Medisch Contact, 19 juli 2010
door Robert Crommentuyn
De zorg rond het levenseinde is in Nederland goed te noemen. In een internationale vergelijking eindigt ons land op de zevende plaats.
Medisch Contact, 19 juli 2010
door Robert Crommentuyn
De zorg rond het levenseinde is in Nederland goed te noemen. In een internationale vergelijking eindigt ons land op de zevende plaats.
Katholiek Nieuwsblad, 8 juli 2010
Duitse katholieken reageren geschokt op een uitspraak afgelopen dinsdag van het federaal gerechtshof over gentests op embryo’s. Het hof stond onlangs pre-implantatiediagnostiek toe. Dit houdt in dat kunstmatig verwekte embryo’s getest mogen worden op genetische afwijkingen voordat zij in de baarmoeder worden teruggeplaatst.
In acht procent van alle overlijdens van minderjarigen in Vlaanderen werd een middel toegediend om het leven van het kind te beëindigen. Dit gebeurde echter nooit op verzoek van het kind zelf waardoor er officieel niet over euthanasie kan worden gesproken. Dat blijkt uit een studie van de Vrije Universiteit Brussel en de Universiteit Gent.
Pro Vita Humana, 17e jaargang, 2010 nr. 2, p. 054-060
door mw.mr M. Daverschot, juridisch adviseur voor de gezondheidszorg, lid van diverse klachtencommissies
Katholiek Nieuwsblad, 25 juni 2010
door Henk Rijkers
Voor een winstgevend bedrijf moet je investeren in goede machines. Bovendien moet je die regelmatig vervangen om de winst op peil te houden. Dat begrijpt iedereen. Maar als het om demografie gaat, verliest dit heldere inzicht opeens zijn evidentie. Dan stijgt er opeens een ideologische mist op en ‘gaat het niet aan’ mensen met machines te vergelijken. Geen geboortepolitiek dus.
Toen artsenorganisatie KNMG vorige week de richtlijn ‘Euthanasie bij een verlaagd bewustzijn’ bekend maakte, kopte NRC dat door deze richtlijn de ‘regels zijn verruimd ‘ en ‘euthanasie weer wat makkelijker’ wordt. Dit roept ten onrechte het beeld op dat de regels rond euthanasie zijn veranderd en dat euthanasie voortaan in meer situaties mogelijk is dan voorheen, bijvoorbeeld als de patiënt een hersenbloeding krijgt of dement wordt – de grote angst van velen. Inmiddels zijn hier ook Kamervragen over gesteld. Dit onjuiste beeld vraagt om correctie.
Medisch Contact, 17 juni 2010
door Simone Paauw
Dit artikel verwoordt niet het standpunt van de Stichting Medische Ethiek. Het wordt geplaatst om een volledig beeld van de discussie te geven.
Onderstaand persbericht is uitgegeven door de KNMG. Het verwoordt niet vanzelfsprekend het standpunt van de Stichting Medische Ethiek. (webredactie SME).
Artsen menen vaak dat patiënten met een verlaagd bewustzijn niet lijden en dat euthanasie daarom niet mogelijk is. Maar in sommige situaties mag dit wel.
Patiënten in hun laatste levensfase en hun naasten beschouwen palliatieve sedatie – het slaapinfuus – steeds vaker onterecht als een alternatief voor euthanasie. Bovendien kan er onaangename verwarring bestaan over wat palliatieve sedatie nu precies inhoudt.
Lees het volledige artikel op de website van Medisch Contact
New guidelines are published
One of the things most likely to entice controversy in medical care is taking people off life support. Determining when a patient is brain-dead is surprisingly difficult, and doctors and family members need to make very difficult decisions when considering terminating life support. In order to make this job somewhat easier, researchers have recently published a new set of guidelines, which provide experts with a step-by-step process in determining when the adult brain is really dead. The new document does not apply to the infant brain, the people behind it say.