Tot de Bisschoppen uit de Verenigde Staten (regio IV-VI) tijdens hun bezoek “Ad Limina
19 januari 2012
Paus Benedictus XVI
Dierbare broeders Bisschoppen,
Van harte groet ik u allen en bid dat deze pelgrimage van spirituele vernieuwing en verdieping van de gemeenschap het geloof en de inzet zal bevestigen van uw taak als herder van de Kerk in de Verenigde Staten van Amerika. Zoals u weet, is het mijn bedoeling om in de loop van dit jaar met u enkele spirituele en culturele uitdagingen van de nieuwe evangelisatie te overwegen.
Een van de meest gedachtenisvolle aspecten van mijn pastorale bezoek aan de Verenigde Staten was de mogelijkheid die het mij gaf na te denken over de historische ervaring van godsdienstvrijheid in Amerika en meer in het bijzonder de relatie tussen geloof en cultuur. Aan iedere cultuur ligt ten grondslag, bewust of onbewust, de consensus over de werkelijkheid van de natuur en het morele goed, en dus over de condities van de menselijke ontwikkeling. In Amerika was deze consensus, zoals het is vastgelegd in de oprichtingsdocumenten, gebaseerd in een visie op de wereld niet alleen door geloof gevormd maar ook in een toewijding aan bepaalde ethische principes voortkomen uit de natuur en de God van de natuur. Tegenwoordig is deze consensus aanmerkelijk geërodeerd ten gevolge van de krachtige culturele bewegingen die niet alleen tegen de kern van de morele leer van de Joods-christelijke traditie zijn, maar toenemend vijandig tegen het Christendom op zich.
Wat haar betreft is de Kerk van de Verenigde Staten geroepen om, gewenst of ongewenst, het Evangelie verkondigt, hetgeen niet alleen een onveranderde morele waarheid voorstelt, maar het juist voorstelt als de sleutel voor menselijk geluk en sociale vooruitgang. (1) In de mate dat enkele culturele ontwikkelingen elementen bevatten die de verkondiging van deze waarheden zouden beknotten, ofwel door het beperken binnen de grenzen van de louter wetenschappelijke rationaliteit, dan wel door het te onderdrukken in de naam van de politieke macht of regel van de meerderheid, zij vertegenwoordigen niet alleen een bedreiging van het christelijk geloof, maar ook de mensheid zelf en tot in de diepste waarheid over ons bestaan en de ultieme roeping, onze relatie met God. Wanneer een cultuur probeert de dimensies van het ultieme mysterie te onderdrukken en de deur sluit voor de transcendente waarheid, wordt het onvermijdelijk verarmd en valt ten prooi aan, zoals wijlen Paus Johannes Paulus II zo duidelijk zag, de reductionistische en totalitaire kijk op de menselijke persoon en de aard van de samenleving.
Met haar lange traditie van respect voor de juiste relatie tussen geloof en rede, heeft de Kerk een cruciale rol te spelen in het weerstaan van de culturele tendensen, welke de idee aanmoedigt, op basis van een extreem individualisme, dat vrijheid losstaat van morele waarheid. Onze traditie gaat niet uit van een blind geloof, maar van een rationeel perspectief dat gekoppeld is aan onze inzet om een authentieke, rechtvaardige, menselijke en welvarende samenleving op te bouwen met onze ultieme zekerheid dat de kosmos vervuld is van een innerlijke logica die toegankelijk is voor de menselijke rede. De verdediging van de Kerk van een morele beredenering, op basis van de natuurlijke wet, is gegrondvest op haar overtuiging dat deze wet geen bedreiging is van onze vrijheid, maar eerder een “taal”, die ons in staat stelt onszelf en de waarheid van ons zijn te begrijpen, en een meer rechtvaardige en humane wereld vorm te geven. Ze biedt daarom haar morele leer als boodschap aan, niet van dwang, maar van vrijheid, en als basis om een veilige toekomst te bouwen.
De getuigenis van de Kerk is dan van nature publiek: zij zoekt te overtuigen door rationele argumenten voor te stellen in het publieke debat. De legitieme scheiding van Kerk en Staat kan niet aangewend worden als middel om de Kerk te laten zwijgen over bepaalde onderwerpen, maar ook niet dat de Staat mag kiezen om niet deel te nemen, of om ingezet te worden door stemmen van toegewijde gelovigen in het bepalen van de waarden die vorm zullen geven aan de toekomst van de natie.
In het kader van deze overwegingen is het noodzakelijk dat de gehele Katholieke gemeenschap van Amerika zich is gaan realiseren welke ernstige gevaren voor de getuigenis van de Kerk van haar publieke moraal wordt gevormd door een radicaal secularisme, dat steeds meer uiting vindt op politieke en culturele terreinen. De ernst van deze bedreiging moet op iedere niveau van het kerkelijk leven helder voor ogen staan. Een bijzondere zorg zijn de bepaalde pogingen om één van de meest gekoesterde Amerikaanse vrijheden te beperken, namelijk de godsdienstvrijheid. Velen van u hebben aangegeven dat gerichte acties zijn ondernomen om het recht van gewetensbezwaren te beperken voor Katholieke personen instellingen met betrekking tot medewerking aan intrinsieke kwade praktijken. Anderen hebben mij gesproken over de zorgwekkende tendens om godsdienstvrijheid te beperken tot alleen de vrijheid van vieringen zonder waarborgen voor het respect voor gewetensvrijheid.
Hier opnieuw zien we de noodzaak voor een toegewijde, mondige en goed gevormde Katholieke leken begiftigd met een sterk kritische zin versus de dominante cultuur en met de moed om zich te weer te stellen tegen een reductief secularisme, dat ernaar streeft om de wettige deelname van de Kerk aan het publieke debat over de toekomst van de Amerikaanse gemeenschap te ontnemen. De voorbereiding van overtuigde leken leiders en de presentatie van een overtuigende uiting van de christelijke visie op de mens en samenleving blijft de belangrijkste taak van de Kerk in uw land. Als essentiële onderdelen van de nieuwe evangelisatie moeten deze zorgen de visie en doelstellingen van catechetische programma’s zijn op alle niveaus.
In dit verband spreek ik mijn waardering uit voor uw inspanningen om de contacten te behouden met Katholieken, die betrokken zijn bij het politieke leven, en om hen te helpen begrijpen dat zij een persoonlijke verantwoordelijkheid hebben om publiek getuigenis af te leggen van hun geloof, in het bijzonder met betrekking tot de grote morele problemen van onze tijd: respect voor Gods gave van het leven, de bescherming van de menselijke waardigheid en het bevorderen van authentieke mensenrechten. Zoals het Concilie heeft aangegeven, en hetgeen ik heb willen herhalen tijdens mijn pastorale reis, moet het respect voor de rechtvaardige autonomie van de seculiere omgeving ook rekening houden met de waarheid dat er geen wereldse werkelijkheden zijn die los gezien kunnen worden van de Schepper en Zijn heerschappij. (2) Zonder twijfel dat een meer consistent getuigenis van de kant van de Amerikaanse Katholieken over hun diepste overtuigingen een belangrijke bijdrage zal leveren aan een vernieuwing van de samenleving als geheel.
Dierbare broeders Bisschoppen, in deze korte opmerkingen heb ik willen ingaan op een aantal van de dringende onderwerpen die in uw dienst aan het Evangelie en hun betekenis voor de evangelisatie van de Amerikaanse cultuur van belang zijn. Niemand die deze problemen realistisch bekijkt kan voorbij gaan aan de echte problemen waar de Kerk op het moment mee te maken heeft. Maar uit het geloof kunnen we moed putten voor een groeiend bewustzijn voor de noodzaak om de burgerlijke orde duidelijk geworteld te houden in de Joods-christelijke traditie, maar ook uit de belofte die door de nieuwe generatie van Katholieken wordt geboden, die door hun ervaring en overtuiging een beslissende rol zullen hebben in de vernieuwing van de aanwezigheid van de Kerk en het getuigen in de Amerikaanse samenleving. De hoop die deze “tekenen des tijds” ons geven is op zichzelf een reden om onze inspanningen te vernieuwen om de intellectuele en morele middelen van de gehele Katholieke gemeenschap te mobiliseren ten dienste van de evangelisatie van de Amerikaanse cultuur en te bouwen aan de beschaving van liefde. Met grote genegenheid beveel ik u allen, en de aan uw zorg toevertrouwde kudde, aan de gebeden van Maria, de Moeder van Hoop, en van harte schenk ik u mijn Apostolische zegen als een belofte van genade en vrede in Jezus Christus, onze Heer.
Noten
1. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 10
2. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 36
Overgenomen met toestemming van RK Documenten.nl
Bekijk dit document in de context van andere R.K. documenten op de website van RK Documenten.nl