Huwelijk en onschendbaarheid van het leven

Nell’ordine della natura

Toespraak tot het congres van de Fronte della Famiglia en tot de Bond van Grote Gezinnen

Paus Pius XII
27 november 1951

Steun van de Kerk aan het gezin

1. Geen maatschappelijke instelling in de natuurlijke orde gaat de Kerk meer ter harte dan het gezin. Christus heeft het huwelijk, dat er als de wortel van is, verheven tot de waardigheid van sacrament. Het gezin zelf heeft in de Kerk altijd gevonden en zal er blijven vinden verdediging, bescherming en steun in alles, wat zijn onschendbare rechten, zijn vrijheid en de uitoefening van zijn verheven taak betreft.

2. Daarom, beminde zonen en dochters, is het voor ons een bijzondere vreugde, het nationaal congres van de Fronte della Famiglia en van de grote gezinnen hier bij ons welkom te mogen heten, onze tevredenheid te mogen uitspreken over uw ijverig streven naar het gestelde doel en u onze vaderlijke wensen te mogen aanbieden voor de succesvolle verwezenlijking er van.

Drievoudig doel van de beweging voor het gezin

3. Een beweging voor het gezin gelijk de uwe, die de idee van het christelijk gezin onder het volk volledig tracht te verwerkelijken, zal zich, gedreven door de innerlijke kracht, die haar bezielt, en door de noden van het volk, waaronder zij leeft en groeit, zeer zeker in dienst stellen van het drievoudig doel, dat gij nastreeft, nl.

  1. de wetgeving beïnvloeden op het brede terrein, dat rechtstreeks of zijdelings het gezin raakt,
  2. solidariteit tussen de christelijke gezinnen en
  3. de christelijke levensstijl van het gezin.

Het derde punt is het voornaamste: de twee eerste moeten het helpen bevorderen.

Noden en belangen van het gezin

4. Wij hebben dikwijls en bij de meest verschillende gelegenheden gesproken ten gunste van het christelijk gezin. Meestal hebben wij dit gedaan om het gezin te helpen of de hulp van anderen er voor in te roepen en het zo uit grote nood te redden. Vooreerst om het te helpen in de oorlogsrampen. De ellende, veroorzaakt door de eerste wereldoorlog, was nog lang niet volledig hersteld, toen ze door de tweede wereldoorlog, die nog verschrikkelijker was, haar hoogtepunt bereikte. Er zal nog veel tijd en veel inspanning van de mensen nodig zijn, en daarbij nog grotere hulp van God, voordat de diepe wonden, door die twee oorlogen aan het gezin toegebracht, pas werkelijk gaan genezen. Een ander euvel, dat ook gedeeltelijk te wijten is aan de verwoestende oorlogen, maar bovendien het gevolg van overbevolking en van bepaalde verkeerde of egoïstische tendensen, is de woningnood. Allen, die het trachten te verhelpen, wetgevers, staatslieden of leden van sociale instellingen, oefenen, zij het ook slechts onrechtstreeks, een zeer waardevol apostolaat uit. Dit is ook van toepassing op de strijd tegen de plaag van de werkloosheid, op de regeling van een voldoend gezinsloon, opdat de moeder niet genoodzaakt is, gelijk zo dikwijls voorkomt, buitenshuis werk te zoeken, maar zich vollediger kan geven aan haar man en kinderen. IJveren voor godsdienstig onderwijs en opvoeding is eveneens een kostbare bijdrage tot het welzijn van het gezin, zoals ook het bevorderen van een gezonde natuurlijkheid en eenvoud van leven, het versterken van de godsdienstige overtuiging, het ontwikkelen van een sfeer van christelijke reinheid rond het gezin, die het kan bevrijden van verderfelijke invloeden van buiten en van al die ziekelijke prikkels, die ongeregelde hartstochten opwekken in de ziel van de jeugd.

5. Maar men dient het gezin nog voor een andere en grotere ellende te bewaren, nl. de vernederende slavernij, waartoe het verlaagd wordt door een mentaliteit, die het wil maken tot een louter organisme in dienst van de maatschappij, om voor deze voldoende hoeveelheid “mensenmateriaal” voort te brengen.

Een groot gevaar voor het gezin

6. Tenslotte wordt het gezin nog door een ander gevaar bedreigd, en dit niet sinds korte tijd, maar reeds lang. Dit gevaar neemt evenwel tegenwoordig zienderogen toe en kan noodlottig worden, omdat het gezin daardoor in de kiem wordt aangetast. Wij bedoelen: de ontwrichting van de huwelijksmoraal in heel haar uitgestrektheid.

De huwelijksmoraal belicht door de Paus

7. Wij hebben de laatste jaren iedere gelegenheid benut om een of ander wezenlijk punt van de huwelijksmoraal uiteen te zetten en nog kort geleden [1Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het congres van de Italiaanse katholieke unie van verloskundigen over morele aspecten van huwelijksleven en zwangerschap, Vegliare con sollecitudine – Over morele aspecten van huwelijksleven en zwangerschap (29 okt 1951)] hebben wij haar in haar geheel behandeld. Wij hebben niet alleen de dwalingen weerlegd, die haar aantasten, maar ook positief de zin, de taak en de betekenis er van aangegeven en de waarde er van voor het geluk van de gehuwden, de kinderen en heel het gezin, voor de duurzaamheid en het welzijn van de maatschappij vanaf het huisgezin tot aan de staat en zelfs de Kerk.

Een wezenlijk punt van de huwelijksmoraal

8. Het middelpunt van deze leer vormde het huwelijk als een instelling ten dienste van het leven. In nauw verband met dit beginsel hebben wij, volgens de vaste leer van de Kerk, een stelling toegelicht, die een van de wezenlijke grondslagen is, niet alleen van de huwelijksmoraal, maar van de maatschappelijke moraal in het algemeen, nl. dat de rechtstreekse aanslag op het menselijk leven van een onschuldige als middel tot het doel – in dit geval het doel, een ander leven te redden – ongeoorloofd is.

Onschendbaarheid van het menselijk leven

9. Het menselijk leven van een onschuldige is in alle omstandigheden, vanaf het eerste ogenblik van zijn bestaan, onttrokken aan iedere vrijwillige rechtstreekse aanslag. Dit is een fundamenteel recht van de menselijke persoon, dat algemene gelding heeft in de christelijke opvatting van het leven. Het geldt zowel voor het leven, dat nog verborgen is in de schoot van de moeder, als voor het leven, dat reeds uit haar is geboren. Het geldt zowel tegen rechtstreekse abortus als het rechtstreeks doden van het kind vóór, tijdens of na de geboorte. Hoe gegrond het onderscheid tussen die verschillende momenten in de ontwikkeling van het geboren of nog ongeboren leven ook mag zijn voor het burgerlijk en kerkelijk recht en voor sommige burgerlijke en strafrechtelijke gevolgen, volgens de zedenwet gaat het in al die gevallen over een ernstige en ongeoorloofde aanslag op het onschendbaar menselijk leven.

Voor het leven van het kind en dat van de moeder geldt hetzelfde beginsel

10. Dit beginsel ‘geldt zowel voor het leven van het kind als voor dat van de moeder. Nooit en in geen enkel geval heeft de Kerk geleerd, dat het leven van het kind moet gesteld worden boven dat van de moeder. Het is onjuist de kwestie te stellen met dit alternatief: óf het leven van het kind óf dat van de moeder. Neen, nóch het leven van de moeder nóch dat van het kind mag het voorwerp worden van een daad van rechtstreekse vernietiging. Voor alle twee geldt slechts één eis: alles in het werk stellen om het leven van beiden te redden van moeder en kind. [2Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken, Casti Connubii (31 dec 1930), 74-76]

11. Het is een van de mooiste en edelste idealen van de geneeskunde, steeds nieuwe wegen te zoeken om het leven van beiden te behouden. Maar als er niettegenstaande alle vooruitgang van de wetenschap nog gevallen blijven en in de toekomst zullen blijven, waarin men de dood van de moeder moet verwachten, als deze het leven, dat zij in zich draagt, tot de geboorte wil brengen en het niet wil vernietigen met schending van Gods gebod: gij zult niet doden, dan blijft de mens, die tot het laatste ogenblik zal trachten te helpen en te redden, niets anders over dan zich eerbiedig te buigen voor de wetten van de natuur en de beschikkingen van de goddelijke Voorzienigheid.

De onschendbaarheid van het leven is onafhankelijk van zijn meerdere of mindere waarde

12. Maar, zo werpt men op, het leven van de moeder, vooral van de moeder van een groot gezin, is onvergelijkelijk meer waard dan dat van een nog ongeboren kind. De toepassing van de theorie van het afwegen der waarden op het geval, dat ons hier bezig houdt, is reeds bij de rechtspleging aanvaard. Het antwoord op deze pijnlijke opwerping is niet moeilijk. De onschendbaarheid van het leven van een onschuldige hangt niet af van zijn meerdere of mindere waarde. Reeds meer dan tien jaar geleden heeft de Kerk uitdrukkelijk het doden van het “waardeloos” geachte leven veroordeeld. En wie de treurige antecedenten kent, die aanleiding gaven tot deze veroordeling, wie zich een idee weet te vormen van de noodlottige gevolgen, waartoe men zou komen, als men de onschendbaarheid van het leven van een onschuldige naar zijn waarde zou willen afmeten, hij zal zeker begrip hebben voor de redenen, die tot deze beslissing hebben geleid.

13. Wie kan overigens met zekerheid uitmaken, welke van die twee levens in werkelijkheid het kostbaarste is? Wie kan weten, welke weg dat kind zal volgen, en hoe grote werken het zal verrichten, welk een volmaaktheid het zal bereiken? Hier vergelijkt men twee grootheden met elkaar, terwijl men van een van de twee niets weet.

Voorbeeld van een heldhaftige moeder

14. Wij willen in dit verband een voorbeeld aanhalen, dat enkelen van u misschien reeds kennen, maar dat daarom zijn suggestieve kracht niet verliest. Het feit dateert van 1905. Er leefde toen een jonge vrouw, van hoge geboorte en nog meer hoogstaand in haar opvattingen, maar met een zwakke en tengere gezondheid. Als meisje had zij geleden aan een lichte pleuris, die genezen scheen. Maar toen zij na het sluiten van een gelukkig huwelijk nieuw leven in haar schoot voelde ontluiken, openbaarde zich spoedig een bijzondere ziekte, die de twee bekwame doktoren, die haar met liefdevolle zorg behandelden, zeer verontrustte. Dat oude ziekteproces, die besmettingshaard, die vroeger genezen was, was opnieuw uitgebroken. Volgens hun oordeel was er geen tijd te verliezen. Wilde men de goede dame redden, dan moest zonder enig uitstel therapeutische abortus worden toegepast. Ook haar echtgenoot begreep de ernst van het geval en verklaarde zich accoord met de smartelijke ingreep. Maar toen de behandelende verloskundige haar zeer voorzichtig de beslissing van de doktoren meedeelde en haar dringend verzocht zich aan hun oordeel te onderwerpen, antwoordde zij beslist: “Ik dank u voor uw meevoelen en uw raad; maar ik kan mijn kind het leven niet ontnemen. Dat kan ik niet, dat kan ik niet! Ik voel het reeds bewegen in mijn schoot. Het heeft recht op het leven. Het komt van God en het moet God kennen om Hem te beminnen en te genieten.” Ook haar echtgenoot vroeg, bad en smeekte. Maar zij bleef onverzettelijk en wachtte rustig af, wat er zou gebeuren. Haar kind, een meisje, werd normaal geboren. Maar heel spoedig daarna begon de gezondheid van de moeder achteruit te gaan. De longplek breidde zich uit; haar toestand verergerde voortdurend. Twee maanden later was zij stervende. Zij zag nog eens haar dochtertje, dat het uitstekend maakte bij een gezonde voedster. Haar lippen plooiden zich tot een zachte glimlach en rustig stierf zij. Er gingen verscheidene jaren heen. In een religieus instituut was er een jonge zuster, .die zich bijzonder onderscheidde, door haar grote toewijding bij de verzorging en opvoeding van verwaarloosde kinderen. Met ogen stralend van moederliefde boog zij zich over de kleine zieken, alsof zij hun het leven wilde schenken. Zij was het kind van het offer, dat nu door haar edelmoedigheid zoveel goed deed aan die verlaten kleinen. De heldhaftigheid van de dappere moeder was niet tevergeefs geweest. [3Vgl. Andrea Majocchi, Tra bistoi e forbici, 1940, p. 21, sqq] Maar wij vragen: is het christelijk, zelfs het zuiver menselijk gevoel zo verzwakt, dat men geen begrip meer heeft voor het verheven offer van die moeder en de zichtbare tussenkomst van de goddelijke Voorzienigheid, die uit dat offer zulk een heerlijke vrucht deed voortkomen?

Gevallen zonder rechtstreeks doden van het kind

15. Met opzet hebben wij steeds de uitdrukking gebruikt: “rechtstreekse aanslag op het leven van een onschuldige”, “rechtstreeks doden”. Want als bijvoorbeeld het behoud van de toekomstige moeder onafhankelijk van haar zwangerschap dringend een chirurgisch ingrijpen zou vorderen of een andere therapeutische behandeling, die als bijkomstig gevolg, op geen enkele wijze gewild of bedoeld, maar onvermijdelijk, de dood van de vrucht met zich zouden brengen, dan zou men een dergelijke handeling niet meer een rechtstreekse aanslag op het leven van een onschuldige kunnen noemen. In deze omstandigheden kan de operatie, evenals een ander dergelijk medisch ingrijpen, geoorloofd zijn, mits het gaat over een goed van hoge waarde, zoals het leven, en mits men de operatie niet kan uitstellen tot na de geboorte van het kind en ook niet een ander afdoend middel kan gebruiken.

Lof voor het kinderrijk gezin

16. Omdat dus de eerste taak van het huwelijk is, in dienst te staan van het leven, zijn die edelmoedige echtgenoten, die uit liefde tot God en in vertrouwen, op Hem, moedig een kinderrijk gezin groot brengen, het voorwerp van onze hoge tevredenheid en vaderlijke dankbaarheid.

De periodieke onthouding

17. Van de andere kant weet de Kerk met begrijpend meeleven de reële moeilijkheden te zien van het huwelijksleven in onze tijd. Daarom hebben wij in onze laatste toespraak over de huwelijksmoraal [mfnPaus Pius XII, Toespraak, Tot het congres van de Italiaanse katholieke unie van verloskundigen over morele aspecten van huwelijksleven en zwangerschap, Vegliare con sollecitudine – Over morele aspecten van huwelijksleven en zwangerschap (29 okt 1951), 29-36[/mfn] het geoorloofde aangegeven en tevens de grenzen, die werkelijk ruim zijn, van een geboorteregeling, die in tegenstelling met de zogenaamde “geboortebeperking” verenigbaar is met de wet van God. Men mag zelfs hopen (maar in deze materie laat de Kerk natuurlijk het oordeel over aan de medische wetenschap), dat deze laatste er in slagen zal voor die geoorloofde methode een genoegzaam zekere basis te vinden, en de nieuwste gegevens schijnen deze hoop te bevestigen.

Opwekking tot vertrouwen in de moeilijkheden

18. Overigens kunnen de veelvuldige moeilijkheden van het huwelijksleven het best overwonnen worden door een levendig geloof en het veelvuldig ontvangen van de sacramenten. Hieruit komen stromen van kracht voort en zij, die buiten de Kerk staan, kunnen zich van de uitwerking er van moeilijk een helder begrip vormen. Met deze gedachte over de goddelijke hulp willen wij eindigen. Vroeg of laat kunt ook gij, beminde zonen en dochters, uw moed wel eens voelen wankelen onder het geweld van de storm, die rondom u en, wat nog gevaarlijker is, in het gezin zelf wordt ontketend door een leer, die de gezonde en normale opvatting van het christelijk huwelijk te niet doet. Hebt vertrouwen! De krachten van de natuur en vooral van de genade, waarmee de Heer uw ziel in het Sacrament van het huwelijk heeft verrijkt, zijn als een sterke rots, waartegen de golven van een woedende zee machteloos te pletter slaan. En al hebben de tragische gebeurtenissen van de oorlog en de na-oorlogse tijd het huwelijk en het gezin met nog steeds bloedende wonden geslagen, toch hebben in die jaren ook de standvastige trouwen het sterk volhouden van de gehuwden en de moederliefde, die tot onnoemelijke offers bereid is, in ontelbaar veel gevallen echte schitterende overwinningen behaald.

19. Zet dus moedig uw werk voort, vertrouwend op de hulp van God. Als onderpand hiervan schenken wij u en uw gezinnen met alle liefde onze vaderlijke apostolische zegen.

Bekijk dit document in context van andere documenten op RK Documenten.nl

image_pdfimage_print