Kwetsbare mensen verdienen steun, van u en van mij

Katholiek Nieuwsblad, 2 november 2018

door Bernice Brijan, promovenda aan de Tilburg School of Catholic Theology

Psychisch kwetsbare mensen lopen niet zelden verloren in de zorgbureaucratie. Zij verdienen niet alleen betere steun van instanties, maar ook van hun omgeving.

De Nationale Ombudsman, de Algemene Rekenkamer en het Sociaal en Cultureel Planbureau riepen het kabinet onlangs op om kwetsbare mensen niet in de steek te laten. De reden daarvoor is dat duizenden patiënten verdwalen in de zorgbureaucratie.

Grote gevolgen
Vooral de kwetsbaarste mensen blijken niet de juiste zorg te krijgen. Het gaat om mensen die eigenlijk langdurige zorg nodig hebben, maar toch tussen alle zorgregels in vallen.

Dit treft met name psychiatrische patiënten en jongeren met een licht verstandelijke handicap die na hun achttiende levensjaar niet meer onder de Jeugdwet vallen. Wanneer iemand niet aan de voorwaarden van de Wet langdurige zorg (Wlz) voldoet, is de gemeente en/of de zorgverzekeraar verantwoordelijk voor de zorg.

De gevolgen kunnen groot zijn wanneer iemand bij een verkeerde inschatting onterecht geen langdurige zorg krijgt. Hoewel dit in de eerste plaats te maken heeft met de regels rondom de Wlz, vraagt het ook om reflectie op de brede ontwikkelingen binnen het zorgsysteem.

Oog voor herstel
De zorg is volop in beweging richting decentralisatie en wordt gestuurd door twee principes: autonomie en vermaatschappelijking. Het autonomieprincipe geeft de hulpvrager een belangrijke stem in het proces van de hulpverlening. Vermaatschappelijking houdt in dat mensen met een psychische kwetsbaarheid zo goed mogelijk ondersteund worden om een zelfstandig bestaan te leiden als volwaardig lid van de samenleving.

Deze principes houden ook verband met de ontwikkelingen rondom de zogeheten ‘herstelondersteunende zorg’. Herstel is niet hetzelfde als genezing, maar heeft betrekking op het leven met en voorbij de aanwezige beperkingen. Herstel bevindt zich altijd in de dynamiek tussen ‘aanvaarden’ en ‘veranderen’: tussen dat wat (nog) wel mogelijk is en dat wat niet (meer) mogelijk is.

Oog hebben voor herstel luistert nauw. Je komt in aanmerking voor de Wlz als er levenslang zorg nodig is en er geen ontwikkelingsperspectief meer is. Wanneer dat ingeschat moet worden, is het belangrijk een goed beeld te hebben van wat herstel bij mensen met een psychische kwetsbaarheid werkelijk betekent.

Andere ondersteuning
Ook in het hersteldenken staan begrippen als zelfregie en autonomie centraal. Zij hebben vooral betrekking op de component ‘veranderen’: een verandering naar een grotere eigen verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid. Een deel van het probleem lijkt zich precies hier te bevinden. De nadruk op zelfregie maakt dat er te weinig aandacht is voor dat wat niet (meer) mogelijk is, voor moeilijkheden en verlies. Sommige mensen zijn niet in staat tot regie over hun eigen leven.

Ook als er wel sprake is van herstel komen psychisch kwetsbare mensen daarna maatschappelijk vaak niet goed mee, wat tot een sociaal en emotioneel isolement leidt. Kwetsbaarheid beïnvloedt dus niet alleen de zelfredzaamheid, maar ook de maatschappelijke betrokkenheid.

Dat juist de kwetsbaarste mensen er vaak alleen voor staan, bevestigt deze problematiek. Juist zij dreigen te verdwalen in de zorgbureaucratie. Te strikt vasthouden aan het autonomiebegrip werkt dan ook averechts; deze groep mensen heeft ook andere ondersteuning nodig, gericht op zorg rondom moeilijkheden en verlies.

De lokale gemeenschap
Dit roept de vraag op waar deze andere ondersteuning vandaan moet komen. Deels gaat het erom dat instanties deze groep mensen goed in kaart moeten brengen en de nodige hulp moeten bieden in de vorm van onafhankelijke cliëntondersteuning. Maar de verantwoordelijkheid voor mensen met een psychische kwetsbaarheid is breder.

Het zorgsysteem ontwikkelt zich door de decentralisatie steeds meer in de richting van een netwerkorganisatie. Dat betekent dat niet alleen de gemeente verantwoordelijkheid draagt, maar ook de lokale gemeenschap. In deze context wijst het katholiek sociaal denken erop dat de gemeenschap de waarde van de persoon meer tot zijn recht doet komen. De mens komt tot bloei door relaties met anderen. De gemeenschap als geheel is daarom geroepen diegenen te ondersteunen die niet op eigen kracht kunnen functioneren.

In dit geval gaat het om betrokkenheid bij mensen met een psychische kwetsbaarheid. Betrokkenheid die veiligheid biedt en die ervoor zorgt dat iemand zich gezien voelt. In die zin gaat het ons allemaal aan: wij kunnen allen bijdragen aan de zorg voor en het herstel van een ander. Maar doen we dat ook?

Bernice Brijan was een van de zeven genomineerden voor ‘Jonge Theoloog des Vaderlands’. Zie Nacht van de Theologie.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.

image_pdfimage_print