De ziel maakt een comeback

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 12 april 2012
door Ben Hoffschulte, rechtsfilosoof en antiquaar te Leuven

De Maand van de Filosofie staat in het teken van de ziel. Die is jarenlang irreëel verklaard, maar begint nu aan een comeback.

Er vindt deze weken een debat over de ziel plaats in het kader van de Maand van de Filosofie. Het gaat om een gemanipuleerd debat van nieuwlichters die er graag van uitgaan, dat alle denkers in het verleden abuis waren en dat de waarheid pas in onze dagen doorbreekt. Dan bof je toch maar even, dat je daar gratis bij aanwezig mag zijn! Uit de pers valt op te maken dat de meeste spraakmakers van mening zijn dat de ziel een achterhaald begrip is en in feite nooit heeft bestaan.

Een belangrijke bron van dit oordeel lijkt een karikatuur te zijn van de religieuze visie op de ziel als een ding, dat zich van het lichaam los kan maken om zich ergens anders naar toe te begeven. Daar moeten seculiere filosofen natuurlijk niets van hebben en ze denken ervan af te komen door het bestaan ervan te ontkennen.

De lichtelijk heterodoxe Kerkvader Tertullianus hield het erop, dat de ziel niet alleen bestaat, maar zelfs ‘van nature christinne’ is (anima naturaliter christiana). Als hij gelijk had, kun je het christendom alleen vaarwel zeggen door tegelijk afscheid te nemen van de ziel en dat is wat veel kerkverlaters kennelijk hebben gedaan. De ziel is helemaal geen ding, dat op de een of andere manier met een zelfstandig organisme is verbonden, maar het geheel van genetisch bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden zonder welke dat organisme helemaal niet zou kunnen bestaan.

Er is dus ook niet zoiets als een zelfstandig brein dat zich een oordeel over de ziel kan aanmatigen en het heel goed zonder ziel kan stellen. Je hebt menselijke zielen met geestelijke vermogens, dierlijke en vegetatieve zielen en eventueel nog een wereldziel, omdat ook deze wereld er niet zou zijn geweest zonder zo’n geheel van ontwikkelingsmogelijkheden.

Volgens Plato en zeker de neo-platonisten daalde de menselijke ziel vanuit een eeuwige lichtwereld neer in dit ondermaanse om na de dood, als het goed is, terug te keren tot die hemel van herkomst.

Aristoteles had een natuurwetenschappelijker kijk op de herkomst van de ziel, maar aan evolutie in de zin van Darwin heeft hij niet gedacht. Aan een darwinistische tijdgenoot zou hij echter dezelfde vragen hebben gesteld over een eerste beweger en de finaliteit der levensvormen als aan de natuur om hem heen. Maar Darwin was geen filosoof en dat zijn ook de meeste van zijn aanhangers niet, zodat het oude begrip ziel nu uit de mode lijkt te zijn.

Velen hebben zich door deze indruk laten meeslepen, maar we staan voor interessante tijden in de wetenschapsgeschiedenis ten gevolge van de zogeheten evolutionaire ontwikkelingsbiologie of evo-devo. Die zal spoedig een paradigmawisseling gaan afdwingen in het licht waarvan iemand als Dawkins nu gerekend zal moeten worden tot de aartsconservatieven die met vermetele uitspraken een wankel bouwwerk proberen te stutten.

Die aartsconservatieven zullen toch niet kunnen verhinderen, dat de ‘moderne synthese’ van het neodarwinisme tot instorting komt, want enkele marginale aanpassingen zullen niet voldoende zijn om de nieuwe gegevens van de embryologie te verwerken. De titel van een boekje op dit gebied spreekt voor zich: The triumph of the embryo (L. Wolpert). Uit een exacte studie van de ontwikkeling van embryo’s blijkt, dat veel verschijnselen onmogelijk uit natuurlijke selectie zijn te verklaren, maar een andere oorzaak moeten hebben.

Het gaat niet om een geheel nieuw inzicht, maar om de herontdekking van waarheden die enkele decennia door radicale darwinisten zijn overschreeuwd. Er blijkt ook sprake te zijn van genen die onder invloed van milieueisen worden aan- en uitgeschakeld en zo Lamarck rehabiliteren.

Hoe die nieuwe ontwikkelingsbiologie er precies gaat uitzien valt, zeker voor een leek, moeilijk te voorspellen, maar het staat wel vast dat ook het aristotelische begrip van de ziel een comeback zal maken en de klassieke filosofie van het Avondland zal rechtvaardigen. De gedachte dat mensen het zonder ziel zouden kunnen stellen zal dan wetenschappelijk worden verwezen naar het fabeltjesland van onwetende kletskousen en behoudzuchtige ideologen die van toeten noch blazen weten en vooral een herscholingscursus nodig hebben.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print