficiënte contraceptie”. De openbare opinie had niet door dat de optocht georganiseerd werd door een oppermachtige farmaceutische industrie die fabelachtige winsten maakte. Kritische stemmen die opmerkten dat deze contraceptie eigenlijk een ontwrichting is van een natuurlijk ritme met onvoorspelbare psychische en fysische gevolgen, werden in de kiem gesmoord. Inmiddels zijn een hele reeks van deze gevolgen duidelijk geworden (zie: Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium 2008 van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie, www.bcfi.be of lees gewoon een bijsluiter bij gelijk welke contraceptieve pil). En toch blijft de verblinding bijna onaangetast.

Hoe konden, in deze sfeer, onthouding en natuurlijke geboorteregeling, door Humanae Vitae aangeprezen, op iets anders dan een hoongelach onthaald worden? (HV 16). En de eerste natuurlijke geboorteregeling met haar periodiek onthouding was inderdaad eerder een primitief kansspel. Daarom had Pius XII de medische wetenschap al in 1951 gesmeekt om ernstige studie te maken van een betrouwbare kennis en waarneming van het natuurlijke ritme van de vruchtbaarheid (HV 24). Enorme ruimtetuigen naar de maan schieten en ze precies op de aangegeven tijd en plaats laten landen was commercieel veel interessanter. Een nauwkeurige kennis verwerven van de vruchtbaarheid, zou wel de hele mensheid verheffen maar leverde de farmaceutische industrie geen winst op. Toch zijn de natuurlijke vruchtbaarheidsmethoden inmiddels even betrouwbaar als gelijk welke contraceptie en kunnen bovendien als geen ander middel de huwelijksrelatie opbouwen (zie bijvoorbeeld www.nfp.be). De vruchten staan al beschreven in de mooie tekst van Humanae Vitae nr. 21.

Toen Jérôme Lejeune, professor van genetica te Parijs, in Vlaanderen uitgenodigd werd voor een voordracht werd hem achteraf door jongeren de vraag gesteld: “Is aids een gesel Gods?” Hij antwoordde: “Ik weet alleen deze drie dingen, dat God altijd barmhartig is, dat mensen soms barmhartig zijn en dat de natuur nooit barmhartig is”. Hij wilde uitleggen dat de menselijke vruchtbaarheid zo iets is als een enorme energiebron. Gebruik je ze zoals ze moet gebruikt worden, dan geeft ze leven, zo niet is ze dodelijk. Hij was niet alleen een groot wetenschapper maar ook en wijze en een gelovige.

Paulus VI staat met zijn encycliek Humanae Vitae in de rij van de grote profeten van de mensheid, naast Hypocrates die vier eeuwen voor onze christelijke tijdrekening met zijn artseneed getuigde van een ontzagwekkende eerbied voor de heiligheid van het menselijk leven, wat ook door onze huidige westerse beschaving massaal en schaamteloos wordt verworpen.

Overgenomen met toestemming van Tertio.