Nederlandse Regering, 9 november 2007
De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Euthanasiewet) is onlangs voor het eerst geëvalueerd. Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat het percentage gemelde gevallen is gestegen van 54 procent in 2001 tot 80 procent in 2005. Daarmee zijn de doelen van de wetgever grotendeels bereikt.
Gelet op de resultaten van het onderzoek zal het kabinet de Euthanasiewet niet wijzigen. Dit is conform het coalitieakkoord, waarin is afgesproken dat in deze kabinetsperiode met betrekking tot levensbeëindiging op verzoek niet zal worden overgegaan tot wijziging van regelgeving of het toestaan van experimenten.
Het kabinet zal zich inzetten om op onderdelen de werking van de wet in de praktijk te verbeteren. Aandacht gaat daarbij uit naar goede informatie, scholing en voorlichting. Doel is onder meer om de kennis van artsen van de wet en van toe te passen middelen te vergroten. Daarnaast is het de bedoeling dat instellingen zich meer inspannen om beleid te formuleren ten aanzien van levensbeëindiging op verzoek en dat zij hun medewerkers daarover beter informeren.
De ministerraad heeft er op voorstel van staatsecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister Hirsch Ballin van Justitie mee ingestemd de kabinetsreactie op de evaluatie aan de Tweede Kamer te zenden.