Katholiek Nieuwsblad, 20 februari 2015
door dr. L.J.M. Hendriks, pr., docent moraaltheologie aan het Grootseminarie Rolduc, voorzitter van de Katholieke Stichting Medische Ethiek
Het Britse plan om ‘drieouderschap’ te legaliseren legt vooral de problematische kanten van het manipuleren van menselijk DNA bloot.
Toen in 2000 in de Verenigde Staten Alana Saarinen geboren werd, was zij niet eens de eerste mens die geboren werd met het DNA van een vader en twee verschillende moeders. Om problemen met de zwangerschap te voorkomen, werd de kern van een eicel geplaatst in de eicel van een andere vrouw. De eicel van deze gezonde andere vrouw bevat zo de kern van de cel die niet gezond was, en op deze manier is de zwangerschap toch mogelijk. Het is een vorm van ivf die ‘mitochondriale vervanging’ wordt genoemd. Terwijl dit proces vervolgens in de VS werd verboden, staat het nu opnieuw in de belangstelling vanwege een Brits wetsvoorstel dat onlangs door het Lagerhuis werd aangenomen. Hierin wordt de techniek gelegaliseerd. Zo hoopt men niet alleen de vruchtbaarheid te vergroten, zoals in het Amerikaanse voorbeeld, maar ook om genetische afwijkingen te verhelpen. Het voorstel wacht nu nog op goedkeuring in het Hogerhuis.
Niet heel evident
Zoals bij veel wetsvoorstellen rond ethiek, was ook nu tijdens het publieke en politieke debat de zorgvuldigheid niet heel evident. Er gingen jarenlange onderzoeken aan het voorstel vooraf, maar het debat zelf duurde maar 90 minuten. Dit doet geen recht aan de gevoeligheid van het onderwerp. Niet alleen voor gelovigen, maar voor iedereen met gezond verstand is immers duidelijk dat experimenteren met het ontstaan van nieuw leven risicovol is. De onderzoeken waren dan ook voornamelijk gericht op de gezondheidsrisico’s op lange termijn. Zoals de moeder van de al genoemde Alana zegt: “Ze is intelligent, van binnen en van buiten een mooi meisje, ze houdt van wis- en natuurkunde (…) ze doet het goed op school”.
Onvoorziene problemen
Doorheen deze opmerking klinkt echter ook het problematische door van deze techniek. De mens wordt teruggebracht tot een tamelijk oppervlakkig wezen dat bepaalde kwaliteiten moet hebben, wil het de moeite waard zijn. De hele problematiek van bevruchtingstechniek en manipuleren van DNA en menselijke cellen staat in het teken van de technische successen, zonder dat men er rekening mee houdt dat het menselijk leven meer is dan biologie. Natuurlijk is het terecht dat ook hiernaar gevraagd wordt. Men moet bij alle medische vooruitgang steeds anticiperen op mogelijk verborgen problemen voor de gezondheid van de mens. Maar men kan natuurlijk onmogelijk voorzien wat er op lange termijn mis kan gaan. In de politiek en in de samenleving zien we dat men vaak heel verkeerde inschattingen maakt. Nu het gaat om het leven van een mens, zijn onvoorziene problemen bijzonder ernstig.
Koelbloedig
Vanuit de Kerk spelen nog andere factoren een belangrijke rol. Zo gebeurt het verplaatsen van de celkern in een nieuwe cel ook wanneer de eicel reeds bevrucht is. De kern van de bevruchte eicel wordt dan in een andere reeds bevruchte eicel geplaatst. Dat hierbij dan een embryo verloren gaat, is voor veel wetenschappers inmiddels normaal. Voor wie inziet dat het menselijk leven begint bij de conceptie wordt hier koelbloedig een mens gedood.
Een ander belangrijk punt is de identiteit van de persoon. Die wordt bepaald door ons DNA en door tal van factoren die ons ‘eigen zijn’, maar die ook ontstaan uit de cellen van onze vader en moeder. Als deze cellen nu gemanipuleerd zijn met materiaal van een ‘derde’, wie zijn dan de ouders? De vergelijking met het ‘slechts vervangen van de batterijen van de cel’ doet hier niets aan af.
Gegevenheid
Er is echter nog een veel fundamenteler en ernstiger probleem: de manier waarop mensen aankijken tegen het menselijk leven. Het oplossen van (genetische) afwijkingen is een nobele zaak, maar er zijn ongetwijfeld grenzen aan het werkveld van de wetenschap. Is een mens niet veel meer dan het technische of biologische product van artsen? Evenmin is een mens het biologische product van natuurlijke processen. Het menselijk leven heeft een waardigheid die vraagt om respectvolle afstand. Niet omdat we bang moeten zijn voor het onbekende, maar omdat we bij alles wat we als mens kunnen steeds de gegevenheid van het menselijk leven moeten respecteren. Misschien is er een parallel met de problematiek van euthanasie, die niet toelaatbaar is omdat de mens dan zelf ingrijpt in het onveranderlijke feit dat hij leeft. Zo kan een mens ook niet zelf de maker zijn van het begin van het leven, dat net zozeer het karakter van een geschenk heeft.
Ieder mens verdient het om beschouwd te worden als een geschenk, en niet als een product van technische vooruitgang. De mensheid zou zichzelf een grote dienst bewijzen als ze die grenzen zou respecteren.
Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.