Gezondheidsraad: Overkoepelende richtlijn voor vaststellen dood bij orgaandonatie

Persbericht

GezondheidsraadGezondheidsraad, 10 juni 2015

De Gezondheidsraad adviseert de wijze waarop de dood wordt vastgesteld bij diverse vormen van postmortale orgaandonatie (donatie na overlijden) onder te brengen in een overkoepelende richtlijn. Naast het al bestaande Hersendoodprotocol geeft de richtlijn protocollen voor vaststellen van de dood na een onomkeerbare stilstand van hart en bloedsomloop (circulatiestilstand). De Gezondheidsraad biedt het advies vandaag aan de minister van VWS aan.

In 1998 is een protocol opgesteld om te garanderen dat op een zorgvuldige manier en onomstotelijk wordt vastgesteld dat iemand hersendood is, voordat orgaandonatie wordt ingezet (Hersendoodprotocol). Sindsdien komt het steeds vaker voor dat organen worden getransplanteerd van donoren die aan een circulatiestilstand zijn overleden. Daarom is het goed om ook voor die situatie een protocol op te stellen en dit in de Wet op de orgaandonatie dezelfde status te geven als het Hersendoodprotocol. Hiertoe heeft de Gezondheidsraad de procedures die in de praktijk worden gebruikt bij elkaar gebracht en getoetst aan de stand van wetenschap. Deze richtlijn vormt samen met de gedetailleerde praktische protocollen van de Nederlandse Transplantatie Stichting een standaard van handelen bij postmortale orgaandonatie.

Een circulatiestilstand kan optreden na een acute hartstilstand (zonder succesvolle reanimatie) of nadat de mechanische beademing wordtgestopt bij een patiënt bij wie de medische beslissing is genomen niet langer te behandelen. Voor beide scenario’s geldt een apart protocol. Gemeenschappelijk element daarin is dat altijd een observatieperiode van vijf minuten in acht moet worden genomen nadat hart en bloedsomloop zijn stilgevallen. Dit is nodig om spontaan herstel van de bloedsomloop en ademhaling uit te sluiten. Pas daarna mag de dood worden vastgesteld en kan begonnen worden met de uitnameprocedure.

De Gezondheidsraad heeft een aantal aanpassingen aangebracht in het Hersendoodprotocol om onduidelijkheden die in de praktijk bleken te bestaan op te lossen. Een van de aanpassingen is een verduidelijking van de manier waarop de uitval van de grote hersenen vastgesteld moet worden. Een andere wijziging heeft betrekking op patiënten die medicijnen krijgen om de hersenfuncties te dempen. Bij deze groep is de hoofdregel dat gewacht moet worden met de procedure om hersendood vast te stellen tot de medicijnen zijn uitgewerkt.

Het aangepaste Hersendoodprotocol wordt vastgesteld door wijziging van het Besluit Hersendoodprotocol. Hiervoor geldt de procedure voor vaststelling van een Algemene Maatregel van Bestuur. Acht weken na publicatie in het Staatsblad treedt het aangepaste Besluit Hersendoodprotocol in werking. Over de wettelijke verankering van het protocol voor vaststellen van de dood bij circulatiestilstand moet de minister eerst een besluit nemen. De publicatie Vaststellen van de dood bij postmortale orgaandonatie – Protocollen en criteria, inclusief een geactualiseerd Hersendoodprotocol(nr.2015/13) is te downloaden van www.gr.nl.

image_pdfimage_print