Gezondheidsraad, 5 oktober 2006
In 2003 gaf het ministerie van VWS de aanzet tot een programma waarbij alle zwangere vrouwen onder de 36 jaar gescreend worden op de aanwezigheid van downsyndroom bij hun kind. De screening zou in een achttal regionale centra moeten worden uitgevoerd.
Op verzoek van de minister van VWS heeft de Gezondheidsraad acht vergunningaanvragen voor prenatale screening van deze centra beoordeeld. Gezien de verstrekte informatie moest de Commissie WBO van de raad volstaan met een tussenbericht waarin zij aangeeft op welke punten de aanvragers nog duidelijkheid moeten verschaffen. Het screeningsprogramma kan dus nog neit direct worden uitgevoerd. Met deze tussenevaluatie is de screening zeker weer een stap dichterbij.
Screenen heeft alleen zin als er consequenties aan verbonden worden. Veelal zullen ouders kiezen voor een abortus. Een landelijk screeningsprogramma zal er waarschijnlijk toe leiden dat meer kinderen met downsyndroom worden geaborteerd. Aan de erkenning dat gehandicapt leven ook door God gegeven leven is dus gerespecteerd moet worden zal het screeningsprogramma niet in positieve zin bijdragen. (Webredactie SME)
Bron
Gezondheidsraad. Commissie WBO. Wet bevolkingsonderzoek: aanzet tot een landelijk programma voor prenatale screening; downsyndroom en neuralebuisdefecten. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006; publicatie nr 2006/03WBO. ISBN-10: 90-5549-619-7, ISBN-13: 978-90-5549-619-8