Katholiek Nieuwsblad, 17 december 2021
door Diederik van Dijk, directeur van NPV-Zorg voor het leven
Dat het nieuwe kabinet abortussen wil voorkomen, is positief. Maar verder geeft het coalitieakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie medisch-ethisch gezien de nodige reden tot zorg: belangrijke kwesties worden overgelaten aan het progressieve en seculiere krachtenveld in de Tweede Kamer.
Het coalitieakkoord maakt duidelijk dat het nieuwe kabinet wil inzetten op het voorkomen van ongewenste zwangerschappen en (herhaaldelijke) abortussen. Dit door anticonceptie gratis te maken voor kwetsbare groepen, vrouwen in kwetsbare situaties seksuele voorlichting aan te bieden en meer inzicht te krijgen in de redenen voor abortus.
Goede start
De wens om het aantal abortussen terug te dringen, is een goede start van de paragraaf. Met de 30.000 abortussen die momenteel ieder jaar plaatsvinden, draagt onze samenleving een grote schuld met zich.
Belangrijke andere zaken rondom abortus worden echter aan de Kamer overgelaten. Zo zijn er geen knopen doorgehakt rond voorgestelde wetswijzigingen in de abortuswet, zoals de verstrekking van de abortuspil bij de huisarts en het afschaffen van de bedenktijd. De laatste twee voorstellen kunnen helaas rekenen op een Kamermeerderheid en verlagen juist de stap naar abortus.
Het is ook te betreuren dat het coalitieakkoord niets zegt over de 24-wekengrens, terwijl er alle reden is om op z’n minst de discussie hierover aan te gaan. Met onze groeiende kennis over het ongeboren leven, is het hoog tijd om terug te komen op deze extreem hoge grens, waarmee Nederland uniek is binnen de Europese Unie.
Keerzijden prenatale diagnostiek
Ook zullen de NIPT en de twintigwekenecho kosteloos beschikbaar komen. Er is echter alle reden om kritisch te zijn op het gratis aanbieden aan alle zwangere vrouwen van prenataal onderzoek zonder diagnostische reden.
Jaarlijks neemt het aantal zwangerschapsafbrekingen na prenatale diagnostiek toe, tot 1502 keer in 2020. Prenataal onderzoek brengt daarnaast spanning met zich mee en vormt ons beeld over mensen met een beperking op negatieve wijze. Dit zijn indringende keerzijden die ook besproken zouden moeten worden.
Het levenseinde
Het nieuwe kabinet zal zich inzetten voor waardig ouder worden, en dat valt te prijzen. Zo wordt de coalitie ‘Een tegen eenzaamheid’, waar ook de NPV bij betrokken is, voortgezet. Daarnaast wordt de ontmoeting van jongeren en ouderen gestimuleerd en wordt geïnvesteerd in het versterken van de palliatieve zorg. Ook wordt de deskundigheid van artsen in het handelen rondom het (zelfgekozen) levenseinde versterkt. Men wil bevorderen dat mensen tijdig spreken over hun wensen rondom het levenseinde, zodat er passende zorg verleend kan worden in de laatste levensfase.
Maar ook hier wordt een belangrijke kwestie overgelaten aan de Kamer. Er is afgelopen jaren veel discussie geweest over de ‘wet voltooid leven’. De commissie Schnabel noemde zo’n wet in 2016 al overbodig en onwenselijk. Die onwenselijkheid werd nog eens onderstreept door het latere onderzoek van Els Van Wijngaarden. Dat liet zien dat de groep op wie de wet zich zou richten zeer klein is en geen gezonde groep is. Het is dan ook betreurenswaardig dat het kabinet er niet voor gekozen heeft om in deze kwestie op de rem te trappen.
Embryo’s
En dan zijn er nog de ontwikkelingen rond de embryo-wet. Op dit moment is het verboden om embryo’s speciaal te kweken voor onderzoek. Wel mag er (na toestemming van de ouders) onderzoek gedaan worden met embryo’s die overbleven na ivf-behandelingen. Die mogen nu niet langer dan 14 dagen in leven worden gehouden. Het kabinet wil nu de Gezondheidsraad advies vragen over de wenselijkheid om die grens naar 28 dagen te verschuiven.
De NPV ziet embryo-onderzoek als een inbreuk op de beschermwaardigheid van het leven. Immers, na het onderzoek worden embryo’s vernietigd. Dat er gesproken wordt over een verdere opschuiving van de grens, zorgt voor een bittere smaak in de mond.
Ook zijn er twee wetsvoorstellen in de maak. D66 en VVD werken aan een initiatiefwet over embryoselectie die het mogelijk maakt om de geboorte te voorkomen van kinderen die niet zelf een erfelijke ziekte hebben, maar wel drager hiervan zijn. Dezelfde fracties komen ook met een voorstel dat het mogelijk maakt om embryo’s voor onderzoeksdoeleinden te kweken. Beide wetten verruimen de huidige regels en staan op gespannen voet met de beschermwaardigheid van het embryo vanaf de conceptie.
De medisch-ethische kwesties lijken vooral overgelaten te worden aan het progressieve en seculiere krachtenveld in de Tweede Kamer. Er is bepaald geen reden om gerust achterover te leunen.