EERSTE DEEL: ANTROPOLOGISCHE, THEOLOGISCHE EN ETHISCHE ASPECTEN VAN HET LEVEN DE MENSELIJKE VOORTPLANTING
4. […]
In die zin is het belangrijk te herinneren aan het fundamentele ethische principe geformuleerd in de Instructie Donum vitae waarop alle morele kwesties die te maken hebben met interventies op het menselijke embryo worden afgewogen: “De vrucht van de menselijke voortplanting vordert het onvoorwaardelijke morele respect op, verschuldigd aan het menselijk wezen in zijn lichamelijke en spirituele totaliteit vanaf het eerste ogenblik van zijn bestaan, dus vanaf zijn toestand als zygoot. Het menselijk wezen moet gerespecteerd en behandeld worden als een persoon vanaf zijn conceptie. Vanaf dat moment moet men hem ook de mensenrechten toekennen, allereerst het onvervreemdbare recht van elk onschuldig menselijk wezen op leven.”
Duiding
Nogmaals het uitgangspunt van het leergezag: Vanaf het samensmelten van twee gameten (eicel en zaadcel), waardoor de zygoot ontstaat, kunnen we spreken van een menselijk wezen. Het leergezag van de Kerk maakt geen onderscheid tussen een jong of oud menselijk wezen en kent daarom meteen alle mensenrechten toe aan het prilste begin van het menselijk bestaan.
5. […]
Indien de Instructie Donum vitae het embryo niet als persoon definieerde, om niet te verzeilen in een natuurfilosofische discussie, heeft ze toch aangetoond dat er een intrinsieke band bestaat tussen de ontologische dimensie en de specifieke waarde van elk menselijk wezen. […] Het menselijke embryo heeft dus, vanaf zijn begin, de waardigheid eigen aan een persoon.
Duiding
De Instructie Donum vitae sprak nog niet letterlijk van een persoon wanneer het gaat om het menselijke embryo. Dat doet de nieuwe tekst wel uitdrukkelijk.
6. Een echt verantwoordelijke voortplanting tegenover het kind dat zal geboren worden, “moet de vrucht zijn van het huwelijk”.
Doorheen alle tijden en in alle culturen “is het huwelijk een wijze instelling van de Schepper om in de mensheid zijn liefdesontwerp te realiseren. Door de wederzijdse gave van zichzelf, die eigen en exclusief is aan echtgenoten, streven zij naar de eenheid van hun beider wezen met het oog op een gezamenlijke en persoonlijke perfectionering om met God samen te werken aan het genereren en opvoeden van nieuwe levens.” In de vruchtbaarheid van de echtelijke liefde “tonen de man en de vrouw dat aan de basis van hun huwelijksleven een oprecht ‘ja’ ligt dat wederzijds uitgesproken en beleefd wordt en altijd open is op het leven.
Duiding
Vanaf de tweede zin begint een prachtige lofzang op het sacrament van het huwelijk. Die visie houdt ook in dat de ‘huwelijksdaad’ altijd moet open staan voor nieuw leven. Indirect spreekt het leergezag zich hier opnieuw uit tegen voorbehoedmiddelen.
7. Door het mysterie van de Menswording bevestigde de Zoon van God de waardigheid van het lichaam en de ziel, bouwstenen van het menselijk wezen. Christus misprees het lichaam niet; hij openbaarde er ten volle de zin en de waarde van: “Inderdaad, het mysterie van de mens wordt pas duidelijk in het mysterie van Vleesgeworden Woord.” (Gaudium et Spes, n.22) Door één van ons te worden bewijst de Zoon dat wij “kinderen van God” (Johannes 1,12) kunnen worden, “deelgenoot van de goddelijke natuur” (2 Petrus 1,4).
8. Uit deze twee dimensies, menselijk en goddelijk, begrijpen we beter de reden van de onvervreemdbare waardigheid van de mens: hij heeft een eeuwige roeping en is geroepen om deel te nemen aan de die-ene liefde van de levende God. Deze waarde geldt voor iedereen zonder onderscheid. Door het eenvoudige feit dat hij bestaat, moet iedere mens volledig gerespecteerd worden. […] Het menselijk leven is altijd goed, want “het is een weerspiegeling van God in de wereld, een teken van zijn aanwezigheid, een spoor van zijn genade” (Evangelium vitae, n.34).
Duiding
Het leergezag van de Kerk bouwt zijn visie niet alleen op ethische en wetenschappelijke gronden, maar ook op die van het geloof. Dat zet de waardigheid van de mens in nog feller perspectief. De mens is geroepen om mee te werken aan het plan van God voor deze wereld. Dit maakt hem anders dan de rest van de schepping, waarvoor eveneens respect vereist is, maar op een ander niveau.
De laatste zin is opmerkelijk en waarschijnlijk toegevoegd met recente debatten over euthanasie voor wilsonbekwamen in het achterhoofd. Wie op basis van de strenge voorschriften van het leergezag met betrekking tot relaties, seksualiteit en voortplanting zouden denken dat zij of hun kinderen niet meer geliefd of minder gerespecteerd zouden zijn, kan hierin ook lezen dat het tegendeel waar is.
10. Wanneer de Kerk oordeelt over de ethische draagwijdte van de recente medische onderzoeksresultaten met betrekking tot de mens en zijn oorsprong, komt zij niet tussen op het eigen domein van de medische wetenschap op zich, maar herinnert ze alle betrokken partijen aan de ethische en sociale verantwoordelijkheid van hun handelen.
Duiding
De Instructie houdt zich wijselijk buiten het eigenlijke domein van de medische wetenschap en wil alleen een ethisch kader scheppen op basis waarvan wetenschappers kunnen oordelen.