Als doodscriterium aanvaardt de Kerk allereerst het klassieke criterium:
1. definitief ophouden van circulatie en ademhaling
2. de volledige hersendood, dat is het volledig en irreversibel uitvallen van de gehele hersenfunctie (zoals dit normaal na stoppen van de circulatie binnen enkele minuten intreedt). Dit dient met daartoe geschikte middelen onomstotelijk te worden vastgesteld.