Drievoudige oproep voor de Werelddag van de Vrede: Geen oorlog, kwijtschelding van schuldenlast, eerbied voor ongeboren leven
1 januari 2016
Paus Franciscus
De andere volken niet meesleuren in conflicten, de schuld van de arme landen kwijtschelden, een politiek van respectvolle samenwerking aangaande het fundamentele en onvervreemdbare recht van het ongeboren kind op leven: dit is de drievoudige uitdaging van Paus Franciscus tot de landen in zijn Boodschap voor de Werelddag van de Vrede op 1 januari 2016, “Overwin de onverschilligheid en win de vrede”.
Nee aan besmetting door oorlog
De Paus ziet de vrede als een overwinning van vrijheid en verantwoordelijkheid en tegelijk als een “gave Gods” voor de verwezenlijking van de “broederlijkheid” in de “familie der volken”.
“Ik wens een drievoudige oproep te doen”, kondigt de Paus aan in het laatste deel van zijn boodschap. De eerste zegt nee aan oorlog: het is een oproep “om andere volken niet mee te sleuren in conflicten of oorlogen die niet alleen hun natuurlijke, culturele en sociale rijkdommen vernietigen maar ook – en dit op lange termijn – hun morele en spirituele integriteit”.
De tweede is een oproep “tot kwijtschelding van de internationale schuld van de armste landen of een draaglijk beleid ervan”: een punt dat op de agenda stond van het Grote Jubeljaar 2000, dat in de Bijbelse traditie van de jubilea staat en tegelijk zin voor de economische realiteit weerspiegelt.
Pleiten voor het leven
De derde is een oproep om het recht op leven te eerbiedigen in de internationale betrekkingen, ’t is te zeggen een oproep “om een politiek van samenwerking te voeren die niet plooit voor de dictatuur van bepaalde ideologieën, maar eerbied betoont voor de waarden van de plaatselijke bevolking en in geen geval een aanslag pleegt op het fundamentele en onvervreemdbare recht op leven van het ongeboren kind”. Een oproep die zich kant tegen wat de Paus meermaals de “ideologische kolonisatie” noemt.
De Paus plaatst zijn oproepen in het perspectief van het Jubeljaar zowel op het vlak van de enkeling als van de Staten: hij roept op tot “concrete gebaren” en “moedige daden”: “In de geest van het Jubeljaar van de Barmhartigheid is iedereen geroepen te erkennen hoe onverschilligheid zich manifesteert in het persoonlijk leven, en zich concreet te engageren voor de verbetering van de realiteit waarin hij leeft, te beginnen met het eigen gezin, de buurt of het werk. Ook de Staten zijn geroepen tot concrete gebaren, moedige daden tegenover de meest zwakke personen in hun samenleving, zoals gevangen, migranten, werklozen en zieken”.
Gevangenissen en afschaffing van de doodstraf
Voor wat de gevangenen betreft, heeft de Paus reeds aan elke gevangene gevraagd om in de geest van het Jubeljaar, zijn celdeur te beschouwen als een Heilige Poort. Nu vraagt hij aan de Staten “concrete maatregelen”, met inbegrip van maatregelen voor amnestie en afschaffing van de doodstraf.
“Voor wat de gevangenen betreft, lijkt het in veel gevallen dringend nodig concrete maatregelen te treffen om hun levensvoorwaarden in de gevangenis te verbeteren, met bijzondere aandacht voor wie van zijn vrijheid beroofd is in afwachting van een vonnis; met het doel voor ogen dat strafmaatregelen hebben, namelijk de heropvoeding; en de mogelijkheid te overwegen om in nationale wetgevingen alternatieve straffen voor opsluiting in te lassen. In die context, wens ik tot de nationale autoriteiten de oproep te herhalen om de doodstraf af te schaffen waar zij nog in voege is, en de mogelijkheid van amnestie te overwegen.”
Wetgevingen voor migranten
De Paus pleit vervolgens voor de migranten en breekt een lans tegen clandestiniteit : “Wat de migranten betreft, zou ik willen vragen de migratiewetgevingen te herschrijven zodat zij bezield zijn door de wil tot opvang, wederzijds respect voor plichten en verantwoordelijkheden, en het vergemakkelijken van de integratie van migranten. In dit perspectief zou bijzondere aandacht moeten verleend worden aan de verblijfsvoorwaarden voor migranten, in het besef dat clandestiniteit het gevaar meebrengt dat migranten de weg van de criminaliteit opgaan.”
Drie basisbehoeften en de waardigheid van de werknemer
“Ik wens bovendien in dit Jubeljaar een dringende oproep te doen tot de verantwoordelijken van de landen om concrete gebaren te stellen voor onze broeders en zusters die geen werk, grond of dak hebben. Ik denk aan het creëren van waardige werkgelegenheid om de sociale plaag van werkloosheid te bestrijden, die een groot aantal gezinnen en jongeren verplettert en zeer zware gevolgen heeft voor de instandhouding van de hele samenleving”, verklaart de Paus.
Men dient op te merken dat “gebrek aan werk de waardigheid en hoop sterk ondermijnt en slechts gedeeltelijk kan gecompenseerd worden door subsidies, al zijn ze nodig, voor werklozen en hun gezin”.
De Paus pleit bijzonder voor werk en een rechtvaardig loon voor vrouwen: “Bijzondere aandacht zou moeten gegeven worden aan vrouwen – die op het domein van de werkgelegenheid helaas nog steeds gediscrimineerd worden – en bepaalde categorieën van werknemers, wiens werkomstandigheden hachelijk of gevaarlijk zijn en wiens loon niet in verhouding is met het belang van hun sociale opdracht”.
Tenslotte zou ik doeltreffende acties willen vragen om de levensomstandigheden te verbeteren van zieken, en aan allen de toegang waarborgen tot medische verzorging en geneesmiddelen die onmisbaar zijn voor het leven, met inbegrip van thuisverzorging.
Broederlijkheid in de familie van de naties
De Paus vraagt de landen de horizont van hun grenzen te verleggen, en onverschilligheid te vermijden: “Verder kijkend dan hun eigen grenzen, zijn de verantwoordelijken van de landen ook geroepen hun betrekkingen met de andere volken te opnieuw te bekijken, om effectieve participatie en betrokkenheid in het leven van de internationale gemeenschap mogelijk te maken, zodat broederlijkheid ook gerealiseerd wordt binnen de familie der volken”.
Onverschilligheid voor God
De Paus klaagt de onverschilligheid aan die geworteld is in onverschilligheid tegenover God en die heel de samenleving besmet. Hij citeert Benedictus XVI: “Onverschilligheid tegenover God overschrijdt de private en spirituele sfeer van de enkeling en nestelt zich in de publieke en sociale sfeer”. Volgens de Paus vloeit “onverschilligheid voor de naaste en de schepping voort uit onverschilligheid voor God”. Hij klaagt in het bijzonder corruptie aan in verschillende vormen van onverschilligheid: “een sociale kanker”. Pollutie “van water en lucht”, “roekeloze ontginning van bossen, vernietiging van het milieu”, of “hoe de mens met dieren omgaat”, komen uit dezelfde onverschilligheid voort en hebben “invloed op de betrekkingen met de anderen”.
Een nieuwe cultuur
Omgekeerd, engageert het sociale handelen het eeuwig leven, waarschuwt de Paus die oproept tot concrete barmhartigheid: “Barmhartigheid is het hart van God. Zij moet dus ook het hart zijn van ieder die zich als lidmaat erkent van de ene grote familie van Zijn kinderen; een hart dat hard klopt overal waar de menselijke waardigheid – weerspiegeling van Gods gelaat in Zijn schepselen – op het spel staat. Jezus waarschuwt ons: de liefde voor de anderen – vreemdelingen, zieken, gevangenen, daklozen, zelfs de vijand – is Gods maat om onze daden te oordelen. Daarvan hangt onze eeuwige bestemming af”.
De Paus pleit voor universele solidariteit: “Solidariteit bestaat in de morele en sociale houding die het best beantwoordt aan de bewustwording van de wonden van onze tijd en de steeds toenemende, ontegensprekelijke en onderlinge afhankelijkheid”.
Hij wijst op de collectieve verantwoordelijkheid, met inbegrip van het onderwijs en de opleiding van jongeren. Daarom vraagt Paus Franciscus een nieuwe cultuur, “van solidariteit, barmhartigheid en medelijden”. Volgens de Paus kan geen enkele sociale categorie, NGO, Kerk, media … zich aan die uitdaging onttrekken”.
Overgenomen met toestemming van RK Documenten.nl
Bekijk dit document in de context van andere R.K. documenten op de website van RK Documenten.nl