Het grote christelijke zwijgen

Katholiek NieuwsbladKatholiek Nieuwsblad, 16 maart 2007
door F. Alting von Geusau

Er bestaat een recht op gewetensbezwaren, onafhankelijk van de wil van de meerderheid in een land. Wetten die indruisen tegen het geweten, verplichten tot niets, bevestigt de Pauselijke Academie voor het Leven.

Het recente regeerakkoord bespreekt de mogelijkheid van gewetensbezwaren bij trouwambtenaren. Er wordt gesproken over een “zorgvuldige omgang” met gewetensbezwaarde ambtenaren: “Mochten er in de gemeentelijke praktijk problemen ontstaan, dan zullen initiatieven worden genomen om de rechtszekerheid van gewetensbezwaarde ambtenaren veilig te stellen.”

Tengevolge van deze passage is opnieuw een discussie ontbrand over de vraag of een ambtenaar van de burgerlijke stand op grond van gewetensbezwaren mag weigeren een homopaar voor de wet te trouwen. Volgens de Nederlandse wet is het homohuwelijk sinds 1 april 2001 mogelijk. Ondanks toezeggingen van het vorige en het huidige kabinet lijkt de heersende mening te zijn dat een ambtenaar zich niet op gewetensbezwaren mag beroepen om de wet niet uit te voeren. Wat een meerderheid in het parlement heeft bepaald is de hoogste wet. Gewetensbezwaren zijn slechts bij hoge uitzondering en in beperkte en welomschreven situaties inroepbaar. De Nederlandse wet voorziet alleen in de erkenning van ernstige gewetensbezwaren tegen het vervullen van de militaire dienstplicht. De Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienstplicht bestaat nog steeds, de dienstplicht zelf is echter afgeschaft.

Verzet
Deze behandeling van gewetensbezwaren staat geheel haaks op de behandeling die dit thema kreeg in de laatste jaarvergadering van de Pauselijke Academie voor het Leven, eind februari. Daar ging het over ‘Het christelijk geweten ter ondersteuning van het recht op leven’. De grondslag van de discussie in Rome was het recht op leven, vanaf de conceptie tot aan de natuurlijke dood. Wat het menselijke geweten ten aanzien van dit recht ons ingeeft, moet de grondslag zijn van het positieve recht en is niet iets wat slechts bij hoge uitzondering tegen het positieve recht kan worden ingeroepen. Zoals paus Johannes Paulus II schreef in zijn encycliek Evangelium Vitae, zijn abortus en euthanasie misdrijven die door geen ‘menselijke wet kunnen worden gerechtvaardigd. Wetten die dat toch proberen, scheppen niet alleen geen enkele verplichting voor het geweten, er is zelfs een ernstige en duidelijke verplichting zich ertegen te verzetten met een beroep op gewetensbezwaren (par. 73).

In de volgende paragraaf schrijft de paus: “Weigeren om aan het begaan van een onrecht mee te doen is niet alleen een morele plicht, maar ook een menselijk grondrecht. Als dat niet zo zou zijn, zou de mens gedwongen zijn een handeling uit te voeren die met zijn waardigheid op zich onverenigbaar is: op die manier zou zijn vrijheid, waarvan de authentieke betekenis en het doel berusten op haar oriëntatie op het ware en het goede, radicaal bedreigd worden. Het gaat dus om een wezenlijk recht dat juist als zodanig door de burgerlijke wet zelf moet worden voorzien en beschermd. In deze zin zou voor de artsen, het verplegend personeel en de directeuren van ziekenhuizen, klinieken en verzorgingshuizen, de mogelijkheid gegarandeerd moeten zijn de deelname aan de fase van overleg, voorbereiding en uitvoering van zulke handelingen tegen het leven, te weigeren. Wie grijpt naar het middel van het gewetensbezwaar moet niet alleen beschermd zijn tegen strafmaatregelen, maar ook tegen elk soort schade op wettelijk, disciplinair, economisch en professioneel vlak.”

Verraad
Volgens de president van de Academie, mgr. Sgreccia, geldt die verplichting ook tegenover het homohuwelijk. Een morele plicht, die dus ook een grondrecht is. Het recht op gewetensbezwaren voor verschillende beroepsgroepen kwam uitvoerig aan de orde. Alicja Grzeskowiak in het bijzonder gaf een helder, rechtsvergelijkend overzicht van het al of niet erkennen van dit recht. Zij behandelde, de door de paus genoemde beroepsgroepen maar ook apothekers, consultants, rechters en advocaten. In de meeste Europese landen is het recht op gewetensbezwaren niet erkend of gebrekkig of gedeeltelijk uitgewerkt. Dat geldt vooral voor apothekers, die – mede op grond van een uitspraak van het Europese Hof voor de Mensenrechten – het recht wordt ontzegd wegens gewetensbezwaren bepaalde medicijnen niet te verkopen. Ook voor rechters zou dit grondrecht moeten gelden waar hun medewerking aan echtscheiding en homohuwelijken aan de orde is, aldus Grzeskowiak. Daarmee staat zij, met Johannes Paulus II, lijnrecht tegenover regeringen en parlementen, die een weigering beschouwen als verraad aan het recht dat de rechter moet toepassen.

Kloof
Naast de controverse over het recht op gewetensbezwaren is er ook het probleem van het biomedisch onderzoek, waarover Monica Lopez Barahona sprak. Het gaat om onderzoek betreffende stamcellen, IVF en nieuwe varianten van de anticonceptiepil. De wetgever in de Europese landen doet hieraan steeds meer concessies, maar volgens de leer van de Kerk is dit onderzoek in strijd met het recht op leven. Met dit probleem naderen we de kern van de controverse tussen de leer van de Kerk en de wetgeving in de Europese staten. Die ligt niet op het vlak van de toegepaste wetenschap, mar op dat van de wijsbegeerte en ons geweten.

De kerkelijke leer vindt haar grondslag in het respect voor het leven als gave Gods. Wetenschapen politiek zijn gericht op het leven als object van maakbaarheid en overheersing. Zij bevinden zich in de nadagen van de Umwertung aller Werte (Nietzsche), de vervanging van christelijke normen en deugden door moderne, subjectieve waarden.

De kerkelijke leer bevindt zich in de positie van volstrekte helderheid die door politiek, wetenschap en de meerderheid van de katholieken uit onbegrip en onwetendheid verworpen wordt. Onbewust en onbedoeld is ineen groeiend aantal Europese landen een meerderheid te vinden voor wetgeving die de communistische en nazistische leiders van weleer hun bevolking oplegden. Tussen het christelijk geweten, zoals verwoord door de Pauselijke Academie voor het Leven en het democratische geweten bij een meerderheid in onze landen gaapt een diepe kloof.

Zou het kleine lichtpuntje in het regeerakkoord een einde kunnen maken aan het grote christelijke zwijgen?

De Pauselijke Academie voor het Leven werd in 1994 gesticht door paus Johannes Paulus II. Mgr. Eijk maakt deel uit van de bestuursraad. De lezingen van de recente bijeenkomst zijn te vinden op www.academiavita.org.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print