Katholiek Nieuwsblad, 19 oktober 2007
door Sjoerd Punter
Ook Nederlandse patiënten reizen naar China voor een nieuwe lever of nieuwe nier afkomstig van geëxecuteerde gevangenen.
Wachten op een nieuwe lever kan in Nederland, afhankelijk van de bloedgroep, twee jaar duren. Heb je nog wel zoveel tijd?, is de klemmende vraag. Maar je redt het. En, opeens, sta je nummer 1 op de landelijke wachtlijst voor een transplantatie.
Dit overkwam Rien Elzinga uit het Drentse Westerbork, voorzitter van de landelijke Leverpatiëntenvereniging. “Ik weet wat wachten is”, zegt hij met een diepe zucht. “Ik heb zelf in Groningen honderd dagen liggen wachten tot ik in het UMC kon worden geopereerd. Ik ben voor de operatie van de Zaanstreek naar Groningen verhuisd, om zo dicht mogelijk bij het ziekenhuis te kunnen wonen en dus een optimale kans te hebben. Het was een heel spannende tijd.”
Malafide praktijken
De voorzitter van de Leverpatiëntenvereniging heeft er zeker begrip voor dat mensen op een bepaald moment hun toevlucht nemen tot een dure operatie in China. “Het is ons bekend dat er regelmatig mensen vanuit Nederland naar China reizen voor een nieuw orgaan, omdat ze die door onze lange wachtlijsten niet op tijd kunnen krijgen. Er is een enorm tekort aan donororganen. Toch staan we als vereniging niet achter het orgaantoerisme. Wij vinden dat orgaandonatie een sociaal goed is waar geen financiële vergoeding tegenover dient te staan. Er mag ook geen dwang in het spel zijn. Je weet dat in China gevangenen en tegenstanders van het regime om zeep worden geholpen, waarna hun organen worden verkocht. Daar moet je niet aan mee willen werken. Zo houd je een systeem in stand dat verwerpelijk is.”
“Handel in organen is uit den boze”, aldus Elzinga. “Het kan absoluut niet door de beugel, maar je moet niet vergeten dat die malafide praktijken het gevolg zijn van het feit dat de zaken in Nederland en andere landen op het punt van donorcodicils erg slecht zijn geregeld. Daarom moeten we hier onze krachten bundelen om verbetering te bereiken, en onze tijd niet verspillen aan acties tegen China. Die helpen toch niet. Maar ik vind het natuurlijk wel vreemd dat de Olympische Spelen worden georganiseerd in een land dat zo mensonvriendelijk is.” De Nederlandse Nierpatiëntenvereniging distantieert zich eveneens nadrukkelijk van het orgaantoerisme. Zij roept haar leden op hier niet aan mee te werken.
Trieste zaak
“Die orgaanhandel is een trieste zaak”, oordeelt de Belgische senator Patrik Vankrunkelsven van de Open VLD. Hij is tevens huisarts en docent aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Zodoende is hij goed geïnformeerd over de materie. Begin vorig jaar, ruim voor de publicatie van het geruchtmakende rapport Bloederige Oogst (zie kader), besloot Vankrunkelsven zelf op onderzoek uit te gaan. Vooral het gerucht dat aanhangers van de Falun Gong geofferd zouden worden in de jacht op westerse valuta, vond de Belgische senator confronterend. “Ik ben toen zelf op zoek gegaan naar de waarheid. Ben achter de telefoon gaan zitten en heb een aantal Chinese ziekenhuizen opgebeld die reclame voor zichzelf maken op internet. Ik heb mijzelf veranderd in een nierpatiënt die op zoek is naar een nieuwe nier. Het bleek vrij gemakkelijk via een tussenpersoon aan een donornier te komen. Er werd bij gezegd dat die nier afkomstig was van een geëxecuteerde gevangene. Dit werd bevestigd door het ziekenhuis waar de operatie zou plaatsvinden. Er werd aan toegevoegd dat de periode rond 18 februari heel geschikt was, omdat er dan veel executies plaatsvonden…”
Creatieve omwegen
De liberale senator is tamelijk sceptisch over een mogelijk nieuwe aanpak in China. De regels zijn er weliswaar verscherpt, maar de Chinezen blijken meesters in het vinden van ‘creatieve’ omwegen. “China heeft al enige jaren regels die de verkoop van menselijke organen aan buitenlanders verbieden. Die regels worden massaal overtreden door buitenlanders in een appartementje onder te brengen en tijdelijk een Chinese naam te geven. De Chinese autoriteiten stellen dat er de laatste tijd vooruitgang is geboekt. Bovendien doet de International Transplant Society veel moeite de druk op te voeren. Maar de omstreden praktijken gaan tot op de dag van vandaag door, daar ben ik van overtuigd. Daar komt nog eens bij dat in de Chinese cultuur in feite geen plaats is voor orgaantransplantatie. De doorsnee Chinees wil met een compleet lichaam naar het hiernamaals.”
Falun Gong
Peter Houben uit Maastricht is voorzitter van de Falun Gong Stichting Nederland. “Dagelijks worden er berichten over de Chinese praktijken gepubliceerd op onze website, maar we hebben helaas niet de mogelijkheid in China iets na te trekken”, zegt hij spijtig. “Internationale organisaties als Amnesty International krijgen dat evenmin voor elkaar. Ze hebben om een onafhankelijk onderzoek gevraagd, maar dat wordt gewoon niet toegestaan. Voor mij is het zeker dat aanhangers van de Falun Gong, en ook van andere religieuze bewegingen in China, vanwege hun geloof worden opgesloten en vervolgens vanwege hun lichaam doodgeschoten. En het is ook zeker dat nog steeds Nederlanders naar China reizen voor een transplantatie.” Het gaat dan wel om Nederlanders die een flink bedrag op tafel kunnen leggen. Voor een nier wordt in China 70.000 dollar gevraagd, een lever gaat de deur uit voor 160.000 dollar. Bedragen die in schril contrast staan met de beloning op de Filipijnen: 2000 dollar voor een nier. Op het platteland van Pakistan zijn dorpen waar de helft van de bevolking maar één nier heeft. Het zijn meestal vrouwen die een nier verkopen voor de somma van 1200 dollar.
Bloederige oogst in China
Het is een ‘duidelijke zaak volgens David Matas, de bekende Canadese mensenrechtenadvocaat. “Zodra in China een klant arriveert voor een donororgaan, wordt er iemand gedood.” Samen met de voormalige Canadese staatssecretaris David Kilgour stelde Matas een onderzoek in naar het ‘oogsten’ van menselijke organen in de Volksrepubliek. Het rapport kreeg Bloederige oogst mee als titel en werd op 31 januari van dit jaar de wereld ingezonden.
De Canadese samenstellers hebben de Chinese ziekenhuisarchieven niet kunnen inzien en evenmin kunnen spreken met familieleden van geëxecuteerden, maar ze zijn ervan overtuigd dat met name aanhangers van de Falun Gong op grote schaal worden gedood en beroofd van hun organen. Tientallen ziekenhuizen en gevangenissen zijn volgens het rapport betrokken bij de praktijken. De onderzoekers belden naar Chinese gevangenissen met de vraag of er ‘gezonde Falun Gong-leveranciers’ beschikbaar waren. In de meeste gevallen kon dat zo geregeld worden. “Wij zoeken voor u een jonge en gezonde nier”, zo werd er aan de andere kant van lijn verzekerd.
In de Australische pers kwam Yuan Hong aan het woord, een Chinese dokter die in een ziekenhuis in Shenyang getuige was van de omstreden praktijken. Na emigratie naar Australië durfde Yuan Hong zijn mond eindelijk open te doen. “Telkens als ik mijn collega’s een militair uniform zag aandoen, wist ik dat ze met een ambulance naar de executieplaats vertrokken om de organen van een gevangene op te halen. De beul werd vooraf op de hoogte gesteld, zodat hij de gevangene niet met één schot zou doden. Als de gevangene te vroeg sterft is er geen bloedcirculatie meer, en zijn de organen waardeloos geworden. Dus wanneer de gevangene in de ambulance is, beginnen de dokters de organen eruit te halen terwijl hij nog in leven is. De organen worden in speciale containers naar de operatiekamer gebracht waar de donorpatiënt al ligt te wachten.”
Human Rights Watch maakte onlangs bekend dat vorig jaar in China 7500 executies zijn voltrokken. Dat is meer dan in de rest van de wereld bij elkaar. (SP)
Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.