Centraal Bureau voor de Statistiek, 5 februari 2015
Op 1 januari 2014 staat 40 procent van de Nederlandse bevolking van 12 jaar of ouder geregistreerd in het Donorregister. Bijna een kwart van de bevolking geeft toestemming om na het overlijden de organen en weefsels af te staan voor donatie, van wie 5 procent een voorbehoud maakt voor het gebruik van bepaalde organen. Dit blijkt uit gegevens uit het Donorregister waar het CBS over beschikt.
Veel hoogopgeleide donoren
Iedereen die in Nederland woont en 12 jaar of ouder is, kan zich laten registreren in het Donorregister. Hiermee wordt een besluit om organen en weefsel te doneren vastgelegd voor nabestaanden, artsen en verpleegkundigen. Vooral herkomst en opleidingsniveau zijn onderscheidend voor registratie als donor. Niet-westerse allochtonen zijn veel minder vaak geregistreerd, en in die gevallen zelden als donor. Minder dan 1 procent van de Marokkanen wil donor zijn, 2 procent van de Turken , 6 procent van de Surinamers en 9 procent van de Antillianen/Arubanen. Van de westerse allochtonen is 18 procent als donor geregistreerd, van de autochtonen 27 procent. Donorschap neemt ook toe met het opleidingsniveau: de laagst opgeleiden zijn het minst vaak donor, de hoogstopgeleiden het vaakst.
Niet geschikt of vanwege geloof
Mensen laten zich om diverse redenen niet registreren: zij hebben nog geen besluit genomen, zij wensen geen donor te zijn of zij vinden zich niet geschikt als donor. Geloofsredenen worden ook genoemd, weer anderen laten de belissing over aan nabestaanden.
Plannen voor een alternatieve vorm van donorregistratie, bijvoorbeeld het geen-bezwaarsysteem, zijn al geruime tijd in ontwikkeling. Het geen-bezwaarsysteem zou ervoor zorgen dat iedere volwassen burger orgaandonor wordt, tenzij hij daar expliciet bezwaar tegen maakt. Uit het Belevingenonderzoek van het CBS van 2014 blijkt dat de meningen over de plannen voor het toekomstig systeem verdeeld zijn: een kleine meerderheid is voorstander van het automatisch donorschap bij niet-registratie.