Men mag het menselijk lichaam, of het nu het eigen lichaam of dat van anderen betreft, niet tot instrument maken van een activiteit die iets tot doel heeft dat aan het werkelijke welzijn, de integriteit en/of de finaliteit van de persoon vreemd is.
Elke instrumentele inzet van de menselijke persoon en zijn lichaam dient steeds te gebeuren met oog voor diens eigen welzijn en integriteit en vereist zijn volledige en goed geïnformeerde instemming (en in geval van arbeid in enig dienstverband een redelijke vergoeding).