Ben ik mijn DNA?

Conclusie

Om af te ronden: we hebben gezien dat DNA een belangrijk deel is van wie we zijn, maar dat het niet alles in ons is. Er is informatie op een hoger biologisch niveau, onze ziel en ons persoon-zijn of onze geest die samen ons maken tot wie we zijn. Al deze niveaus beïnvloeden elkaar op ingewikkelde manieren, die mysterieus zijn, en niet goed begrepen. Het is hetzelfde inzicht als dat Socrates had, maar we snappen het nu nog dieper. Dit begrip is belangrijk voor het onderscheid tussen DNA modificatie voor therapie en voor ‘enhancement’. Morele evaluatie van DNA modificatie dient deze aspecten mee te nemen; dat leidt tot de conclusie dat terwijl veilig therapeutisch gebruik acceptabel kan zijn, ‘enhancement’ niet goed onderscheiden kan worden van ‘debasement’, schadelijke toepassing, in het bijzonder op lange termijn. En de intentie tot enhancement gaat in tegen de liefdevolle acceptatie van de gave van de ander, met zijn tekortkomingen. Daarom instrumentaliseert ‘enhancement’ altijd mensen, die gaven zijn die liefdevol dienen te worden behandeld als personen, als doel in zichzelf, en is daarom immoreel.

Antropologisch gezien is het verlangen om ‘méér te zijn’ diep menselijk. Maar zoals we hebben gezien, als het zich richt op biologische verbetering is het verkeerd gericht. In plaats daarvan dient dit verlangen zich te richten op openheid en het zoeken naar gaven van de persoon, van de geest. Onszelf hiervoor openstellen is een veel veiligere weg om meer volledig mens te worden, die veel meer voldoening geeft, en die, zoals Christenen dat begrijpen, ons uiteindelijk leidt tot een meer volledige gelijkvormigheid met het beeld van Christus. Dank u wel.

image_pdfimage_print