Katholiek Nieuwsblad, 3 december 2015
door Esmé Wiegman en Elise van Hoek, directeur en beleidsmedewerker van NPV │Zorg voor het leven
Als het euthanasiedebat enkel cirkelt om de vragen naar de rol van de arts en het oprekken van de grenzen van de wet, is dat een magere discussie. Over euthanasie valt meer te zeggen.
NRC Handelsblad presenteerde eind oktober de uitkomsten van een lezersonderzoek over euthanasie. Ruim drieduizend lezers deden mee aan het lezersonderzoek, van wie de meerderheid zestigplusser, hoogopgeleid en Randstedeling is. NRC focust (in samenwerking met artsenfederatie KNMG) op 4 thema’s: gaan dementie en euthanasie samen? Wat is de rol van de arts? Zou er een ‘laatstewilpil’ moeten zijn? En moet het mogelijk zijn geliefden te helpen bij het sterven in eigen regie?
‘Commissie van wijzen’
NRC onderzoekt dit enkele weken voor de verschijning van een rapport over hulp bij zelfdoding bij een voltooid leven, van een ‘commissie van wijzen’ onder leiding van Paul Schnabel. Het is ook niet toevallig dat de NVVE juist nu weer naar buiten komt met oude en nieuwe wensen. Het pleidooi voor een ‘laatstewilpil’ is al 25 jaar oud.
Nieuwe eis
Nieuw is de eis om euthanasie en hulp bij zelfdoding door artsen uit het wetboek van strafrecht te halen. Het onderscheid tussen normaal medisch handelen en bijzonder medisch handelen zou moeten worden opgeheven. De KNMG heeft inmiddels krachtig afstand genomen van deze laatste eis.
Beste route?
Op 16 december 1988 werd in Maastricht het Handboek Gezondheidsethiek onder redactie van de hoogleraren Dupuis en De Beaufort gepresenteerd. De aanwezige hoogleraren voorzagen geen stormloop op euthanasie: ‘Ongeveer drie tot vijf keer per jaar.’ We weten nu dat dit aantal fors hoger ligt. Euthanasie lijkt inmiddels de beste optie bij ondraaglijk, uitzichtloos lijden en afhankelijkheid. De vraag lijkt meer te gaan over ‘hoe’ en ‘wanneer’ dan over de vraag óf euthanasie wel die beste route is.
Eenzaamheid
Ziekte en eenzaamheid komen hard aan in de ouderdom. Wie na het sterven van een geliefde alleen achterblijft, heeft het zwaar. Gezinnen worden kleiner en een sociaal vangnet is, mede door de toename van (v)echtscheidingen, niet vanzelfsprekend. Dat je voor je ouders zorgt, dat besef heeft iedereen nog wel, maar zorg je ook voor de derde vriendin van je vader? Eenzaamheid kan mensen letterlijk ziek maken en kan het verlangen naar de dood aanjagen. Waar blijft dan de veelgeprezen zelfbeschikking?
Alternatieven
De euthanasiewet kent verschillende zorgvuldigheidseisen. Een daarvan is het spreken over alternatieven als iemand om euthanasie vraagt. Uit de laatste evaluatie bleek dat 48% van de meldende artsen geen therapeutische en palliatieve alternatieven besproken heeft. Ruim een derde van de artsen reageert ontkennend op de stelling ‘Ik ben voldoende bekwaam in het uitvoeren van palliatieve zorg’. We roepen de tien hoogleraren palliatieve zorg op een lans te breken voor hun vakgebied. Staan zij met de rug tegen de muur of biedt palliatieve zorg werkelijk alternatieven?
Over-behandeling
De afgelopen jaren hebben verschillende artsen, geriaters en hoogleraren de noodklok geluid over de zorg voor kwetsbare ouderen. Zij worden in de laatste levensfase te lang doorbehandeld. Over-behandeling leidt in de meeste gevallen tot het vergroten of verlengen van het lijden van kwetsbare ouderen. Het kan ook een natuurlijk sterven in de weg staan.
Kwaliteit van leven
Zorg aan ouderen moet overeenkomen met wat zij zelf willen, geen schade veroorzaken, bijdragen aan de kwaliteit van leven en de ene patiënt niet bevoordelen ten opzichte van de andere.
Overheid en samenleving
In de NRC-discussie lijkt het vooral te gaan om de patiënt en de arts. Maar de overheid drukt een belangrijk stempel op euthanasie, al laat zij de regionale toetsingscommissies veel vrijheid in het bepalen van haar eigen beleid. Mede daardoor is de euthanasiepraktijk gegroeid bij dementie, bij psychiatrisch patiënten en bij een voltooid leven.
Willen we dit?
Veel belangrijker dan de vraag ‘Mag het volgens de wet?’ is de vraag ‘Willen we dat dit mogelijk is in onze samenleving?’ De evaluatie van de euthanasiewet ging vooral over procedures. Veel spannender zijn echter de vragen die in deze evaluatie niet gesteld werden: vinden we de stijging van euthanasie problematisch of niet? Is euthanasie een persoonlijke keuze of is er ook sprake van omgevingsfactoren?
Zin en betekenis
Praten over leven en dood is heel existentieel. Het raakt aan de zin en betekenis van ons leven. Gaat het bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden ook niet om angst en het verlies van hoop? Zijn luisteren, bemoedigen, ondersteunen en het bieden van menswaardige zorg ook geen wegen om lijden te verminderen, te helpen dragen en een euthanasievraag te laten afnemen?
Een goed gesprek
Uit een recente promotiestudie van Jan Piet Vlasblom (september 2015) blijkt dat een goed gesprek beter werkt dan een pijnstiller of een antidepressivum. Hans Becker ontdekte dat de zorgfilosofie die hij doorvoerde bij Humanitas in Rotterdam de euthanasievraag terugdrong – zonder dat dat zijn vooropgezette bedoeling was.
Waardige ouderdom
Het levenseinde onder ogen zien is goed, maar laten we dit gesprek wel voeren met het zicht op kwetsbaarheid en onvolmaaktheid. Een waardige ouderdom is meer dan een individuele eigenschap. Generaties zijn er om dit samen waar te maken. Er gaat niets boven een natuurlijk dood met christelijk perspectief op het nieuwe leven. Wie het natuurlijk sterven inruilt voor een technische dood, doet niet alleen zichzelf tekort, maar ondermijnt ook een sociale samenleving.