Katholiek Nieuwsblad, 2 juli 2021
door broeder René Stockman, generaal-overste van de Broeders van Liefde.
In 2020 werden er alleen al in Engeland en Wales 3083 abortussen uitgevoerd omwille van een vermoedelijke handicap bij het kind (693 van hen hadden het syndroom van Down). En vorige week nog noemde het Europees Parlement in een resolutie abortus een mensenrecht. Dit zou ons dringend tot denken en handelen moeten aanzetten.
Velen vinden dat een leven met een beperking per definitie een mislukt leven is, negatief getekend voor de persoon en diens omgeving. Men beschouwt abortus dan als een weldaad: de persoon wordt op voorhand verlost van een zware last, net als zij die voor het kind zullen moeten zorgen. In een wereld waar de focus steeds meer ligt op het ‘nut’ van mensen en op genieten, lijkt dit een logische redenering. Maar ze wringt. Is leven slechts waardevol en geslaagd als het ‘volmaakt’ is, en doet ieder gebrek afbreuk aan de waarde en de zin ervan? Wie is totaal volmaakt en lijdt niet aan één of ander gebrek? Wat met de aftakeling die ieder die oud wordt moet doormaken? Tast die de waarde en de zin van een leven aan? En zijn mensen die vanaf de geboorte met een beperking moeten leven, zoals het syndroom van Down, waardeloze schepsels, gedoemd om met een zwaar ongeluk door het leven te gaan, een last vormend voor hun ouders en verzorgers? Op mijn schrijftafel ligt een kleine foto van dr. Jérôme Lejeune. De Franse arts ontdekte de aanwezigheid van trisomie 21 in de chromosomen als oorzaak van het syndroom van Down. Hij hoopte door verder onderzoek tot een therapie te kunnen komen. Tegelijk startte hij met de begeleiding van deze kinderen (en hun ouders). Hij werd steeds meer geraakt door de eenvoudige blijheid van de kinderen en de liefde die bij vele ouders leefde. Nee, dit was geen waardeloos of ongelukkig leven. Wel een leven dat iets miste van de complexiteit van vandaag; een leven waarin zachte waarden van tederheid, gehechtheid en dankbaarheid ongehinderd konden bloeien.
Heb moed
Lejeune zag tot zijn ontsteltenis hoe zijn ontdekking heel vlug werd misbruikt om abortus toe te passen wanneer een afwijking in de chromosomen kon worden ontdekt. Door zijn gedurfd en hardnekkig publiek verzet hiertegen, werd de eens zo hoog geprezen arts verguisd en raakte hij zelfs onderzoeksubsidies kwijt.
Ik denk ook aan de Amerikaan Thomas Vander Woude. Zijn zoon Josie, een jongen met het syndroom van Down, viel in 2008 in een septische tank. Vander Woude sprong hem achterna en hield hem boven het verstikkende afvalwater tot er hulp kwam en de jongen bevrijd kon worden. Voor hemzelf kwam de hulp te laat, hij overleed ter plaatse, maar Josie herstelde wonderbaarlijk van de zware vergiftiging die ook hij had opgelopen. Thomas offerde zijn leven voor zijn zoon omdat hij had ervaren hoe waardevol en zinvol diens leven was. Wat een schril contrast met de uitdijende gewoonte om deze kinderen vóór hun geboorte al het leven te ontzeggen.
Nee, ik hemel beperkingen, ziekten en aftakeling niet op. Het blijft onze opdracht zoveel mogelijk lijden uit de wereld te helpen en dit te verzachten. Maar het is onaanvaardbaar dat mensen met een beperking als minderwaardig bestempeld worden en dat in de beperking een vermeende legitimiteit wordt gevonden om te doden.
Heb de moed om deze kinderen in de ogen te kijken en hun levensvreugde te zien. Luister naar de ouders, die diepe zin vonden en vinden in de zorg voor hun kinderen. Wordt de diepste liefde niet juist geboren op plaatsen waar mensen voor elkaar mogen zorgen? Misschien is dat wel de verborgen roeping van mensen met een beperking: anderen oproepen om zorgzame medemensen te worden, door het dodend individualisme te stoppen waarbij men zich enkel nog om zichzelf bekommert.
Is de samenleving beter af als er minder kinderen met het syndroom van Down worden geboren, zoals sommigen beweren? Of is het vooral egoïstische hoogmoed om zelf te bepalen wie er geboren mag worden? Hoe ver zijn we nog verwijderd van een dictatuur zoals we die in het recente verleden verafschuwden, als we over wetten praten en stemmen die het doden van categorieën mensen moeten legitimeren? Zijn we vergeten dat de menselijkheid van een samenleving bepaald wordt door het respect dat ze heeft voor zwakkeren? Politici moeten zich hiervan terdege bewust blijven, en ervoor zorgen dat ook mensen met een beperking een menswaardig bestaan kunnen leiden. Niet ‘later’, maar nu. Het is een kwestie van prioriteiten, en de tijd dringt.