Advies: verruim wet op embryo’s

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-van Dorp, bij het in ontvangst nemen van de evaluatie van de Embryowet op 9 maart 2006 in Den Haag (VWS)

Hartelijk dank mw. Olsthoorn en de andere leden van de evaluatiecommissie voor uw rapport. Uit de conceptversie van het rapport is mij wel duidelijk geworden dat u de evaluatie van de Embryowet erg gedegen hebt uitgevoerd. U gaat in uw onderzoek in op de vele aspecten van de wet en u doet ook een hele serie even relevante als interessante aanbevelingen.

De Embryowet, dat zal u tijdens de evaluatie wel duidelijk zijn geworden, is geen eenvoudige wet. De wet gaat over een onderwerp dat fundamentele ethische vragen oproept. Bovendien gaat hij over ingewikkelde techische materie die ook nog eens voortdurend in ontwikkeling is. Juist omdát het hier gaat om complexe materie, materie die letterlijk raakt aan de kern van het leven, wil ik de
inhoud van uw rapport eerst heel goed bestuderen voordat ik er een standpunt over inneem. Ik zal vandaag dus nog niet inhoudelijk reageren op uw bevindingen. Ik ben van plan om dat na de zomer te doen.

Ik ben overigens blij dat het algemene beeld uit het evaluatieonderzoek positief is. De invoering van de wet is naar verwachting verlopen. Dit vind ik een belangrijke constatering. Bovendien is uit het evaluatie-onderzoek gebleken dat de grenzen die de Embryowet stelt duidelijk zijn. Ook dat vind ik van groot belang.

Toch heeft u, onderzoekers, bij de evaluatie op sommige onderdelen ook knelpunten geconstateerd. Soms gaat het daarbij om moeilijke en fundamentele kwesties. Kwesties waar je gewoon niet lichtvaardig over kán en mág denken. Dat zal ik dus ook niet doen. Ik doel bijvoorbeeld op het pleidooi voor opheffing van het tijdelijke verbod op het creëren van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. Dat tijdelijke verbod zou een belemmering vormen voor de voortgang van onderzoek op het gebied van onder meer de voortplantingsgeneeskunde en celtherapie.

Het zal u waarschijnlijk wel bekend zijn dat in het Regeerakkoord is afgesproken dat dit tijdelijke verbod gedurende deze kabinetsperiode niet wordt opgeheven. Voor mij zal dit punt dus één van de lastigste kwesties worden om daarover tot een afgewogen oordeel te komen.

Maar dat geldt ook voor andere punten. Bijvoorbeeld voor het voorstel om geslachtsselectie bij dragerschap, door de onderzoekers aangeduid als selectie om indirectmedische redenen, toe te staan. Of om het gebruik van geslachtscellen en embryo’s voor onderwijs en kwaliteitsverbetering vaker toe te staan dan nu volgens de Embryowet mag. Nogmaals: ik kan en wil vandaag nog niet inhoudelijk reageren op deze punten. Daarvoor is deze materie, zoals ik al zei, te complex. Ik wil er eerst goed over nadenken voordat ik met een officiële reactie kom.

Dat neemt niet weg dat ik veel waardering heb voor het werk van de evaluatiecommissie. U heeft in uw rapport duidelijk aangegeven waar er eventueel veranderingen of verbeteringen in de Embryowet mogelijk zijn. Later dit jaar laat ik weten of uw aanbevelingen voor mij aanleiding vormen maatregelen te nemen. U hoort dus nog van mij.

image_pdfimage_print