Olie op de wonden: een antwoord op de wonden van abortus en echtscheiding

Tot de deelnemers aan het congres georganiseerd door het Pauselijk Instituut Johannes Paulus II voor studies over huwelijk en gezin

5 april 2008
Paus Benedictus XVI

Mijne Heren Kardinalen, eerbiedwaardige broeders in het Bisschopsambt en het Priesterschap, beminde broeders en zusters!

Met grote vreugde ontmoet ik u ter gelegenheid van het internationaal congres “Olie op de wonden: een antwoord op de wonden van abortus en echtscheiding”, georganiseerd door het Pauselijk Instituut Johannes Paulus II voor studies over huwelijk en gezin, in samenwerking met de Ridders van Columbus. Ik verheug me over het onderwerp waarover u deze dagen zal nadenken, omdat het zo actueel en veelzijdig is, en bijzonder voor de verwijzing naar de parabel van de goede Samaritaan (Lc. 10, 25-37) die u als sleutel gekozen heeft om de wonden van abortus en echtscheiding te bespreken, die zoveel lijden meebrengen in het leven van mensen, gezinnen en in de samenleving. Ja, op onze dagen bevinden mannen en vrouwen zich soms werkelijk beroofd en gewond, aan de kant van de weg, dikwijls zonder iemand die luistert naar hun roep om hulp en die zich om hun leed bekommert ten einde het te verlichten en te genezen. In het debat, dat dikwijls puur ideologisch verloopt, wordt soms een soort van samenzwering van stilzwijgen rond hen gecreëerd. Doch alleen in een houding van barmhartige liefde kan men tot de slachtoffers toenadering zoeken ten einde hulp te bieden en in staat te stellen zich weer op te richten en hun levensweg weer op te vatten.

In een culturele context die getekend is door toenemend individualisme, hedonisme en te dikwijls ook door gebrek aan solidariteit en aangepaste sociale steun, wordt de vrijheid van de mens er in zijn breekbaarheid toe gebracht tegenover de moeilijkheden van het leven beslissingen te nemen die tegengesteld zijn aan de onverbreekbaarheid van de huwelijksovereenkomst en aan de eerbied die men verplicht is aan het menselijk leven dat pas ontvangen werd en nog beschermd leeft in de moederschoot. Echtscheiding en abortus zijn keuzes die van nature zeker verschillend zijn, die soms gebeuren in moeilijke en dramatische omstandigheden, die dikwijls trauma’s teweegbrengen en voor de betrokkenen aan de oorsprong liggen van diep lijden. Ze maken ook onschuldige slachtoffers: het pas ontvangen en nog ongeboren kind, de kinderen die betrokken zijn bij het verbreken van de familieband. Zij houden er allemaal wonden aan over, die hun leven onuitwisbaar tekenen. Het ethisch standpunt van de Kerk ten opzichte van echtscheiding en abortus is duidelijk en door iedereen gekend: het gaat om zware fouten die in verschillende mate en los van iemands subjectieve verantwoordelijkheid, de waardigheid van de mens schaden, diep onrecht veroorzaken binnen de menselijke en sociale verhoudingen, en die God zelf beledigen, die de waarborg is van de huwelijksovereenkomst en de auteur van het leven. En nochtans heeft de Kerk, naar het voorbeeld van haar Goddelijke Meester steeds de concrete mens voor ogen, vooral de zwakste en onschuldigste, die het slachtoffer is van onrecht en zonde, en tevens die andere mannen en vrouwen die deze daden gesteld hebben en de smet en innerlijke wonde van hun fouten dragen, terwijl zij op zoek zijn naar vrede en de mogelijkheid om zich te herpakken.

De Kerk heeft als eerste plicht, met liefde en fijngevoeligheid, respect en moederlijke aandacht, toenadering te zoeken tot deze mensen, om hen de barmhartige nabijheid van God in Jezus Christus te verkondigen. Zoals de kerkvaders het leren, is Hij namelijk de ware goede Samaritaan die zich tot onze naaste maakt, olie en wijn over onze wonden giet en ons naar de herberg brengt, de Kerk, waar Hij ons laat verzorgen door ons aan Zijn bedienaars toe te vertrouwen en door zelf en vooraf voor onze genezing te betalen. Ja, het Evangelie van de liefde en het leven is ook altijd het Evangelie van de barmhartigheid dat zich richt tot de concrete en zondige mens die we zijn, om hem na al zijn vallen weer op te richten, om hem van al zijn wonden te genezen. Mijn veelgeliefde voorganger, de Dienaar Gods Johannes Paulus II, waarvan wij de derde verjaardag van zijn sterven herdacht hebben, zei bij de opening van het nieuwe heiligdom van de Goddelijke Barmhartigheid in Krakov: “Er is voor de mens geen andere bron van hoop dan Gods barmhartigheid” (1) Uit deze barmhartigheid haalt de Kerk een enorm vertrouwen in de mens en zijn bekwaamheid om zich te herpakken. Zij weet dat de menselijke vrijheid met de hulp van de genade in staat is zichzelf definitief en trouw te geven, wat het huwelijk tussen een man en een vrouw als een onverbrekelijke overeenkomst mogelijk maakt; dat de menselijke vrijheid, zelfs in de moeilijkste omstandigheden, in staat is gebaren van offerbereidheid en solidariteit te stellen om het leven van een nieuwe mens te aanvaarden. Zo kan men zien dat het “nee” dat de Kerk in morele kwesties uitspreekt en waarbij de publieke opinie eenzijdig blijft stilstaan, eigenlijk een groot “ja” aan de waardigheid van de mens is, aan zijn leven en vermogen om lief te hebben. Het is de uitdrukking van het constante vertrouwen dat mensen, ondanks hun zwakheid, kunnen geven aan de hoogste roeping waarvoor zij geschapen zijn: liefhebben.

Bij dezelfde gelegenheid vervolgde Johannes Paulus II: “Dit vuur van de barmhartigheid moet doorgegeven worden aan de wereld. In Gods barmhartigheid zal de wereld vrede vinden”. (2) Daarop wordt de grote opdracht geënt van de leerlingen van de Heer Jezus, die reisgezellen vinden in vele broeders, mannen en vrouwen van goede wil. Hun programma, het programma van de goede Samaritaan, is een “hart dat ziet. Dat hart ziet waar liefde nodig is en handelt ernaar”. (3) In deze dagen van reflectie en dialoog, buigt u zich over de slachtoffers die gekwetst zijn door echtscheiding en abortus. U heeft eerst en vooral het leed vastgesteld, dikwijls traumatisch, dat “kinderen van echtscheiding” treft en dat hun leven zodanig tekent dat hun weg erdoor bemoeilijkt wordt. Wanneer een huwelijksovereenkomst verbroken wordt, zijn de kinderen degenen die er onvermijdelijk het meest onder lijden, zij zijn het levende teken van de onverbreekbaarheid ervan. Solidaire en pastorale bezorgdheid moet er dus voor zorgen dat de kinderen niet de onschuldige slachtoffers worden van het conflict tussen ouders die uit de echt scheiden en in de mate van het mogelijke moet hen de mogelijkheid geboden worden de band met hun ouders voort te zetten evenals met hun familiale en sociale oorspong, wat onmisbaar is voor een evenwichtige groei, zowel psychologisch als menselijk.

U heeft ook de aandacht gevestigd op het drama van abortus, die diepe soms onuitwisbare tekens nalaat bij de vrouw die ze uitvoert en de mensen die haar omringen en die verwoestende gevolgen heeft voor gezin en samenleving, in het bijzonder de materialistische mentaliteit van minachting voor het leven die erdoor in stand gehouden wordt. Hoeveel egoïstische medeplichtigheden liggen dikwijls aan de oorsprong van een pijnlijke beslissing die zoveel vrouwen alleen moeten nemen en waarvan zij in de ziel een kwetsuur overhouden die nooit geneest! Alhoewel hetgeen gebeurd is, een grote onrechtvaardigheid is en in zich nooit hersteld kan worden, maak ik de vermaning uit de encycliek “Evangelium Vitae” tot de mijne, die gericht is tot vrouwen die hun toevlucht namen tot abortus: “Laat u niet gaan in ontmoediging en laat de hoop niet varen. Probeer eerder te begrijpen wat er gebeurd is en bekijk het in waarheid. Als u dat nog niet gedaan heeft, open uzelf dan nederig en met vertrouwen voor berouw: de Vader van alle barmhartigheid wacht op u om u Zijn vergiffenis en vrede te schenken in het sacrament van de verzoening. U kan uw kind met dezelfde hoop toevertrouwen aan dezelfde Vader en Zijn barmhartigheid”. (4)

Ik druk mijn diepe waardering uit voor alle sociale en pastorale initiatieven die verzoening en zorg beogen voor mensen die gewond zijn door het drama van abortus en echtscheiding. Zij zijn met zoveel andere vormen van inzet, essentiële elementen voor de opbouw van deze beschaving van de liefde, waaraan de mensheid nooit zoveel nood had als vandaag.

Ik smeek de Heer, de God van barmhartigheid, dat Hij u uitnodigt Jezus, de goede Samaritaan, steeds meer na te volgen opdat Zijn Geest u zou leren met een nieuwe blik te kijken naar de realiteit van onze lijdende broeders, moge Hij u helpen met nieuwe criteria na te denken en u aanzetten edelmoedig te handelen in het perspectief van een authentieke beschaving van de liefde en het leven. Ik geef u allen een bijzondere apostolische zegen.

Noten
1. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Kraków-£agiewniki, Kerkwijding van het heiligdom van de Goddelijke Barmhartigheid (17 aug 2002), 1.
2. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Kraków-£agiewniki, Kerkwijding van het heiligdom van de Goddelijke Barmhartigheid (17 aug 2002), 5.
3. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 31.
4. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 99.

© 2008, Libreria Editrice Vaticana
Vertaling: Zr. Lucienne Gooris

image_pdfimage_print