Geen stervenshulp maar stervenskunst

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 4 maart 2010
door dr. R. Seldenrijk, directeur van de Nederlandse Patiëntenvereniging NPV

Het VU Medisch Centrum deed recent onderzoek naar de doodswens onder ouderen. Ruim 80 procent van de ouderen heeft die wens nog nooit gehad. Slecht 0,8 procent van de ouderen had er in de week vóór het onderzoek wel aan gedacht. Maar waarom? Neem de Rotterdamse zorginstelling Stichting Humanitas. Die is niet tegen levensbeëindiging. Maar sinds er in 1999 een nieuwe, positieve zorgomgeving werd ingericht, “wil geen enkele oudere meer dood”, aldus directeur prof. dr. J. Becker. We hebben het in deze discussie blijkbaar over de mythe van de ouderdom en van het voltooide leven, de mythe van de zinloosheid.

Cultuur van de dood
Van Dale omschrijft ‘mythe’ als “een als juist aanvaarde, maar ongefundeerde voorstelling over een persoon, zaak of toedracht”. Wellicht zijn de laatste decennia alle verhalen uit de ‘cultuur van de dood’ – zoals paus Johannes Paulus II onze cultuur duidde – mythen. Wellicht moet het juiste verhaal over de betekenis van leeftijd en ouderdom naar de nieuwe actualiteit worden herschreven. We moeten namelijk gericht zijn op eu-thanatos ofwel de goede dood, de ars moriendi of stervenskunst van de vroegere Kerk. Want als het goed is, stimuleert deze voorbereiding op de dood de wellevenskunst. Wie niet kan leven, kan ook niet sterven.

Verwend?
Frappant dat de pleidooien voor hulp bij zelfmoord van ouderen die niet afhankelijk willen worden, komen van hoogopgeleide, geslaagde en rijke Nederlanders. Zij willen niet dement worden, alsof we kunnen kiezen of we wel of niet dement willen worden. Overkomt ons dat niet? Juist deze mensen hadden een prachtcarrière. Hebben zij zich leren verhouden met tegenslagen die hun overkomen? Of zijn zij uitsluitend verwend door alle voorspoed van na de Tweede Wereldoorlog?

Deze mensen schilderen in allerlei kleuren de ‘ontluistering’ en voltooiing van het leven. Maar waarom alleen zeventigplussers? Je zult als jongere maar de liefde van je hart verliezen! Hoe dan verder? Kan er dan geen serieuze doodswens zijn? En moeten zeventigplussers zich straks verantwoorden als ze van deze mogelijkheid geen gebruik maken?

Deze mensen beroepen zich graag op het denken over autonomie, dat is gefundeerd door filosoof Immanuël Kant. Maar de dood wordt als handlanger gekozen door een doorgeschoten individualisme en zelfbeschikking. En deze zelfgekozen dood is volgens Kant onmogelijk een autonome beslissing.

Zorgzaamheid in gevaar
De Nederlandse Vereniging voor Vrijwillig Levenseinde (NVVE) en het burgerinitiatief werken aan de verkeerde kant. Zij doen of het gehele pallet aan keuzes rondom het levenseinde in goede handen is. Zij verdiepen zich niet in alternatieven anders dan de kortste uitweg naar de dood. Het gaat om belevingsaspecten die omkeerbaar zijn. Waarom investeren zij niet in het leefbaar en aangenamer maken van het leven, zoals in Rotterdam gebeurt?

Het burgerinitiatief en de eenzijdige activiteiten van de NVVE hebben verstrekkende gevolgen. Ze dragen bij aan een algemeen gevoelen, een gevoelen dat zich niet kan verhouden met ouderdom en de situaties die zich in het leven onvermijdelijk voordoen. Als dit gevoelen maar vaak genoeg wordt herhaald, doet dit iets met de beleving van mensen, gaan mensen dit geloven. Als het leven even of langdurig minder luister vertoont, dan lopen we daar met een boog omheen. En zo wordt de zorgzaamheid van de samenleving in gevaar gebracht. Het pleidooi voor levensbeëindiging is in feite de voltooiing van een beheersingsstreven.

Levensboek
Dit denken vanuit de maakbaarheid is ‘oud’ denken vanuit de jaren zestig van de vorige eeuw. Op dit punt heeft onze westerse cultuur te maken met een echec, met de mislukking van de maakbaarheid. Dat drukt mensen weer op hun kwetsbaarheid. Dat confronteert hen met de vraag naar de zin van het leven. Hoe die weer te vinden als je die – tijdelijk – kwijt bent? Bijvoorbeeld door te werken aan het levensverhaal met deze ouderen. Het maken van een boek over iemands leven is een heel praktische manier. Zo kun je iets tastbaar maken van de waarde en waardigheid van deze mens.

Je maakt geen levensboek op omdat het leven is ‘afgerond’. Nee, dat doe je juist om in de laatste levensfase het perspectief op het heden en de toekomst te verhelderen. Het verleden krijgt waarde voor het nu. Het maken van een levensboek betekent dat je oprecht aandacht hebt voor de identiteit van deze oudere mens en voor zijn of haar waardigheid. Uit onderzoek blijkt dat het maken van levensboeken bijdraagt aan de zinervaring van ouderen. Het geeft hoop voor de toekomst en dringt de roep om levensbeëindiging terug.

Zorg voor leven
Daarom leidt de NPV vrijwilligers op voor het maken van het levensverhaal. Daarom lanceerde de NPV de website www.mijnlevenmaakikzelfnietuit.nl. De website is bedoeld voor ieder individu en iedere organisatie die deze problematiek vanuit een levenbeschermende visie ter harte gaat. Daarom komt binnenkort het Platform Zorg voor Leven bij elkaar. Dan wordt nagedacht over wat verschillende organisaties moeten doen uit zorg voor kwetsbare mensen. Niet de kille dood, maar oprechte aandacht, warmte en levenbestendige nabijheid. Dan maak ik mijn leven zelf niet uit!

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print