Persbericht Stichting Upside van Down, 16 maart 2011
Stichting De Upside van Down is verontrust over het enthousiasme waarmee de nieuwe bloedtest die het VU medisch centrum vanaf eind 2011 aanbiedt, wordt ontvangen. Deze bloedtest stelt vast of een vrouw zwanger is van een kind met het Syndroom van Down. Vroeg in de zwangerschap en zonder gevaren voor de foetus. Een prachtig staaltje medische wetenschap, maar de vraag dringt zich op: waarom testen op het Syndroom van Down?
Het antwoord is even simpel als schokkend: het kind met het Syndroom van Down heeft een imagoprobleem. Downies zijn weliswaar vrolijk en muzikaal volgens de algemeen heersende opinie maar hebben vaak ook veel medische zorg nodig en kunnen lastig zijn. Maar is dat eigenlijk wel zo? Hoeveel kennis heeft de Nederlander van het groot brengen van een kind met het Syndroom van Down? Met andere woorden: op welke gronden gaan aanstaande ouders straks een keuze maken tot het krijgen van een kind met het Syndroom van Down, of niet?Stichting De Upside van Down maakt zich sterk voor een objectieve, eerlijke beeldvorming van mensen met het Downsyndroom. Want meer begrip leidt uiteindelijk tot meer acceptatie en integratie van mensen met het Downsyndroom in onze maatschappij.Is er in de Nederlandse samenleving nog plek voor mensen die ‘anders’ zijn of moet ieder kind in de toekomst perfect zijn? Kiezen we voor een maatschappij die uniform en gelijkmatig is of kiezen we voor verscheidenheid, voor eigenheid? Stichting De Upside van Down wil via een zelfgemaakte tv-documentaire en een nieuw boek met bijzondere verhalen een bijdrage leveren aan deze discussie want het is doodzonde om de verrijking, die juist een Down-kind de omgeving biedt, met het badwater weg te gooien…