Gebod van liefde eist en belooft veel

TertioBijbels geloof is barmhartiger dan ethiek

Tertio, 10 mei 2011
door Guido Dierickx

Geloof leidt tot een onmenselijke ethiek. Dat is tot op vandaag een van de belangrijkste kritieken op kerk en geloof. Als je de Bijbelse visie op ethiek ernstig analyseert, kom je evenwel tot andere conclusies, stelt Guido Dierickx vast.

Zijn de ethische normen die wij onszelf opleggen niet hardvochtig en willekeurig, inhumaan dus? Dat komt omdat ze voortkomen uit een heilig boek, zo zeggen vele vrijzinnigen. Omdat ze het product zijn van “een goddelijke bevelstheorie”, zo zegt Paul Cliteur. Zo legt Jahweh in de Bijbel aan de mensen allerlei geboden en verboden op over voeding en kleding, over arbeid en eredienst. Dat vonden de toenmalige gelovigen normaal.

Vandaar hebben ook de gelovigen van nu de neiging overgenomen om zowat overal overtredingen te bespeuren en daaraan een goddelijke straf te verbinden. Volgens de wil van God moesten de mensen offers brengen en vasten, moesten jongens en meisjes van elkaar gescheiden worden, mochten mannen maar één vrouw hebben en vrouwen maar één man. Er waren vele dingen die niet mochten en vele dingen die moesten. Kortom, die goddelijke wetgever van de Bijbel is voor de mensen een pretbederver geweest. Zouden we niet meer van het leven genieten als we ons zouden beperken tot ethische normen die bedacht werden door redelijke mensen, zonder bemoeienis van een Bijbels geloof?

Kritiek wegwuiven
In “katholieke” streken zou je die kritiek op dat gebruik van de Bijbel kunnen wegwuiven. Wij weten hier zo weinig van de Bijbel dat die ons niet de wet kan voorschrijven. Die kritiek is wel relevant voor fundamentalisten in Noord-Nederland, maar niet voor ons. Beter zou het zijn een andere, betere lectuur voor te stellen met meer oog voor de context. Onder andere voor de gelijkenissen en de contrasten met de naburige culturen en voor de ontwikkelingen in de lange Bijbelse traditie. Daarover heeft de Pauselijke Bijbelcommissie in 2008 een lumineuze brochure gepubliceerd – waarin de auteur van dit stuk nogal wat gespiekt heeft. Maar helaas, voor zo’n lectuur van de Bijbel hebben de vrijzinnige critici niet gekozen. Daarvoor hebben zij niet het nodige geduld en allicht ook niet de nodige deskundigheid.

Morele normen op mensenmaat
Ze zijn op zoek gegaan naar morele normen op menselijke maat, waarmee alle mensen zonder veel moeite zouden kunnen instemmen. Waarom? Omdat ze in het voordeel zouden zijn van alle betrokkenen. Die normen menen zij (opnieuw) ontdekt te hebben. Zij worden al sinds vele eeuwen gehuldigd onder de titel “de gulden regel”. Die klinkt als het ei van Columbus van het ethische denken: “Doe voor anderen wat je zou willen dat anderen zouden doen voor jou.” Of, negatief gesteld: “Doe anderen niet aan wat je niet zou willen dat anderen jou zouden aandoen.” Hoe komt het toch dat de schrijvers van de oudere boeken van de Bijbel niet eerder hebben gedacht aan deze zo redelijke regel?

Welnu, in de Bijbel, althans in de oudere lagen van de Bijbel, heeft men deze regel te veeleisend geacht. Want er bestaat zoiets als kwaad en dat kwaad roept om vergelding. Kunnen wij waarderen dat men een tijd lang vrede heeft genomen met de regel “oog om oog, tand om tand”. Duidelijk wat daarmee bedoeld werd. Weinig driften in de mens zijn zo onstuitbaar als de wraakzucht, als het verlangen om het kwaad te vergelden met (nog groter) kwaad. Gelukkig spelen bloedige vergeldingen in onze samenleving geen even grote rol meer als vroeger.

Maar wraakzucht speelt nog altijd een grote rol in de film en literatuur van onze tijd. In onze fantasiewereld worden vele helden door wraakzucht gedreven tot het stellen van grote daden. Wraakzucht speelt nog een grote rol in ons werkelijke leven. Er is nog altijd die bittere, verslavende wrok tussen mensen. Er is nog altijd de hunker om revanche te nemen voor het onrecht dat ons ooit werd aangedaan. Revanche op de franskiljons die ons, Vlamingen, ooit hebben geminacht. Op de Duitsers die ons land zijn binnengevallen. Op die andere voetbalploeg waarvan een speler ooit een van onze jongens een beenbreuk heeft geschopt.

Menselijke natuur
Wraakzucht heeft diepe wortels in onze menselijke natuur. De oude Bijbelteksten hebben daarom niet de ambitie gehad om wraak en weerwraak uit te bannen, maar wel om hun vernietigende kracht te temperen. Vandaar de regel “(één) oog voor (één) oog”. Bovendien liet die regel de vergelding niet over aan het slachtoffer, maar gold hij in de regel als een maatstaf van de vergelding door een rechterlijke instantie. Lijkt deze ambitie ons niettemin bescheiden? Toen sprak zij toch niet vanzelf. Je vindt in de Bijbel ook oude tradities die mateloze weerwraak als een normale gedragswijze voorstellen. Geen wonder dat een beroep gedaan wordt op een ontzagwekkende goddelijke openbaring om die instincten te beteugelen. Het verhaal van de afkondiging van Wet op de Sinaï is niet bedoeld om Jahweh nieuwe wetten te doen uitvinden, maar om bestaande wetten te legitimeren en onder de controle van de Tien Geboden te plaatsen.

Win-winsituatie
Wij vinden dat men van redelijke mensen meer ethische fijngevoeligheid mag verlangen. Dat vonden de auteurs van latere Bijbelse geschriften ook. Min of meer gelijktijdig met denkers van buiten de joodse culturele traditie maakten zij daarom minder melding van “oog om oog” en meer van de gulden regel. Die regel wil een evenwicht dat voordelig is voor alle betrokkenen. Een win-winsituatie zou je dat nu noemen. Ik bewijs jou een dienst als ik op vrij korte termijn van jou een gelijkwaardige wederdienst mag verwachten. Enzovoort. Is dit geen redelijke norm die niet hoeft gewettigd en gesanctioneerd te worden door een goddelijke openbaring zoals die op de berg Sinaï?

Ethiek van de liefde
Maar daarbij houdt de evolutie van het ethische denken in de Bijbel niet op. In het evangelie lezen we dat Jezus die zo evenwichtige, zo redelijke gulden regel niet bevredigend vindt. Jezus houdt zijn volgelingen een ethiek van de liefde voor. Hij wil een ethiek die veel en zelfs alles eist. Want de liefde van de ene mens voor de andere loopt niet altijd uit op een evenwicht zoals dat bij de gulden regel het geval was. Het gebod van de liefde leidt dikwijls tot een onevenwicht waarbij de ene veel geeft zonder iets terug te krijgen, zelfs zonder iets terug te verlangen. Kleinkinderen die voor hun bejaarde grootouders zorgen, brandweerlui die hun leven wagen voor onbekenden… Worden zij ooit naar verdienste beloond? Integendeel, zij zijn er zeker van niet naar verdiensten beloond te worden. “De Vader laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Matteüs 5,45).

Verder dan gulden regel
Durven gelovigen hieraan toe te voegen dat zij wel niet door mensen beloond zullen worden, maar dan toch door God, in dat andere, dat tweede leven van ons? Ja, dat zouden ze moeten durven. Want van God verwachten ze dat Hij rechtvaardig zal zijn, dat Hij het goede zal belonen zoals mensen dat niet kunnen of willen doen. Maar dat is niet het eigenlijke besluit waartoe het evangelie komt. Volgens de evangelies moeten wij die eenzijdige en riskante liefde leren opbrengen om te proeven wat de liefde is van God voor de mensen en wat de liefde is waartoe mensen soms en in zekere mate in staat zijn.

Dit gebod van de liefde gaat veel verder dan de gulden regel. Het is niet alleen bedoeld om het leven tussen de mensen dragelijk, maar om het heerlijk te maken. Dit gebod heeft echter geen zin buiten de context van een bepaald godsgeloof. Het is bedoeld om ons in voeling te brengen met een God die liefde is. Daaruit put de gelovige dan ook zijn motivatie om op dat gebod, op die uitnodiging van God in te gaan. De gulden regel is aantrekkelijk, het gebod van de liefde is dat nog veel meer. Een ethiek mag veeleisend zijn als hij ook veelbelovend is.

Overgenomen met toestemming van Tertio.

image_pdfimage_print