Katholiek Nieuwsblad, 28 maart 2008
Of Hugo Claus, die in de Goede Week een einde aan zijn leven liet maken, een ‘groot’ schrijver is, laten we graag over aan het oordeel van het nageslacht. Maar wel kunnen we nu al zeggen dat hij verre van groots is heengegaan.
Schiep hij er zelf literair behagen in, zoals Wikipedia vermeldt, in zijn werk “de mens met niets ontziende oprechtheid tot in het uiterste te onluisteren”, zelf is hij is weggedoken voor de verdere aftakeling die hem als Alzheimerpatiënt hoogstwaarschijnlijk te wachten stond. “Omzeilen is geen heldendaad”, meende kardinaal Danneels in zijn paaspreek. Het is eerder een gebrek aan moed, waar je begrip voor kunt opbrengen. Maar het is toch wel kras, als je je zelfgekozen laatste momenten ook nog wilt benutten om een propagandaslag voor de ‘cultuur van de dood’ binnen te halen. De doding van Claus is immers voltrokken aan de vooravond van het Triduum Sacrum, de drie heilige dagen voor Pasen, die het lijden van Christus herdenken. Toeval? In ieder geval dan een treffend, want de Vlaamse schrijver heeft van zijn haat voor de Kerk nooit een geheim gemaakt. In een interview met Adriaan van Dis noemde hij de nonnen, zijn voormalige onderwijzeressen, “Waffen-SS in religieuze kledij”, een omschrijving die eerder getuigt van diepgewortelde, nog altijd niet overwonnen jeugdfrustraties dan van literaire geraffineerdheid. De Vlaamse parlementariër Gerolf Annemans wijst in zijn weblog op “de intense kneuterigheid” van de “actuele elite” die ondanks alle vrijzinnigheid gekweld blijft worden door steeds dezelfde erfzondegedachten. “Vroeger de masturbatie. Vandaag het racisme.” In die zin was Claus zeker de stem van zijn land en zijn tijd. Maar dat is tevens zijn tekort voor de huidige lezer. Buiten de taalgrenzen is Claus’ overlijden dan ook alleen opgemerkt wegens het feit dat een schrijver zijn locale roem en levenseinde heeft aangegrepen voor een demonstratie. Volgens zijn uitgever had de auteur erop gestaan dat de euthanasie in het persbericht zou worden benadrukt.
Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.
De Belgische liberalen bereiden een verdere verruiming van euthanasie voor. Dat in die context Claus’ voortijdig ‘uitstappen’ door euthanasiasten als een heroïsch wapenfeit wordt opgehemeld, is ook broeder René Stockman, generaal-overste van de Broeders van Liefde, in het verkeerde keelgat geschoten. Hij protesteert in naam van al die mensen die in Claus’ visie kennelijk een ‘waardeloos’ leven leiden, alsmede van hen die zich inspannen dit ‘waardeloze’ leven te verlichten en zin te geven. Hugo Claus heeft recht op zijn eigen opvattingen, hoe verwerpelijk ook. “Maar dat vooraanstaanden, en de media in het algemeen, de daad en de omstandigheden waarin deze daad werd gesteld, als een edelmoedige acte aanprijzen, doet veel vragen stellen. Dat is meer dan tendentieus.” Hiermee wordt immers arrogant een norm opgedrongen. “Kijk nu eens naar Claus: die heeft de moed gehad er een eind aan te maken, zijn familie niet meer tot last te zijn, de ziekteverzekering niet op te zadelen met medische en verzorgingskosten, hij heeft ruimte aan anderen gegeven.” Herinnert ons dit niet aan zeker ander regime uit het tamelijk recente verleden, dat – toegegeven, iets minder democratisch – met dezelfde argumentatie dezelfde moraal probeerde door te drukken? (HR)