De euthanasieglijbaan is weer wat gladder gemaakt

Katholiek Nieuwsblad, 25 november 2020
door drs. Nelly Welling-van der Sterren, specialist Ouderengeneeskunde in opleiding

De aanpassing van de beoordelingscriteria voor artsen die euthanasie uitvoeren, roept de vraag op: hoe lang nog voordat euthanasie als een ‘gewone’ medische handeling wordt gezien?

De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie pasten afgelopen vrijdag de beoordelingscriteria voor artsen die euthanasie uitvoeren op vier punten aan. Het doel is om artsen die een euthanasie bij een dementerende, ter zake wilsonbekwame, patiënt uitvoeren, een strafrechtelijke vervolging te besparen.

Euthanasie op demente vrouw

Aanleiding voor de aanpassing was de zaak van een arts die euthanasie op een demente dame uitvoerde. De arts werd achteraf door de toetsingscommissie op de vingers getikt omdat niet aan alle zorgvuldigheidseisen was voldaan. Dit betekende voor haar concreet dat ze vervolgd werd voor moord. De zaak belandde uiteindelijk bij de Hoge Raad, die de arts vrijsprak.

Slaapmiddel toedienen

De aanpassing van de euthanasiecode betekent dat een arts bij demente mensen niet langer een juridisch perfect dichtgetimmerde wilsverklaring van de patiënt hoeft te kunnen overleggen, maar dat hij de verklaring zelf mag interpreteren.

“Euthanasie hoort niet bij het gewone medisch handelen. Dat beseffen heel veel mensen, artsen en niet-artsen”

Nelly Welling-van der Sterren

Ook mag onder de aangepaste code voorafgaand aan de euthanasie een slaapmiddel worden toegediend, als de arts vermoedt dat een patiënt onrustig en mogelijk agressief wordt bij het inbrengen van het infuus omdat deze niet begrijpt wat er gebeurt.

Niet langer verplicht overleggen

Verder is de arts niet langer verplicht om met de patiënt te overleggen over de manier en het tijdstip waarop de euthanasie plaatsvindt.

En tot slot hoeft de arts vóór de euthanasie niet meer aan de demente en wilsonbekwame patiënt te vragen of deze weet wat de arts gaat doen en wat daarvan het gevolg zal zijn.

De bordjes verregaand verhangen

We kunnen ons afvragen of met deze aanpassing de bordjes niet opnieuw (en verregaand) verhangen worden. Veel Nederlandse artsen vinden euthanasie bij demente patiënten te ver gaan en tekenden eerder al een attest waarin ze verklaarden dit niet te willen doen.

Volgens de voorzitter van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie vindt maar twee of drie keer per jaar een euthanasie bij een dementerende patiënt plaats. Maar hoe is dat over een, twee, vijf of tien jaar? Mijn angstige verwachting is dat dit aantal bij deze aangepaste regelgeving zal stijgen.

Lijden verminderen

Niemand kiest er voor om dement te worden en iedereen “zou dit nooit gewild hebben”. Maar is dat dan een reden om deze mensen niet meer te willen in onze maatschappij?

Overigens zijn lang niet alle mensen met dementie ongelukkig of onderworpen aan ondraaglijk lijden. En als er wel sprake is van lijden, is het dan niet onze taak als maatschappij om te proberen hun lijden te verminderen? Ervaring in het verpleeghuis waar ik werk heeft me geleerd dat naast palliatieve zorg, ook activiteiten en gezelschap in een aantal gevallen het lijden kunnen verminderen.

Terechte vrees voor glijdende schaal

Terecht wordt in dezen gevreesd voor de glijdende schaal. En waar is dan het einde? Wie beschermt mij als ik dement word en niet meer kan zeggen dat ik toch niet doodgemaakt wil worden, ook niet als ik tekenen van lijden vertoon?

Cultuur van de dood

En wat betekenen deze nieuwe regels voor de artsen? Wat zeg je tegen een familielid (uitgaande van diens goede bedoelingen!) als deze zegt dat de demente persoon “dit zelf nooit zo gewild zou hebben”. Wie is de arts om dan nee te zeggen tegen euthanasie: “Het mag toch? Het is toch niet tegen de wet? Dus waarom doet u het niet?”

Euthanasie hoort niet bij het gewone medisch handelen. Dat beseffen heel veel mensen, artsen en niet-artsen. Maar hoe lang nog? De glijbaan van ‘de cultuur van de dood’ is met deze aanpassing van de euthanasiecode weer steiler en gladder geworden. Blijf dan maar eens staan.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print