In goede handen

Geneeskunde en ethiek binnen de Kerk van vandaag

Paul Schotsmans, Lannoo Campus, Leuven 2012, 145 p., ISBN 978 90 209 9877 1
door dr. J.A. Raymakers, emeritus internist, secretaris-penningmeester Stichting Medische Ethiek

Het boek van Schotsmans is een verwarrend werkje.

Bij elk van de medisch-ethische onderwerpen die worden aangesneden, wordt uitvoerig de leer van de Kerk weergegeven, door teksten en uitspraken van pausen en andere gezaghebbende instanties. Daarna wordt een eigen interpretatie gegeven waarin elke absolute norm, de een na de ander ontkracht wordt. Enkele malen wordt gesproken over een absoluut onaanvaardbare keuze (euthanasie bijv.), als de keuze voor het minste kwaad. Het beginsel van het minste kwaad heeft echter betrekking op de morele verplichting om, het minste kwaad te kiezen wanneer een keuze gemaakt moet worden tussen twee mogelijkheden die beide niet in strikte zin onaanvaardbaar zijn.

In het begin van het boek stelt de auteur vragen bij het ethische model dat de Kerk hanteert. Voor hem zijn normen relatief en historisch. In hoofdstuk 1 stelt hij zich voor als een telg van het Leuvense personalisme en beroept hij zich op o.a. Schillebeeckx (pp. 17-18). Schotsmans plaatst het ethisch model dat de Kerk hanteert, door hem het handelingsdeontologisch model genoemd (waarin onveranderlijke normen bestaan), tegenover een verantwoordelijkheidsmodel (dat hij voorstaat), ‘waarbij we in geweten kunnen streven naar het waarmaken van de meeste waarden in elke concrete levenssituatie waarin we ons bevinden.’

Ethische normen worden echter naar de Kerk leert niet door de mens (bij overleg en/of consensus) gesteld. Ze zijn gegeven in de natuurwet en de Openbaring. In de visie van Schotsmans kan de mens er toch omheen als de omstandigheden dat vragen. De ethische keuze wordt dan een afweging tussen de goede en kwade gevolgen van het besluit. Dit proportiona-lisme is door Paus Johannes Paulus duidelijk afgewezen in zijn encyclieken Evangelium vitae (par. 68) en Veritatis splendor (par 75-76 en 79).

Enkele voorbeelden:
Betreffende palliatieve sedatie als alternatief voor euthanasie: ‘Er kan niet verhinderd worden dat refractaire symptomen kunnen voorkomen in de stervensfase. Vanuit de ethiek (en ook vanuit het recht) kan dit een noodtoestand genoemd worden: als hulpverlener is men ethisch verplicht te kiezen voor het minste kwaad, zelfs als dat betekent transgressie van de norm “Gij zult niet onrechtmatig doden”.’ (p. 50)

Hierop volgt een bespreking van palliatieve sedatie die eindigt met de zin: ‘Palliatieve sedatie is dus een medisch-ethisch alternatief voor euthanasie. Direct daarop volgt de zin: Toch wil ik tegelijk erkennen dat het niet de oplossing is voor alle problemen. Soms kunnen hulpverleners en familieleden beter aanvaarden dat ze voor de keuze van het minste kwaad staan, waarbij levensbeëindiging een ultieme mogelijkheid blijft.

Schotsmans ziet dus de palliatieve sedatie als een keuze van het minste kwaad (in beginsel is het geen kwaad, doden is dat wel) waarbij die andere keuze wordt open gehouden.

De bespreking van de aanvaardbaarheid van euthanasie, hoe omzichtig ook geformuleerd, komt op hetzelfde neer: het is soms de weg van het minste kwaad (p. 105).

Men kan respect hebben voor de delicate wijze waarop de auteur de problemen bespreekt van ouders die een kind verwachten dat blijkens prenatale tests aan een ernstige aandoening lijdt. Hij schrijft dat zowel de keuze om het kind te laten leven, als die om de zwangerschap af te breken de ouders overstijgt (p 94). Dat is juist, want het is de wil van God geweest dat het kind er is. Dat nu maakt het onmogelijk om de zwangerschapsafbreking tot een moreel aanvaardbare keuze te verklaren.

De tekst is goed geschreven, gaat in op recente ontwikkelingen en refereert aan recente publicaties. Ze stelt echter duidelijk het morele gezag van de katholieke Kerk ter discussie, terwijl veel relevante teksten van dat gezag letterlijk worden weergegeven. De lezer trekke dus zijn eigen conclusie. Uiteindelijk blijft het wijsgerige beginsel van tegenspraak (iets kan niet onder hetzelfde opzicht tegelijkertijd waar en niet waar zijn) ook hier van toepassing. Daar kan geen ethische discussie iets aan veranderen. Men in dit boek de indruk dat de auteur voor de mogelijkheid van een legitiem naast elkaar bestaan en toepassen van tegengestelde ethische opvattingen pleit.

image_pdfimage_print