‘De waardigheid van de persoon’

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 19 december 2008
door Jan Peeters

De Congregatie voor de Geloofsleer heeft vorige week een instructie gepubliceerd waarin zij opnieuw de morele principes uiteenzet die gelden ten aanzien van vruchtbaarheidsbehandelingen, stamcel- en embryonaal onderzoek en genmanipulatie.

Het document Dignitas Personae (‘De waardigheid van de persoon’) geeft niet alleen richtlijnen voor wetenschappers en medisch personeel, maar reikt potentiële ouders ook de kaders aan waarbinnen vruchtbaarheidsbehandelingen dienen plaats te vinden. Ook komen sommige vormen van anticonceptie ter sprake. Dignitas Personae is een vervolg op de soortgelijke instructie Donum Vitae (‘De gave van het leven’) uit 1987 en gaat in op de laatste ontwikkelingen op biomedisch gebied. Een aantal aspecten:

Het gebruik van stamcellen voor bijvoorbeeld het aanmaken van nieuw weefsel is moreel geoorloofd zolang de bron ervan geen ernstige schade ondervindt. Het gaat dan om stamcellen die bij een bevalling worden gewonnen uit de navelstreng of van een foetus die door natuurlijke oorzaken is gestorven. Het winnen van stamcellen uit een levend menselijk embryo is altijd “ernstig kwaad”, omdat dit onherroepelijk de dood van het embryo betekent.

Morning-afterpil/spiraaltje
Het document herhaalt dat het menselijk leven onmiddellijk na de bevruchting van de eicel begint en dat het embryo veel meer is dan een ‘klompje cellen’. Het gebruik van de morning-afterpil of het spiraaltje, bedoeld om innesteling van een bevruchte eicel te voorkomen, geldt dan ook als “zwaar immoreel”, omdat er sprake is van vruchtafdrijving oftewel abortus. De instructie maakt duidelijk dat alleen al het gebruik ervan, zelfs als er geen bevruchte eicel wordt afgestoten, “zwaar immoreel” is, omdat een abortus wordt beoogd. Dit geldt zowel voor de gebruiker als voor degene die het middel voorschrijft.

Hetzelfde principe geldt voor anticonceptiepillen die innesteling van een bevruchte eicel voorkomen of een ingenestelde eicel afstoten.

Gentherapie
Gentherapie is moreel geoorloofd wanneer deze erop gericht is genetische defecten te verhelpen bij niet-reproductieve cellen. Dat zijn cellen die de weefsels en organen van het lichaam vormen. Deze zogenaamde ‘somatische celgentherapie’ is toegestaan mede omdat de effecten ervan beperkt blijven tot een persoon.

Dat geldt vooralsnog niet voor genetische veranderingen die erop gericht zijn de effecten over te brengen op eventuele nakomelingen, de zogenaamde ‘kiemcellijntherapie’. Daarvoor is deze methode nog te weinig ontwikkeld en zijn de risico’s voor het nageslacht onbekend. Een van de morele eisen voor medische behandeling is dat deze in verhouding moet staan tot de kwaal. Eventuele gevolgen moeten bekend zijn wil de patiënt of zijn zaakwaarnemer daarover kunnen oordelen.

IVF/ICSI
Kiemcellijntherapie is op dit moment bovendien alleen mogelijk bij in-vitrofertilisatie (IVF). Eerder al wees de Kerk IVF van de hand omdat het kind niet het resultaat is van een volledige huwelijksdaad van beide ouders. Om dezelfde reden is ook de ICSI-methode ongeoorloofd. Bij ICSI worden spermacellen in de eicel geïnjecteerd. Het kind is daarmee niet de vrucht van de liefdesdaad, maar het resultaat van een technische handeling door derden.

Bovendien is bij zowel IVF als ICSI onherroepelijk sprake van het verlorengaan of zelfs bewust vernietigen van embryo’s. De Kerk wijst deze vruchtbaarheidsmethode af omdat “de mens vanaf het moment van de conceptie gerespecteerd en behandeld moet worden als een persoon”. Hoewel het document erkent dat ouders en behandelaars misschien niet willen dat embryo’s verloren gaan, maar dat dit onlosmakelijk met de behandeling verbonden is. “De Kerk erkent de rechtmatigheid van de kinderwens en begrijpt het lijden van echtparen die worstelen met vruchtbaarheidsproblemen. Die wens mag echter nooit absolute voorrang krijgen op de waardigheid van ieder menselijk leven. De kinderwens kan de ‘productie’ van nageslacht niet rechtvaardigen, evenmin als de wens geen kind te hebben ooit de rechtvaardiging kan zijn een kind te vondeling te leggen of het te doden als het eenmaal verwekt is”, aldus de instructie.

Biologisch ‘materiaalgebruik’
In een apart hoofdstuk gaat het document in op het gebruik van menselijk biologisch materiaal dat op onethische wijze is verkregen, zoals door klonering of onttrekking aan menselijke embryo’s. Het gaat daarmee in op de positie van mensen die betrokken zijn bij onderzoek of productie van vaccins of andere producten. Ook wanneer dit materiaal van derden betrokken wordt, dienen zij zich te distantiëren van door anderen begaan onrecht, zelfs wanneer dit volgens de wet legaal is, om daarmee de indruk te voorkomen dat men instemt met daden die “ernstig kwaad” zijn.

Daarom is het een plicht het gebruik van dergelijk materiaal te weigeren, zelfs wanneer er geen nauwe band bestaat tussen de onderzoeker en degenen die de kunstmatige bevruchting of de abortus hebben verricht.

Het gebruik, bijvoorbeeld, van een vaccin op basis van dergelijk materiaal kan echter in ernstige gevallen gerechtvaardigd zijn, aangezien de patiënt geen invloed heeft op de totstandkoming van het vaccin. In dit geval dient de autoriteiten te worden gevraagd alternatieven te bieden.

‘Lijst van verboden’
Het document wijst op de verantwoordelijkheid van echtparen er nauwgezet op toe te zien dat zij zich rekenschap geven van de morele implicaties van eventuele vruchtbaarheidsbehandelingen. De Congregatie voor de Geloofsleer realiseert zich dat de instructie door sommigen wordt gezien als een nieuwe ‘lijst van verboden’. Zij vraagt daarom de leer van de Kerk te zien als een poging de allerzwaksten in de samenleving te beschermen. Zij waarschuwt ook voor het sluipenderwijs groeiend eugenetisch denken waarbij wenselijkheid, geslacht of andere willekeurige criteria voor doorslaggevende betekenis zijn voor leven of dood van menselijke embryo’s. “Achter ieder ‘nee’ in de moeilijke taak goed en kwaad van elkaar te onderscheiden, schijnt het grote ‘ja’ jegens de erkenning van de waardigheid en de onvervreemdbare waarde van iedere menselijke persoon die in het leven wordt geroepen.”

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print