Rkkerk.nl, 12 december 2008
De Congregatie voor de Geloofsleer publiceerde vandaag de instructie ‘Dignitas Personae’ (Over de waardigheid van de persoon). Het document gaat over medisch-ethische kwesties rond de voortplanting, experimenten met menselijke embryo’s en het veranderen van menselijk DNA.
Mgr. Eijk, aartsbisschop van Utrecht en binnen de Nederlandse Bisschoppenconferentie referent voor medisch-ethische kwesties, in een eerste reactie op de instructie: ‘De snelle vooruitgang van de biomedische wetenschap maakt de ontwikkeling van nieuwe therapieën mogelijk. Maar zij geeft ook een macht over de oorsprong van het leven en over de erfelijke aanleg van mensen waaraan bedenkelijke kanten vastzitten. Niet alles wat technisch mogelijk is, is daarmee ook moreel goed. De nieuwe instructie geeft heldere antwoorden op complexe vragen’.
‘Dignitas Personae’ staat in het verlengde van de instructie ‘Donum Vitae’ (De gave van het leven, 1987) over het respect voor het menselijk leven tijdens zijn ontstaan en voor de voortplanting. Door de verdere ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden en technieken om in te grijpen in de voortplanting en de erfelijke aanleg van mensen zijn nieuwe ethische vragen gerezen. Ten aanzien van deze vragen geeft de instructie ‘Dignitas Personae’ een duidelijke oriëntatie en draagt zij bij aan de gewetensvorming (nr. 10). Nieuwe technieken in de biogeneeskunde kunnen doelen dienen die op zich goed zijn, zoals het vooruithelpen van medisch onderzoek, het tegemoetkomen aan de kinderwens en het voorkomen en behandelen van ziekten. Maar goede bedoelingen heiligen niet elk middel, zeker niet als een techniek ten koste gaat van menselijk leven.
Fundamentele waarden
De instructie herinnert eraan dat de morele aanvaardbaarheid van nieuwe medische technieken afhangt van een aantal te respecteren fundamentele waarden (nr. 12). Het beginnend embryo is niet een ‘groepje cellen’. Het heeft met name in zijn DNA een welomschreven programma voor zijn verdere ontwikkeling met een duidelijke doelgerichtheid zoals blijkt bij de geboorte. Vanaf de conceptie tot aan de natuurlijke dood hebben we te maken met het leven van een mens, wiens rechten als die van elke menselijke persoon dienen te worden gerespecteerd.
Het belangrijkste hiervan is het onschendbaar recht van ieder menselijk wezen op leven (4). Dat sluit het gebruik uit van het menselijk embryo als ‘biologisch materiaal’ dat kan worden gebruikt voor experimenteel-wetenschappelijk onderzoek (19) of voor de medische behandeling van andere mensen: bijvoorbeeld het gebruik van embryonale stamcellen bij therapeutisch kloneren (30, 32). Handelingen waarbij embryo’s worden blootgesteld aan een groot risico om beschadigd te raken of verloren te gaan, zijn onaanvaardbaar, zoals het invriezen van embryo’s (18-19) en ook IVF . Bij IVF gaat ruim 80% van alle gebruikte embryo’s verloren, terwijl circa een derde van de vrouwen die er gebruik van maakt, zwanger wordt (14-15). Vanwege de beschermwaardigheid van het menselijk embryo vanaf de conceptie zijn ook het aborteren van overtollig geachte embryo’s in de baarmoeder (embryo-reductie) bij meervoudige zwangerschap, het voorkomen dat embryo’s zich innestelen (interceptie) of het opwekken van menstruatie bij uitblijven ervan met als doel het reeds ingenestelde embryo verloren te laten gaan (contragestatie, 23) af te wijzen.
Huwelijksband
‘Dignitas Personae’ herinnert aan een andere te respecteren waarde: de eenheid van het huwelijk en het echtpaar. Deze eenheid impliceert het recht van de huwelijkspartners om uitsluitend via elkaar vader en moeder te worden. Elke vorm van bevruchting, waarbij een van beide donoren niet een van de huwelijkspartners is (de zgn. heterologe bevruchting), gaat in tegen de eenheid van het huwelijk. Ook de in-vitrobevruchting waarbij de gehuwden zelf de donoren zijn (homologe bevruchting) stuit op essentiële ethische bezwaren. Naast het reeds gesignaleerde onacceptabel hoge verlies aan embryo’s bij IVF houdt kunstmatige bevruchting een ontkoppeling in van voortplanting en huwelijksdaad. Dit geldt ook voor variaties op IVF zoals de intracytoplasmatische injectie van spermatozoïden (ICSI, nr. 17). Bij kloneren is er een volstrekte scheiding tussen voorplanting en seksualiteit en staat de voortplanting in extreme zin los van elke vorm van zelfgave tussen man en vrouw (29).
DNA
Ingrijpen in DNA op het niveau van lichaamscellen voor therapeutische doeleinden is aanvaardbaar. Op het niveau van de kiemcellen zijn de risico’s te groot en impliceert het noodzakelijk gebruik van IVF een essentieel ethisch probleem. Ingrijpen in het DNA alleen om de erfelijke aanleg en eigenschappen van mensen te verbeteren moet worden afgewezen.
Adoptie
De Kerk heeft begrip voor het rechtmatige verlangen naar een kind en begrijpt het lijden dat vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken bij echtparen. Maar dat verlangen gaat niet boven de waardigheid van het menselijk leven (16). Om te voldoen aan de kinderwens van vele kinderloze koppels moedigt ‘Dignitas Personae’ aan om de wetgeving zo aan te passen dat adoptie gemakkelijker wordt. Daardoor kunnen veel kinderen die geen ouders hebben, een thuis krijgen dat bijdraagt aan hun menselijke ontwikkeling. (13).
Onvervreemdbare waarde
Tot besluit motiveert de instructie de positie en de inzet van de Kerk in bio-ethische kwesties: “Er zijn mensen die zeggen dat de morele leer van de Kerk te veel verboden omvat. (…) maar achter ieder ‘nee’ in de moeilijke taak onderscheid te maken tussen goed en kwaad, schittert een groot ‘ja’ voor de erkenning van de waardigheid en de onvervreemdbare waarde van iedere unieke mens die tot leven is geroepen” (36 en 37).
Overgenomen met toestemming van RKkerk.nl.
Download de Nederlandse vertaling van “Dignitas Personae”