Persbericht IPID, Persdienst van de Bisschoppenconferentie van België, 22 januari 2014
Op de bijeenkomst van de bisschoppenconferentie in Grimbergen hebben de bisschoppen van België de problematiek van het levenseinde besproken.
Dat gebeurde in aanwezigheid van een aantal experts op medisch, juridisch, ethisch en pastoraal vlak. Het wetsvoorstel in verband met uit breiding van de euthanasiewet voor minderjarigen, d.w.z. kinderen en jongeren, dat momenteel in de Kamercommissie besproken wordt, gaat de bisschoppen zeer ter harte. Ze vragen zich af waarom een wet moet worden gemaakt over een dergelijke delicate materie, als men bedenkt dat Nederland al sinds 2006 over een dergelijke wet beschikt en die nog nooit heeft moeten toepassen. De problematiek heeft de bisschoppen ertoe aangezet de onderliggende inzet van dit initiatief te verdiepen en hun bedenkingen met een breed publiek te delen.
Een eerste inzet van het debat is het verbod te doden, dat de basis vormt van onze samenleving. Door de deur open te zetten voor eutha nasie voor minderjarigen lopen we het risico euthanasie uit te breiden tot mensen met een handicap, dementerenden, mentaal zieken en zelfs tot mensen die levensmoe zijn. Op die manier riskeren we ook de zin van het menselijke leven te veranderen. Menselijke waardigheid alleen nog toekennen aan mensen die in staat zijn de waardigheid van hun eigen leven te erkennen, is mensonwaardig. Op die manier zaait men twijfel over de waarde van het leven van bepaalde mensen.
Een tweede inzet is de wijziging binnen de medische praktijk, die verbonden is met de grote vooruitgang van de geneeskunde. Als de geneeskunde de grenzen van haar mogelijkheden bereikt, stapt men over van ‘alles’ naar ‘niets’ en is men geneigd meteen zijn toevlucht te nemen tot euthanasie. Men vergeet de rol van de sedatie, die de pijn verzacht, en het belang van de palliatieve zorg, die mensen op een serene manier voorbereiden op de dood. De artsen en het verplegende personeel worden in hun praktijk aan het twijfelen gebracht, tussen het ‘teveel’ aan geneeskunde en het ‘niets meer’ van de euthanasie.
De derde inzet confronteert ons met onze eigen dood: hoe ons erop voorbereiden en de dood niet ontkennen? Met wie kunnen we erover spreken, welke voorbereidingen treffen we, hoe laten we ons omringen? Hoe vermijden we van de dood een taboemoment te maken? Hoe waardig sterven mét respect voor de waarde van het menselijke leven?
De vierde inzet is van het lijden. 70% van de Belgen zegt voor een zachte dood te zijn. Dat is normaal. We moeten te allen prijze elke vorm van pijn bestrijden en het lijden maximaal verminderen. Maar als het lijden ondanks alles aanwezig is, zowel bij de zieke als bij de nabestaanden of bij het medisch personeel, hoe kan het dan bewust gedragen worden? Hoe kunnen we ons voorbereiden om het lijden aan te kunnen en te beleven als een beproeving, die we kunnen delen met anderen en samen dragen? Hoe kunnen we elkaar niet loslaten en ondersteunen in momenten van lijden?
De vijfde inzet is die van de spiritualiteit. In het euthanasiedebat gaat het ook over de zin van het leven. Hoe kan de christelijke ervaring ons helpen de confrontatie met lijden en sterven aan te gaan? Als wij het Pasen van Jezus vieren, laat Goede vrijdag ons het drama van het lijden beleven; op Stille Zaterdag is dat het mysterie van de dood en de verlatenheid en op Paaszondag de kracht van de verrijzenis. Hoe kan het paasmysterie ons leven verlichten en inspireren? Hoe kunnen de christelijke instellingen getuigen van een ethische houding inzake deze uitdagingen? Daarnaast hebben de bisschoppen samen met experts in de pastoraal ook gewerkt rond de problematiek van de evoluties in het parochiale landschap in ons land.
Overgenomen met toestemming van RK Documenten.nl