Inspectie voor de Gezondheidszorg, 9 februari 2017
In 2015 werden in Nederland 30.803 zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd. De meeste daarvan vonden plaats bij vrouwen tussen 25 en 30 jaar. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de Wet afbreking zwangerschap.
Het is voor het eerst dat vrouwen tussen 25 en 30 jaar de grootste groep vormen bij de zwangerschapsafbrekingen (7.339 abortussen in deze leeftijdscategorie). Dit was voorheen altijd de groep van 20 tot 25 jaar. In deze groep daalt het aantal abortussen sinds een aantal jaar. De groep 25 tot 30 jaar vertoont een geleidelijke stijging sinds 2007.
In 2015 werden er 3 procent minder tienerzwangerschappen afgebroken dan het jaar ervoor. Sinds 2002 daalt het aantal afgebroken tienerzwangerschappen. Bij 13 procent van de abortussen ging het om vrouwen die in het buitenland wonen en voor de behandeling naar Nederland kwamen.
In 1024 gevallen (4,6 procent van de zwangerschapsafbrekingen) was er een relatie tussen prenatale diagnostiek en de abortus. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
Er waren in 2015 30.803 zwangerschapsafbrekingen, 442 meer dan in het jaar ervoor. Sinds 2008 was er sprake van een licht dalende trend in het aantal abortussen. Deze trend zet zich in het jaar 2015 dus niet voort.