Gezondheidsraad: Onderzoeksgrens in Embryowet naar 28 dagen

Gezondheidsraad, 31 oktober 2023

De Gezondheidsraad adviseert om de onderzoeksgrens in de Embryowet aan te passen naar 28 dagen. Voor onderzoek worden embryo’s gebruikt die overblijven na ivf-trajecten. Onderzoek met embryo’s tot 28 dagen na de bevruchting kan waardevolle kennis opleveren die nu buiten bereik is en die niet op een andere manier te verkrijgen is.

Veertiendagengrens in de Embryowet

In de Embryowet is vastgelegd onder welke voorwaarden onderzoek met embryo’s is toegestaan. Die voorwaarden moeten zorgen voor een evenwicht tussen het belang van onderzoek (het voorkomen van ziekten en behandelen van onvruchtbaarheid) en het beschermen van (beginnend) menselijk leven. Voor onderzoek worden embryo’s gebruikt die overblijven bij ivf-trajecten en die aan de wetenschap worden gedoneerd. Onderzoekers mogen die embryo’s nu niet langer dan 14 dagen na bevruchting laten ontwikkelen buiten het lichaam. Door technologische ontwikkelingen nemen de mogelijkheden om embryo’s langer in kweek te houden voor onderzoek toe. Daarom heeft de minister van VWS de Gezondheidsraad om advies gevraagd over het aanpassen van de veertiendagengrens in de Embryowet.

Beschermwaardigheid embryo

Omdat een embryo wordt beschouwd als beginnend menselijk leven, verdient het bescherming, ook als het zich buiten het menselijk lichaam ontwikkelt. Dat wil zeggen dat niet zomaar alles met het embryo gedaan mag worden. Elk ingrijpen moet worden afgewogen tegen de beschermwaardigheid van het embryo. Die beschermwaardigheid neemt toe naarmate het embryo zich verder ontwikkelt. De Gezondheidsraad is nagegaan of er een moment is waarop de beschermwaardigheid zo hoog is, dat een ander belang daar moreel gezien niet tegenop kan wegen. Dat is het geval zodra bewustzijn niet meer is uit te sluiten, maar dat is pas laat in de ontwikkeling. In de vroege embryonale ontwikkeling vinden ook stappen plaats met morele betekenis, maar een duidelijke, breed gedragen grens is daar volgens de Gezondheidsraad niet uit af te leiden.

Belang van wetenschappelijk onderzoek

Kennis over de ontwikkeling van embryo’s is van belang om ontwikkelingsstoornissen en ziekten te voorkomen en problemen met de vruchtbaarheid beter te behandelen. Er wordt nu al onderzoek gedaan met embryo’s, wat inzicht biedt in de ontwikkeling tot 14 dagen na de bevruchting. Vanaf 28 dagen na de bevruchting kan materiaal van zwangerschapsafbrekingen worden gebruikt voor onderzoek naar de embryonale ontwikkeling. Over de embryonale ontwikkeling tussen 14 en 28 dagen is nu vrijwel geen kennis beschikbaar, terwijl zich dan belangrijke processen afspelen in de aanleg van organen.

Maatschappelijk perspectief

Bij het bepalen van een onderzoeksgrens voor embryo’s spelen niet alleen de beschermwaardigheid van het embryo en het belang van wetenschappelijk onderzoek een rol. Het is ook van belang om het maatschappelijk perspectief mee te wegen. Onderzoek met embryo’s ligt gevoelig en wordt door mensen heel verschillend beoordeeld. Daarom is het volgens de Gezondheidsraad cruciaal dat de overheid een aangepaste onderzoeksgrens goed kan uitleggen. Het moet helder zijn dat een verschuiving van de grens kennis op kan leveren die van grote betekenis is en die niet op een andere manier verkregen kan worden.

Advies: veertiendagengrens aanpassen naar 28 dagen

Na zorgvuldige afweging van de beschermwaardigheid, het wetenschappelijk belang en het maatschappelijk perspectief komt de Gezondheidsraad tot het advies om de veertiendagengrens in de Embryowet aan te passen naar 28 dagen. De Gezondheidsraad vindt dat de grens van 28 dagen ook moet gelden voor embryoachtige structuren (ELS) die lijken op menselijke embryo’s. ELS worden met behulp van stamcellen gemaakt voor onderzoeksdoeleinden. Ze worden nu niet beschouwd als beschermwaardig op grond van de Embryowet. De ELS die een intact embryo nabootsen verdienen volgens de raad echter dezelfde bescherming als menselijke embryo’s, omdat theoretisch niet kan worden uitgesloten dat ze zich kunnen ontwikkelen tot een mens.

Voorwaarde: zorgvuldige toetsing door CCMO

Dat de Gezondheidsraad wetenschappelijk onderzoek met embryo’s tot 28 dagen aanvaardbaar acht, wil niet zeggen dat er tot die tijd geen sprake is van beschermwaardigheid. Zorgvuldige toetsing van ieder voorgenomen onderzoek door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) blijft een voorwaarde. De CCMO zal per onderzoek de afweging moeten maken of het onderzoeksbelang opweegt tegen de beschermwaardigheid van het embryo en of er geen alternatieven zijn, zoals nu ook al gebeurt.

De Gezondheidsraad baseert zich niet zondermeer op Rooms-katholieke principes. Lees de voordracht van dr. Willem J. kardinaal Eijk over de status van het embryo.

image_pdfimage_print